Meerdere militaire locaties in Irak zijn dinsdag getroffen door drone-aanvallen, waarbij twee belangrijke radarinstallaties van het leger zwaar beschadigd raakten. De Iraakse premier heeft een spoedig en grondig onderzoek bevolen naar de herkomst en toedracht van de aanvallen.

Volgens legerwoordvoerder Sabah al-Numan werden de twee zwaarst getroffen radarsystemen gelokaliseerd op Camp Taji, ten noorden van Bagdad, en op de Imam Ali-basis in de zuidelijke provincie Dhi Qar.

Hoewel de exacte herkomst van de drones nog onbekend is, meldden twee veiligheidsexperts dat het om kleine drones ging, vermoedelijk gelanceerd vanuit nabijgelegen locaties.

Controle Iraakse strijdkrachten
In totaal waren zes militaire locaties het doelwit van de aanvallen. Op vier locaties slaagden Iraakse veiligheidstroepen erin de drones tijdig te onderscheppen voordat ze schade konden aanrichten. Bij geen van de incidenten vielen gewonden.

De aangevallen bases staan volledig onder beheer van Iraakse veiligheidstroepen, aldus de woordvoerder.

Onderzoek ingesteld
Premier Mohammed Shia’ Al Sudani heeft opdracht gegeven tot een onmiddellijk onderzoek. De autoriteiten hopen snel duidelijkheid te krijgen over de oorsprong van de drones en het motief achter de aanvallen. De situatie vergroot de zorgen over de kwetsbaarheid van Iraakse militaire infrastructuur in een periode van verhoogde regionale spanningen.