Op dit moment woedt er in Nederland een maatschappelijk debat over het koloniale en slavernijverleden. Op 14 juni heeft de Nederlandse regering de onafhankelijkheid van Indonesië op 17 augustus 1945 de facto erkend. Eerder heeft de voormalige minister van Buitenlandse Zaken namens de Nederlandse overheid een de facto aanvaarding van 17 augustus 1945 als onafhankelijkheidsdag van Indonesië gedaan.
Dit is slechts een feitelijke erkenning en geen juridische erkenning. De Verenigde Naties zullen nog steeds 29 december 1949 als onafhankelijkheidsdag aanhouden en zonder juridische erkenning zal Indonesië gehinderd worden in het eisen van (financiële) compensaties aan Nederland. Opnieuw maakt de Nederlandse regering gebruik van een woordspeling. In werkelijkheid zullen er niet veel veranderingen plaatsvinden. Daarom is de erkenning van afgelopen woensdag misleidend.
Symbolische erkenning
De proclamatie van Indonesië heeft Nederland een bloedige poging tot herkolonisatie ondernomen, waarbij de Staat meerdere malen is veroordeeld wegens oorlogsmisdaden in die periode. Een juridische erkenning van 17 augustus 1945 zou ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor het proces van het herstellen van het koloniale verleden in Indonesië. Dit zou namelijk betekenen dat Nederland na de onafhankelijkheid een soevereine Staat heeft aangevallen, wat als een oorlogsmisdaad wordt beschouwd. Dit zou een juridische omwenteling in het rechtssysteem veroorzaken, waarbij recht en onrecht opnieuw zouden worden gedefinieerd, tot nadeel van Nederland.
4,5 miljard guldenIn Indonesië wordt de onafhankelijkheid van 17 augustus 1945 jaarlijks groots gevierd. De datum die Nederland en de Verenigde Naties hanteren, 29 december 1949, betekent niets voor hen. Een juridische erkenning zou deze datum ongeldig verklaren en daarmee zouden de gemaakte afspraken herzien kunnen worden. In plaats van dat Nederland Indonesië herstelbetalingen heeft gedaan voor 350 jaar van uitbuiting en onderdrukking, werd Indonesië afgeperst en moest het betalen voor zijn onafhankelijkheid als onderdeel van de soevereiniteitsoverdracht.
Het bedrag van de betalingen van 4,5 miljard gulden die Indonesië destijds aan Nederland heeft gedaan, was destijds ter hoogte van het Marshallplan. Met andere woorden, Indonesië heeft de wederopbouw van Nederland betaald. Ook Haïti is een land dat herstelbetalingen heeft moeten doen aan zijn voormalige kolonisator. Het aflossen van deze enorme schuld aan Frankrijk had een verwoestende impact op de Haïtiaanse economie en belemmerde de ontwikkeling van het land. Door een juridische erkenning zou Indonesië niet alleen herstelbetalingen voor de onafhankelijkheidsoorlog kunnen eisen, maar zij zouden ook de 4,5 miljard kunnen terugvorderen.
Versoepeling compensaties Indonesische nabestaandenBij de feitelijke erkenning heeft Nederland aangegeven de compensaties voor Indonesische nabestaanden te versoepelen en te verlengen. In 2021 heeft de Nederlandse Staat een schadevergoeding van €5.000 aangeboden aan de weduwen en kinderen van de geëxecuteerde Indonesiërs door het Nederlandse leger. Naast het feit dat de schadevergoeding natuurlijk veel te laag is, krijgen zij slechts 5 jaar de tijd om hier aanspraak op te maken. Maar in Indonesië is men helemaal niet geïnformeerd over deze regeling. Nederland doet minimale moeite om compensatie aan de slachtoffers te bieden, omdat er verder geen actie wordt ondernomen om de nabestaanden op de hoogte te stellen van deze regeling.
De koloniale erfenis van de etnische spanningen Een volledige erkenning zou je dit niet kunnen noemen. Indonesië was de meest winstgevende kolonie van Nederland. Een juridische erkenning zou grote financiële gevolgen kunnen hebben voor Nederland. Daarnaast zou de proclamatie van West Papua en de Republik Maluku Selatan, die door aanhangers van het koloniale bewind werd uitgeroepen, een andere betekenis krijgen in Nederland. Nederland wilde deze kostenpost niet kwijt en met de erkenning van 17 augustus 1945 kan het voormalige moederland niet meer om het feit heen dat de proclamaties een neo-koloniale missie waren.
Indonesië kampt nog steeds met deze verdeel-en-heerspolitiek van het koloniale verleden. Vanwege het apartheidsstelsel tijdens de koloniale bezetting, kampt het land nog steeds met etnische spanningen en gewapende conflicten. Als Nederland dit feit zou erkennen, zou dit een stap vooruit kunnen betekenen in de vooruitgang van de materiële omstandigheden van Indonesië.
Erkenning en excuses in wiens belang?Eerder in 2020 bood Koning Willem-Alexander zijn excuses aan voor het extreme geweld tijdens de onafhankelijkheidsoorlog tussen 1945-1949 tijdens een staatsbezoek aan Indonesië. Hiermee gaf hij echter geen erkenning dat het geweld in Indonesië op zichzelf al extreem was, maar bood hij alleen excuses aan voor het extreme geweld. Alsof normaal geweld acceptabel is. Het kolonialisme op zichzelf is al een fundamentele ontkenning van de mensenrechten, zoals beschreven in de UN General Assembly Resolution 1514 (XV).
Wel of geen geweld, de aanwezigheid van Nederland in Indonesië is al een misdaad op zich. De excuses van de koning
zijn misleidend en koloniaal, omdat ze het gebruik van geweld en de invasie legitimeren, enkel om diplomatieke en economische banden met Indonesië te verbeteren.
Aangezien Nederland en Suriname een gemeenschappelijke voormalige kolonisator hebben, overlappen deze ontwikkelingen en thema's ook met Suriname. De feitelijke erkenning van de onafhankelijkheid van Indonesië draagt wederom nu meer bij aan de belangen van Nederland en zijn internationale relatie met Indonesië, nu het economisch slecht gaat met Europa. Het draagt echter niet daadwerkelijk bij aan het dekolonisatieproces van het land.
Christa Wongsodikromo
Wongsodikromo is 4e generatie Javaans-Surinaamse diaspora. Zij is onafhankelijk onderzoeker en gastdocent aan de University of Michigan over het koloniaal verleden van Suriname en Indonesië.