Terwijl intern fel wordt gedebatteerd over de uitspraken van Jennifer van Dijk-Silos, kijkt de wereld al langer met een telescoop naar Suriname. Niet vanwege retoriek, maar vanwege feiten. Het land komt structureel voor in internationale rapporten over drugshandel, witwasrisico’s, zwakke rechtshandhaving en de verwevenheid van criminele netwerken met staatsstructuren.

Suriname is een bekende schakel op de route van Latijns-Amerikaanse cocaïne naar vooral Europa. Rapporten van de Amerikaanse State Department, Interpol, de OAS, de Financial Action Task Force (FATF) en Transparency International noemen het land kwetsbaar, met beperkte controle op geldstromen, hoge corruptierisico’s en een ontoereikende aanpak van de georganiseerde misdaad. FATF heeft herhaaldelijk scherpe aanbevelingen gedaan op het gebied van witwasbestrijding en terrorismefinanciering.

Illegale droppings in het binnenland, obscure airstrips en vermoedens van informatielekken vanuit officiële instanties zijn geen incidenten – ze vormen een patroon. Zonder medeweten of medewerking van mensen binnen het systeem zouden zulke operaties ondenkbaar zijn. En hoewel af en toe een toestel wordt onderschept of een landingsbaan vernietigd, blijven de netwerken grotendeels buiten schot. De grote jongens zien zelden de binnenkant van een cel.

Er zijn zelfs gevallen van justitiële functionarissen die tegen de lamp zijn gelopen, maar veel zaken worden in stilte afgehandeld of verdwijnen in mistige doofpotten. Als burgers dit al lang aanvoelen, mag het niet verbazen dat een oud-minister van Justitie en Politie, en voormalig voorzitter van de Nationale Risk Assessment, dat ook benoemt. Jennifer van Dijk-Silos staat bekend om haar meedogenloze stijl, maar ze weet waarover ze spreekt.

De reactie van de korpsleiding – juridisch dreigen in plaats van inhoudelijk reageren – versterkt het beeld dat kritiek liever wordt gesmoord dan weerlegd. Dat is niet zonder risico. Internationale waarnemers volgen dit soort signalen met belangstelling. Want wie geloofwaardigheid verliest op het vlak van integriteit, verliest ook toegang tot financiële systemen, investeerders en multilaterale steun.

De kernvraag is dus niet of Van Dijk-Silos te hard heeft gesproken, maar of de instituties de moed hebben om haar boodschap onder ogen te zien. Kritiek mag onaangenaam zijn, maar als de inhoud raakt aan wat velen fluisteren, moet ze serieus worden genomen. De kern van waarheid mag niet worden verdoezeld door selectieve verontwaardiging, waarbij de kop in het zand wordt gestoken.

Een sterke rechtsstaat herken je niet aan hoe snel hij kritiek juridiseert, maar aan hoe open hij zichzelf durft te onderzoeken. Suriname heeft geen behoefte aan gezichtsverlies, maar aan gezichtsherstel. En dat begint bij erkenning van wat misgaat – niet bij het afschieten van de boodschapper.

Nita Ramcharan