Twintig dienstauto’s. Een wet die nét te laat inging. En politici die beloften verruilden voor eigen voordeel. Wat juridisch mag, kan moreel nog steeds stinken – en het besluit om voertuigen over te kopen voor 25% van de taxatiewaarde is niets minder dan eigenbelang en hypocrisie.

In het verleden werd schaamteloos misbruik gemaakt van de regeling waarmee ministers en hoge functionarissen overheidsauto’s konden overnemen voor een fooi – slechts 10% van de taxatiewaarde. Auto’s die met belastinggeld waren betaald, verdwenen voor een habbekrats in privébezit.

Om deze 'bunkopo-serie' te stoppen, werd de wet aangepast. Maar de nieuwe regels gingen pas in tijdens de huidige regeringsperiode. Dat uitstel bleek een gouden kans voor de vertrekkende bewindvoerders en hun medestanders. Zij sloegen nog snel hun slag, inclusief ministers die voortijdig opstapten of pas net waren begonnen.

En dat terwijl dezelfde toenmalige coalitie in november vorig jaar - bij de behandeling van de financiële wetten voor regering, DNA en de rechterlijke macht - luidkeels riep dat de regeling het land financieel zou beschermen, én toezegde er geen gebruik van te maken. Nu blijkt dat een groot deel tóch voertuigen kocht voor een kwart van de waarde. Juridisch toegestaan, ja. Maar moreel? Onverdedigbaar, ook al proberen enkelen zaken nog goed te praten. 


Politici maken de wetten. Toen de oppositie – zelf niet brandschoon – opriep om de wetswijziging direct in te laten gaan, werd dat genegeerd. Nu de zaak openbaar is, klinkt het bekende refrein: "Alles is volgens de regels gegaan." Maar het probleem is niet de wet, het probleem is het morele kompas.

We hebben dit eerder gezien. Denk aan de royale vergoeding van ruim SRD 130.000 bruto voor Assembleeleden, die in campagnetijd werd beloofd terug te draaien. Zodra de verkiezingen voorbij waren, sprak men opeens een andere taal. Want geld stinkt niet.

Het gevolg? De kloof tussen het volk en de 'partij vertegenwoordigers' wordt steeds groter. Politiek draait niet meer om dienstbaarheid, maar om privileges. Zolang beloften worden ingeruild voor persoonlijke voordelen, zal het vertrouwen in de politiek verder wegzakken.

Dit gaat niet alleen over twintig auto’s, of over de liters brandstof die jarenlang zijn misbruikt voor partij- en privébelangen. Het gaat over een mentaliteit die zegt: "Als ik het kan doen, doe ik het. Uitleg? Die verzin ik later."

En zolang dat de norm blijft, zal Suriname niet vooruitgaan, maar vastzitten in een moeras van mooie woorden en slechte daden. Want zolang politici wetten schrijven met potlood en hun eigenbelang in inkt, blijft het volk altijd de rekening betalen.

Nita Ramcharan