De wijziging van de Wet op Staatsschuld wordt met 29 vóór en 8 tegen aangenomen door De Nationale Assemblee. (Foto: René Gompers)
Minister Gillmore Hoefdraad van Financiën, heeft met de ondersteuning van de coalitie, meer leenruimte gekregen door de wijziging van de Wet op de Staatsschuld. De oppositionele partijen VHP, ABOP, Pertjajah Luhur en de NPS waren tegen verruiming van de leenruimte. Zij haalden aan dat hiermee de regering een blanco cheque krijgt om leningen aan te gaan. Dit zou volgens hen de situatie voor het volk erger maken. Toen het op stemming aankwam waren slechts acht oppositieleden van alle vier fracties aanwezig. Geen enkele fractieleider van de oppositie was in de zaal. De wetswijziging werd maandagavond omstreeks half negen aangenomen met 29 vóór en 8 tegen.

Op basis van cijfers van het Bureau voor de Staatsschuld, gepresenteerd door Hoefdraad, is er op basis van de oude wet US$ 755 miljoen of ruim SRD 2,5 miljard ruimte om te lenen. Bij wetswijziging wordt de leenruimte US$ 1,1 miljard of ruim SRD 3,9 miljard. Deze extra ruimte is ontstaan door de definitie van staatsschuld in overeenstemming te brengen met wat internationaal gangbaar is. Het leenplafond van 60% is niet verruimd. De wijze waarop de staatsschuld geboekt wordt, is voldoende voor de toename van de leenruimte met SRD 1,4 miljard.

Commissievoorzitter Amzad Abdoel (NDP) zei dat met de wetswijziging juist extra verlichting voor het volk wordt gecreëerd. Door de precaire situatie is het nodig dat er geïnvesteerd wordt in de productiesector, terwijl de sociaal zwakkeren worden ondersteund. Hij haalde aan dat er geen balken op de weg van de regering geplaatst moeten worden om in deze moeilijke tijd de situatie te verergeren.

De oppositionele fracties wilden weten om welke leningen het gaat en tegen welke voorwaarden. Hoefdraad merkte op dat De Nationale Assemblee tijdig zal worden ingelicht. Het is niet gebruikelijk om bedragen en voorwaarden te noemen, terwijl er nog onderhandeld wordt over de leningen.

De minister beloofde dat uiterst zuinig zal worden omgesprongen met de staatsmiddelen. Leningen die zullen worden aangegaan, gaan in de productieve sfeer worden gebruikt. Hij noemde onder andere infrastructuur, landbouw en vergroten van de werkgelegenheid.