In vier jaar
tijd is de schuldenlast van Suriname bijna verdubbeld. Was de staatsschuld in
2015 nog 43% van het bbp, in 2019 bedroeg het 75%. Suriname kan zijn schulden
ook niet betalen, doordat de verhouding tussen rente en overheidsinkomsten is
gestegen van 7,3% (2015) naar 15,6%. Ratingsbureau Moody's verwacht dat de
schuldenlast van Suriname in 2021 -volgend jaar- rond de 81% van het bbp zal
liggen; "hoger dan verwacht".
De
kredietbeoordelaar verwacht dat in de komende jaren het rond dat niveau zal
blijven, waarbij de betaalbaarheid van schulden de komende twee jaar 20% van de
overheidsinkomsten dekt. De economische en financiële gevolgen van de pandemie
van het coronavirus, samen met de bestaande institutionele tekortkomingen die
de doeltreffendheid van het beleid beperken, zullen de inspanningen tot
begrotingsconsolidatie beperken, schrijft Moody's in zijn jongste beoordeling
voor Suriname. Komt nog bij dat Suriname blootgesteld is aan
wisselkoersschokken doordat een groot deel van zijn overheidsschuld in vreemde
valuta is.
Naast de
hogere uitgaven in verband met de coronaviruspandemie, voorspelt Moody's een
grotere druk op de uitgaven in de aanloop naar de algemene verkiezingen op 25
mei. In de eerste helft van 2020 zal er dus sprake zijn van hogere
overheidsuitgaven. Veranderingen in de grondstoffenprijzen waar Suriname van
afhankelijk is - goud en olie - zullen uitdagingen opleveren voor het fiscaal
beheer van het land. Bovendien wordt de regering beperkt in haar uitgaven,
gezien een relatief hoog gedeelte van de uitgaven gaan naar lonen en
rentebetalingen. Dus voorspelt Moody's
een begrotingstekort van 9,2% van het bbp en in 2021 een tekort van 7,8%.
De
kredietbeoordelaar heeft zijn rating voor Suriname in navolging van Fitch
Ratings en Standard & Poor's naar beneden bijgesteld, van B2 naar B3 en de
vooruitzichten van stabiel naar negatief.