Terwijl Suriname zich opmaakt om vijftig jaar onafhankelijkheid te vieren, staan we opnieuw aan de vooravond van een historisch moment — vergelijkbaar met onze ambitie om ons te kwalificeren voor het eerstvolgende WK. 
De vooruitzichten op economische groei, nieuwe inkomstenstromen voor de overheid vanaf 2028 en de reeds zichtbare kansen voor een groep lokale ondernemers zijn positief en scheppen hoop. 

Maar juist in deze fase is het belangrijk om eerlijk te blijven over de uitdagingen die daarbij horen. Niet om te bekritiseren, maar om tijdig te waarschuwen én te voorkomen dat de opkomende kansen vooral niet alleen ten goede komen aan een kleine groep, terwijl een groot deel van de samenleving juist onder druk kan komen te staan —
ironisch genoeg door dezelfde economische vooruitgang. 

Economische groei heeft ook keerzijden
Een instroom van kapitaal is op zichzelf gunstig, maar binnen de olie- en gassector brengt zij onvermijdelijk minder positieve neveneffecten met zich mee. Internationale ervaring leert dat prijzen voor huisvesting, grond, voeding en diensten vaak stijgen wanneer de economie snel groeit. Dat hoeft geen gevaar te zijn, maar het wordt een probleem als de samenleving er niet op wordt voorbereid. 

Precies daar ligt mijn zorg. Want hoewel de contouren van groei zichtbaar zijn, blijven concrete en gecoördineerde
beleidsacties — vooral tussen ministeries onderling en in de interactie met de private sector — nog beperkt. De intenties zijn er, maar de samenhang moet sterker. Zonder die integratie ontstaat er ruimte voor ongelijkheid en een toenemende druk op huishoudens met lage en middeninkomens. 

Deze waarschuwing is op zijn plaats omdat het risico reëel is dat binnen twee tot drie jaar:
 de kosten van levensonderhoud merkbaar stijgen;
 huisvesting schaarser en duurder wordt;
 bepaalde sectoren disproportioneel profiteren;
 De gewone burgers de minder positieve impact voelen nog vóórdat zij de
    voordelen ervaren.

Dit is geen kritiek op de regering; zij staat nog aan het begin van haar traject. Het is een signaal dat wij nu al moeten zorgen voor samenhang, zodat groei niet alleen zichtbaar is op papier, maar ook een breed sociaal draagvlak heeft.

Gerichte samenwerking is cruciaal
Om groei breed, eerlijk en beheersbaar te houden, is sterke afstemming nodig tussen:
 economische planning
 sociale bescherming
 local content-beleid en de bredere spin-off voor de economie
 onderwijs en vaardigheden
 investeringsprikkels
 regionale ontwikkeling
Wanneer deze domeinen los van elkaar bewegen, ontstaan gaten waar gewone Surinamers de gevolgen van zullen dragen. Maar wanneer we elkaar versterken, ontstaat een duurzame economie waarin iedereen kan meegroeien.

Vijftig jaar onafhankelijkheid verplicht ons tot vooruitdenken. Mijn oproep is eenvoudig maar dringend:
Het is nu de tijd om beleid stevig en gestructureerd te coördineren vanuit de publieke en private sector. We hebben nog weinig tijd om te voorkomen dat economische groei omslaat in extra druk en uiteindelijk in groeiende ontevredenheid bij de gewone burger. Tijd om te zorgen dat de bevolking voorbereid, beschermd en betrokken is. Niet over twee jaar. Niet wanneer de prijzen al stijgen, maar nu vóórdat de economie zich versnelt ontwikkeld.

De kansen zijn groot, maar de verantwoordelijkheid is nog groter. Suriname kan deze transitie aan, mits wij gezamenlijk als volk de regie nemen. Het is niet alleen de taak van de regering, de president, de vicepresident, ministers of DNA-leden. Het is ook de taak van de private sector, de bedrijven, de vakbonden, de verpleegkundigen, de marktverkopers, de dorpskapiteins — kortom iedereen.

Dit is ónze toekomst. We moeten het echt samen doen!

Orlando Olmberg