Gisteren bereikte mij het droevige bericht uit Nederland dat mijn goede
vriend Dew Rambocus op 15 februari 2020 het tijdelijke met het eeuwige heeft
verwisseld in de leeftijd van 74 jaar. Hoewel ik de laatste jaren geen persoonlijk contact met hem heb gehad,
bleven wij regelmatig met elkaar communiceren via app en mail. Zijn dood is
voor mij daarom als een grote schok aangekomen.
Dew en ik hebben samen lager onderwijs gevolgd op de toenmalige
Julianaschool te Paramaribo, naast de huidige Nederlandse Ambassade. Daarna
zijn wij steeds in contact met elkaar gebleven. Dew studeerde in 1974 af als arts aan de Universiteit van Utrecht en
keerde daarna naar Suriname terug om zijn krachten te geven aan de opbouw van
zijn vaderland. Hij vestigde
zich in Suriname als huisarts in het district Nickerie. Maar hij bezat zo een
bijzondere drive dat hij besloot om naast de toch al drukke medische praktijk
de landbouw te gaan uitoefenen.
In het
medische beroep heeft hij veel succes geoogst en in de agrarische sector heeft
hij veel rijst geoogst! In lijn met de levensfilosofie van Dew heb ik deze
necrologie niet in een droefgeestige sfeer geschreven, maar er een meer
levendig karakter aan gegeven.
Humor was
één van de belangrijkste kanten van hem. Deze komt o.a. tot uiting in de
navolgende anekdote: Toen ik hem eind jaren 70 vroeg hoe het met zijn
werkzaamheden in Nickerie ging, antwoordde hij mij alsvolgt: “Heel goed. De
medici noemen mij de beste landbouwer onder hen, terwijl de landbouwers mij de
beste medicus onder de agrariërs noemen!”
Helaas voor
Dew deden zich op een gegeven moment in Suriname zaken voor die hem deden
besluiten het land te verlaten. De doorslag werd gegeven na de executie van
zijn jongere broer, Surindre Rambocus op 8 december 1982.
Hoewel hij
daarna nog enige tijd in ons land gebleven is, viel het leven hem hier te lande
zo zwaar dat hij niet lang daarna met zijn gezin naar Nederland vertrok. Dit
deed hij met bloedend hart.
Hij was
altijd zeer geïnteresseerd in het recht en daarom besloot hij in 1984 aan de RU
te Utrecht rechten te gaan studeren. Deze opleiding rondde hij in 1988 met
succes af. Een geweldige prestatie als we bedenken dat hij deze studie naast
zijn medische praktijk heeft voltooid. Maar hij
liet het niet daarbij. In 1995 vatte hij het plan op te promoveren. De promotie
vond in 1999 plaats op een medisch-juridisch onderwerp: Medische-Juridische Causaliteit waarbij zijn uitgangspunt was
dat het gehele bestaan zowel natuurlijk als cultureel is doordrenkt van
processen inzake oorzaken en gevolgen.
In de
geneeskunde is de causaliteit primair van belang met het oog op het
therapeutisch doel. In de relatie tot het recht is zij bovendien van belang
voor de juridische beoordeling van letselschade. Met dit
proefschrift heeft Dew zich geschaard bij een selecte groep van rechtsgeleerden
die zich bezighoudt met het leerstuk van de causaliteit dat in de
rechtswetenschap tot één van de moeilijkste onderwerpen wordt gerekend.
Dew kon het
niet nalaten enkele ludieke stellingen aan zijn dissertatie toe te voegen:
- De
voorzichtigheid waarmede een jurist met de jurisprudentie behoort om te gaan,
kan neologistisch worden aangeduid met de term juristprudentie.
- Een
overheid van een democratische rechtsstaat die zich respecteert sluit geen
deals met criminelen. Doet ze dat toch dan is ze zelf gecriminaliseerd en
ontneemt ze zich daardoor het recht andere criminelen te vervolgen. Er zou dan
veel eerder sprake moeten zijn van collegiale samenwerking!
- Een
geweeklaag van postkoloniale leiders jegens de voormalige kolonisators is een
uiting van eigen politieke incompetentie.
- Het probleem van Suriname is de Surinamer
zelf.
Na zijn
promotie is Dew een praktijk gestart als expert/consultant op de gebieden van
de letselschade en het sociale recht. Hij noemde zich ook wel verzekeringsarts
en heeft in die hoedanigheid een grote praktijk opgebouwd.
Een niet bij
eenieder bekend aspect van hem was zijn dichterschap. Hij heeft in Suriname
eind jaren 70 een bundel uitgebracht onder de titel: Frambo, waarbij het
bijzondere is dat het een bundel in het Sranan was. Dew dichtte zowel in het
Nederlands als in het Sranan.
Ik eindig
mijn hommage aan hem met twee van zijn eigen gedichten die over het levenseinde
handelen:
I. Doodstil
Het leven
bruist en galmt
De dood
komt langs
Onverwacht en ongewenst
ongezien en geruisloos
Het is daarna stil
heel stil
Doodstil
II. En eens komt de tijd
dat ik er niet meer ben
de tijd zal mij loslaten
en de tijd
die schrijdt voort
Aan zijn
kinderen Yoginder, Yogita en Amar, alsmede de overige nabestaanden wens ik heel
veel sterkte toe. Mama Sranan heeft één
van haar grote zonen verloren!
Carlo Jadnanansing
Paramaribo,
17 februari 2020