In de Bijbel staat het helder:
Gij zult niet stelen.
Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.
Gij zult niet begeren wat van uw naaste is.


Duidelijke richtlijnen. Tijdloos. Maar als we eerlijk kijken naar de Surinaamse samenleving vandaag, dan zien we iets anders. Die oude geboden zijn niet verdwenen, maar wel verdampt in onze dagelijkse praktijk. Vooral onder jongeren groeit het gevoel dat alles kan, alles mag — zolang je ermee wegkomt.

Stelen
wordt niet meer gezien als fout, maar als een slimme manier om "je ding te fixen". Of het nu gaat om corruptie op hoog niveau, kleine fraude bij het werk, of het afpakken van andermans idee zonder erkenning — het is allemaal een vorm van nemen wat niet van jou is.

Valse getuigenis?
Die leeft op elke hoek van sociale media. Mensen praten elkaar na, delen roddels alsof het feiten zijn, beschadigen reputaties zonder bewijs. Het maakt niet uit of het klopt — als het lekker klinkt, is het genoeg. Waarheid is ondergeschikt geworden aan sensatie.

En dan begeren wat van een ander is – dat lijkt bijna normaal. Het huis, de vrouw, de auto, het geld, de status. Jongeren groeien op in een cultuur waarin je succes moet uitstralen, zelfs als je het niet hebt. Je moet "schijnen", liever dan "zijn".

Maar wat gebeurt er als iedereen probeert te pakken in plaats van te bouwen? Als waarheid een mening wordt, en eerlijkheid iets voor sukkels?

Dan vervagen de normen. En als de normen vervagen, stort het vertrouwen in elkaar in. In de klas, in de wijk, in de politiek, op het werk. De samenleving raakt dan niet alleen verdeeld — ze raakt uitgehold.

Misschien moeten we die oude geboden niet zien als religieuze regels. Een samenleving zonder normen wordt een samenleving zonder ruggengraat.

In een samenleving waar steeds meer te koop lijkt – je tijd, je principes, zelfs je geweten – is het misschien tijd om stil te staan bij de ‘gij zults’. Niet als ouderwetse geboden van bovenaf, maar als morele ankers van binnenuit. Richtlijnen die niet schommelen met de waan van de dag, maar ons helpen koers te houden wanneer alles om ons heen vervaagt.

Deze geboden – gij zult niet stelen, gij zult niet liegen, gij zult niet begeren wat van een ander is – klinken misschien Bijbels, maar ze leven in elke religie en cultuur, al is het soms met andere woorden. Van het Hindoeïstische ahimsa en satya, tot de Islamitische principes van rechtvaardigheid en eerlijke omgang, tot de spirituele waarden van de inheemse tradities in ons eigen Suriname — overal weerklinkt dezelfde roep: Wees eerlijk. Wees rechtvaardig. Wees menselijk.

De woorden mogen verschillen. De waarheid blijft dezelfde.

Indra Toelsie