Fernald: Eenduidige Ontwikkelingsvisie (slot) 
05 Feb 2020, 04:12
foto
Ivan Fernald


 Rubriek: Onderwijsvernieuwingen onder het vergrootglas

De ontwikkelingsrichting die wij opgaan zal bepalend zijn voor onze toekomst. Het beleid van de regering is niet altijd consistent.  In het strategisch beleidsplan 2017-2022 is de volgende visie geformuleerd: “In 2022 is het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur leidinggevend in de Caricom voor wat betreft structuur, management en performance op het gebied van hoogwaardig, mensvriendelijk onderwijs, cultuurontwikkeling en wetenschap, met het oog op het afleveren van competente burgers”. 
Deze visie is nogal ambitieus en niet realistisch. Voor zover mij bekend zijn er geen doelgerichte acties ondernomen en is er geen tijdlijn uitgezet met indicatoren om de visie voor 2022 gestalte te geven en leidinggevend te zijn in de Caricom. 

Kenniseconomie
In de jaarrede 2019 maakt president Bouterse er gewag van dat de samenleving gestoeld zal zijn op een kenniseconomie. Het wekt daarom bevreemding dat noch in de begroting van Onderwijs 2019 noch in de ontwerpbegroting 2020 er iets gezegd wordt over kenniseconomie. In de begroting 2018 (Memorie van Toelichting) wordt verwezen naar de visie en missie van het Strategisch Plan maar zulks komt in de Begrotingen 2019 en 2020 niet meer aan de orde. De inconsistentie is niet vertrouwenwekkend.

Wereldwijd wordt onderkend dat de productiefactor kennis, essentieel is voor de economische groei en belangrijk is voor de concurrentiepositie van een land. Onderwijs moet de vaardigheden ontwikkelen waar de kenniseconomie om vraagt. Suriname mag niet achterblijven en wij moeten beseffen dat het noodzakelijk is om eindtermen en gerichte curriculumaanpassingen te plegen als wij een serieuze keuze doen voor kenniseconomie. Relevante kennis is noodzakelijk maar competenties zoals probleemoplossend vermogen, kritische houding, creativiteit, samenwerken en zelfreflectie zijn onontbeerlijk om de huidige en toekomstige problemen het hoofd te bieden. 

Discontinuïteit van beleid
In de regeerperiode 2010-2020 hebben vijf ministers aan het roer gestaan op het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. Minstens vier directeuren van het departement hebben voortijdig het veld moeten ruimen.  Er is geen ander tijdvak te noemen waarin er zoveel bewindslieden zijn vervangen. Elke minister had bij de ambtsaanvaarding wat tijd nodig om zich te oriënteren en dat heeft enigszins geleid tot vertraging in de uitvoering van vernieuwingen. Bovendien had elke bewindsman een eigen stijl, stokpaardje en modus operandi. 

Raymond Sapoen, onderwijsminister van 2010-2012, was voorstander van computeronderwijs maar helaas kwam dat niet van de grond. Minister Ashwin Adhin die in juli 2013 Shirley Sitaldin verving, refereerde vaak aan het ‘concept van praktische relevantie’, zijn opvolger minister Peneux, stond bekend om zijn uitspraak: ‘korte metten- harde taal’. Dat liep uit op menig conflict met de vakbond. De huidige minister Lilian Ferrier, van huis uit kinderpsycholoog, laat er geen twijfel over bestaan: “Het kind staat centraal”. Hoe het ook zij, de vele mutaties van ministers zijn niet bepaald gunstig voor de sturing van het transformatieproces in het kader van de vernieuwingen. 

Suriname en Caricom
De staatshoofden van de Caricom hebben zich in 2017 verbonden aan ‘The Caricom Human Resource Development (HRD) Strategy paper 2030’. Het uitgangspunt is dat de ontwikkeling van het menselijk potentieel een essentiële factor is voor sociale en economische welvaart, regionale integratie en duurzame ontwikkeling. Caricom HRD Strategy 2030 vraagt grote hervormingen in de onderwijs- en opleidingsstelsels. Er zijn keuzes gemaakt voor kennisinhouden en competenties die broodnodig zijn om succesvol te zijn in de samenleving en de concurrentiepositie van de Caricom te versterken. Daartoe behoren o.a.: 
1. Technologische vaardigheden     
2. Probleemoplossend vermogen
3. Meertaligheid
4. Bereidheid tot verandering en transformatie  

Het streven is erop gericht om de onderwijsstructuur en de diploma's aan te passen aan de Caricom maatstaven. De vraag is in welke mate Suriname betrokken geweest is bij de voorbereidingen van de Caricom HRD Strategy paper 2030. Het is jammer dat slechts een handvol functionarissen op de hoogte is van de inhoud van het document. Bij navraag bleek dat de vakorganisaties, de onderwijsinstellingen, de stichtingen van de bijzondere scholen en de private sector het document niet kennen of er pas nota van namen nadat het ondertekend was.  Bovendien is er geen eenduidigheid en consequente redenering met betrekking tot koers en oriëntatie van ons onderwijs. 

Voor vernieuwingen van het basisonderwijs (Beip) is de keuze gemaakt voor aansluiting bij Caricom, maar in het hoger onderwijs is dat niet te merken. Bij de transformatie van de Lerarenopleiding- althans voor wat betreft het pre bachelor programma- worden niet de Caricom credit points gehanteerd, maar de studiepunten overeenkomstig de Europese standaarden. De ECTS- EUROPEAN CREDIT TRANSFER SYSTEM is het Europees systeem voor de overdracht en de accumulatie van studiepunten. MinOWC is niet consistent en kiest dus voor een uniforme beschrijving van het opleidingsaanbod, transparantie en vergelijkbaarheid met Europa en niet voor de Caricom academische erkenning van buitenlandse studieresultaten. Zonder eenduidig ontwikkelingsvisie zal er geen systematiek zijn in de vernieuwingen bij het onderwijs.

Ivan Fernald

In een 7-tal artikelen neemt Ivan Fernald de recente vernieuwingen in het onderwijs onder de loep. 
Advertenties

Saturday 20 April
Friday 19 April
Thursday 18 April