Het Bureau Openbare Gezondheidszorg (BOG) heeft op 18 november zijn 98-jarig bestaan gevierd. Tijdens de plechtigheid werd ook de soft opening van het nieuwe BOG-gebouw gehouden. Volgens minister André Misiekaba van Volksgezondheid, Welzijn en Arbeid,  symboliseert het nieuwe onderkomen de bereidheid van het BOG om met vertrouwen de toekomst in te gaan. 

“Het is een tastbaar bewijs dat het BOG niet enkel vasthoudt aan haar verleden, maar vol overtuiging de toekomst instapt,” zei de minister. Hij benadrukte dat het BOG de ruggengraat van de preventieve gezondheidszorg in Suriname vormt. “De investering in de gezondheid van Suriname begint bij het werk dat hier wordt verricht.”
De minister stond stil bij de belangrijke mijlpalen van het BOG, waaronder de cruciale rol van het Centraal Laboratorium tijdens de COVID-19-pandemie. Dit lab was het eerste in het Caribisch gebied dat de diagnosecapaciteit voor COVID-19 kon opstarten. “Dat was geen toeval, maar het resultaat van jarenlange toewijding,” aldus Misiekaba.

Met de oplevering van het nieuwe gebouw en interne verhuizingen is volgens de minister een solide basis gelegd voor de komende decennia. Hij kondigde tegelijkertijd een ambitieuze koerswijziging aan: het BOG moet uitgroeien tot het toonaangevende Nationale Kennis- en Onderzoeksinstituut voor Volksgezondheid in Suriname. “Wij gaan een nieuwe fase in, waarin we niet langer genoegen nemen met het enkel registreren van ziekten. Het BOG moet de intellectuele motor worden achter de volksgezondheid,” zei hij.

Waarnemend directeur Radjesh Ori stond stil bij de ontwikkeling van het BOG door de jaren heen. “98 jaar is een respectabele leeftijd. Het BOG is in die tijd uitgegroeid tot een begrip in de samenleving en is niet meer weg te denken,” aldus Ori. Hij gaf een korte toelichting op het huidige werk van de organisatie en de plannen die in de komende periode verwezenlijkt moeten worden. 

Misiekaba benadrukte dat echte verandering niet in stenen ligt, maar in de inzet en deskundigheid van de medewerkers. De uitdagingen binnen de volksgezondheid blijven groot, maar de minister toonde vertrouwen in het team van het BOG. “Als we deze wetenschappelijke transformatie omarmen, zullen de resultaten — een gezonder en productiever Suriname — het meer dan waard zijn.” Hij sloot af met een oproep tot gezamenlijke inzet: “Ik heb het volle vertrouwen in u. Laten wij samenwerken, ambitieus zijn, en van het BOG de trots maken van de Surinaamse wetenschap en volksgezondheid.”