Granman van de Kwinti's, Remon Clemens.
De dierbare herinneringen van economische opleving en gemeenschapsontwikkeling zoals in de jaren zestig vanwege de bugrumaka palmindustrie tijdens het West Suriname/Bakhuis bauxietproject, blijven nog een wonderlijke droom voor de  Kwinti’s. Deze gigantische ontwikkeling is door de Binnenlandse Oorlog kapotgeschoten. Sindsdien hebben de Kwinti’s nooit meer zo'n economische voorspoed en ontwikkeling gekend. 

Het opperhoofd van de kleinste in aantal van de zes marronstammen in Suriname, Remon Clemens, zegt in gesprek met Starnieuws dat hij de ontwikkeling niet op eigen kracht op gang kan brengen. Hij heeft hulp van de centrale overheid nodig om zaken tot werkelijkheid te maken. Zo blijft hij hameren op de infrastructurele zaken die opgepakt dienen te worden. Het gaat om de weg en de aanmeersteigers. De weg naar Witagron en Kaaimanston verdient serieuze aandacht. Het intensieve verkeer van trucs met boomstammen is een doorn in het oog. Nu de regentijd is aangebroken, houdt de granman zijn hart vast.

Verder is er op het gebied van de gezondheidszorg, onderwijs en agrarische sector, nog heel veel werk aan de winkel. Het ontberen van een logeergebouw ziet hij ook als tegenvaller. Deze punten zijn reeds onder de aandacht gebracht van de regeringsleider en de vicepresident. Volgens Clemens heeft de president de toezegging gedaan; de uitvoering blijft echter uit. Daarvoor heeft het opperhoofd wel begrip, vooral met het oog op de slechte economische situatie in het land.

Deze basale zaken ziet hij graag gerealiseerd worden. De gemeenschapsontwikkeling moet met reuzenschreden  worden aangepakt, laat het opperhoofd optekenen. De gloriemomenten van zijn tienerjaren, toen er nog sprake was van werkgelegenheid, productie en economische bloei, wil hij weer beleven.