Vernieuwingen of business as usual
31 May 2020, 04:41
foto


Onlangs is er een onderzoek verricht over waarden in Suriname (Suriname National Values Assessment 2020). De huidige cultuurwaarden in Suriname zijn doorspekt van ‘angst’. Professor James Heskett van Harvard zegt heel terecht: ‘If fear is used for short-term achievement, it can have a damaging long-term effect’. Het gevoel dat mij bekruipt is dat de partijen die een coalitie gaan vormen uit ‘angst’ snel zijn overgegaan tot formatie en vooral het verdelen en zelfs creëren van posten. De angst is enerzijds te begrijpen vanwege de vele geruchten over omkoperij. Anderzijds zou de angst niet dusdanig moeten overslaan dat men vergeet om te komen tot goed beleid en daarmee bedoel ik het implementeren van strategische hervormingen die in het belang zijn van Suriname. 

Het is een feit dat het overheidsapparaat te omvangrijk is (in mei 2019 was het ambtenarenbestand 39.468). Ruim 48,5% van de inkomsten van de overheid (leningen niet meegerekend) worden besteed aan personeelskosten. Reeds in 1994 werden er twee afvloeiingsprogramma's voor Suriname opgesteld door het Centraal Staforgaan voor Formatiezaken en Efficiëntie en het Warwick Research Instituut. Helaas zijn tot op heden geen van beide plannen uitgevoerd. Het hoofddoel van al deze plannen was om ‘een kleinere, meer efficiënte en meer slagvaardige overheid te creëren’. De ideale omvang van het apparaat zou volgens deze studies rond de 20.000 ambtenaren zijn. Dit is in lijn met een inschatting van de Stichting ter bevordering van de studie van de Surinaamse economie (Stuseco). 

De vraag is uiteraard als het nodig is om het staatsapparaat te hervormen. Ik citeer uit een studie van de IDB: ‘een staatsapparaat dat veel geld kost en bureaucratisch slecht presteert is in het bijzonder schadelijk voor ontwikkelingsresultaten en de vooruitzichten daarop’. Een studie van Commander en collega’s liet zien dat: ‘een land met een onevenredig groot staatsapparaat en een ambtenarenapparaat van lage kwaliteit, zal gemiddeld ongeveer 239 jaren nodig hebben om zijn BBP per hoofd van de bevolking te verdubbelen, in tegenstelling tot 22 jaar in het gunstigste scenario van een staatsapparaat van hoge kwaliteit en klein omvang’. Kortom, de hele Surinaamse samenleving lijdt onder een groot en inefficiënt ambtenarenapparaat. Dit is de reden waarom wij snel moeten overgaan tot Public Sector Reform. 

Er zijn quick wins (deels opgenoemd in de eerder genoemde plannen) op kort termijn mogelijk: 
1. Een personeelsstop voor wat betreft lager en midden kader (deze zijn nu oververtegenwoordigd bij de overheid). Een schatting is dat een aannamestop de betaalstaat met minimaal 10 procent zal reduceren binnen 5 jaren.
2. Alle ‘spookambtenaren’ te verwijderen uit het ambtenarenbestand. Ervaring in andere landen toont aan dat het wegwerken van spookambtenaren de betaalstaat met 5 tot 10 procent kan reduceren. 
3. Alle ambtenaren die 3 maanden voor de verkiezingen in dienst zijn genomen ontslag te geven (ze krijgen als compensatie 3 maanden doorbetaald), gezien we ervan mogen uitgaan dat het merendeel politieke regelarij betreft en bovendien waren ze tot voor kort niet afhankelijk van de overheid. 
4. Een direct verbod op dubbele functies en het snijden in de royale ‘voorzieningen’ van gewezen politieke functionarissen (ongeacht welke regeerperiode de mensen aan de macht waren). 

De besparing van bovenstaande maatregelen zal naar schatting (na 5 jaren) iets meer dan 500 miljoen SRD opleveren op jaarbasis (uitgaande van de personeelskosten in 2020 van 3200 miljoen SRD). Dit betekent 500 miljoen extra om te investeren in onderwijs, de gezondheidszorg en vooral de productieve sector (zodat meer ambtenaren daar te werk kunnen worden gesteld en de besparingen verder oplopen). 

Voor de formatie van de regering, zou men al akkoord moeten gaan met bovenstaande maatregelen en met het drastisch terug brengen van het aantal ministeries. Het aantal ministeries van 16 zou makkelijk terug kunnen worden gebracht naar 11 ministeries (en in elk geval niet worden verhoogd naar 18). Een strategisch voorstel:
1. Ministerie van Binnenlandse Zaken
2. Ministerie van Regionale Ontwikkeling
3. Ministerie van Buitenlandse Zaken en Handel
4. Ministerie van Financiën 
5. Ministerie van Economische Zaken 
6. Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij
7. Ministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken 
8. Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur
9. Ministerie van Sport en Volksgezondheid
10. Ministerie van Veiligheid
11. Ministerie van Openbare Werken, Ruimtelijke Ordening en Transport 

Het lijkt er echter op dat de voorspelling van de IDB uitkomt: ‘over het algemeen heeft het faciliteren van de vorming van politieke coalities meer gewicht in de schaal gelegd dan overwegingen van doelmatigheid’. Het lijkt dus weer business as usual in plaats van het doorvoeren van vernieuwingen in landsbelang. Maar het is nog niet te laat, het spreekwoord zegt beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.   

Jaïr Schalkwijk
Opleidingscoördinator Master Social Development & Policy
Advertenties