Een mens moet niet blind zijn voor het verleden. Niet voor de verdeeldheid, niet voor de misstappen, niet voor de momenten waarop wij als familie, als partij, als volk te veel naar binnen keken en te weinig naar voren. Maar ik ben ook niet blind voor wat er wél is opgebouwd. Diep in mijn hart weet ik dat de NDP Suriname voor een deel heeft gevormd — vanuit het idee dat Suriname niet klein hoeft te denken.

Zoals sommigen wellicht al vermoeden bij het lezen van mijn achternaam: ik ben familie van Desi Bouterse. Dat is geen lichte titel. Voor velen ben ik daardoor automatisch medeplichtig aan elke misstap die ooit is gemaakt. Maar voor mij betekent het vooral dat ik een erfgoed draag: een politieke, sociale én morele verantwoordelijkheid om te helpen bouwen aan een Suriname dat niet blijft hangen in wrok of nostalgie, maar kiest voor groei.

En ja, ik geloof dat die groei opnieuw kan komen. Niet opnieuw als een partij die bestaat uit het gedachtengoed van één persoon, maar als een beweging van velen. Niet langer een echo van het verleden, maar een goed draaiende motor van de toekomst.

De kracht van paars
Suriname wordt geleid door een verzameling van mensen die geloven in nationale trots, sociale rechtvaardigheid en economische onafhankelijkheid. Die woorden klinken groot, maar ze vormen samen de essentie van wat ons ooit onderscheidde. Niet voor niets zei mijn oom ooit dat Suriname niet afhankelijk hoort te zijn van anderen.

Met de olie in onze wateren en het geloof van ons volk in onze eigen handen is dat idee actueler dan ooit. De kansen liggen voor het oprapen, maar ze vragen om discipline, eerlijkheid en samenwerking. De olie-inkomsten die straks zullen stromen, kunnen ons land veranderen — maar alleen als wij eerst onszelf veranderen. Alleen als we de interne ruzies overstijgen en het landsbelang voorop komt te staan.

Een familie in conflict

Ik heb van binnenuit gezien hoe verdeeldheid langzaam kan woekeren. Hoe loyaliteit kan veranderen in wantrouwen, hoe overtuiging kan verharden tot dogma. Dit is niet aan een bepaalde partij gebonden; het lijkt een onvermijdelijke bijvangst van politiek succes te zijn.

Dit voorkomen is niet eenvoudig, maar ook weer wel. Goed luisteren is essentieel — luisteren naar de jongeren die niet meer geloven in oude namen, naar de vrouwen die in de wijken het echte werk doen, naar de arbeiders en ondernemers die niet wachten op beloften maar op beleid. Een partij kan pas sterk zijn als interne conflicten worden gezien als kansen om te vernieuwen.

De toekomst vraagt om moed
We staan aan de vooravond van een nieuw tijdperk. De wereld kijkt niet langer naar Suriname als een vergeten kolonie, maar als een opkomende energiehub — een land met potentie. Sterke partijen kunnen deze transformatie met een goede visie leiden. Dit vraagt wel om nederigheid, om een nieuw leiderschap dat niet rust op naam, maar op inhoud. Een leiderschap dat zich niet laat drijven door rancune of eerzucht, maar door het verlangen om Suriname te dienen.

We moeten weer durven dromen, maar ook durven plannen. We moeten jongeren een reden geven om in Suriname te blijven, niet om weg te trekken. We moeten de boeren, vissers en kleine ondernemers betrekken bij het gesprek over olie, over ontwikkeling, over rechtvaardige verdeling. Wat heb je aan miljarden uit de zee als de mensen aan wal verhongeren?

De horizon
Of de horizon nu paars, geel, oranje of alle kleuren van de regenboog kleurt - Suriname kán het. Ik roep iedereen op, oud en jong, trouw en kritisch, om de handen ineen te slaan. Niet voor de naam Bouterse, niet voor de geschiedenis, maar voor het Suriname dat staat te trappelen om aan de horizon te verschijnen.

Een Suriname waarin rijkdom niet langer een droom is, maar een verantwoordelijkheid. Waar olie geen vloek wordt, maar een zegen.

De toekomst roept. Laten we haar eindelijk beantwoorden - samen.

R.F.N. Bouterse