Eerste openbare kerstvieringen in Bethlehem sinds 2022 ondanks aanhoudend geweld

Duizenden mensen hebben op kerstavond voor het eerst sinds 2022 weer publiekelijk kerst gevierd in Bethlehem. De stad had de festiviteiten de afgelopen twee jaar afgelast of ingetoomd uit respect voor de duizenden doden tijdens Israël’s oorlog in Gaza, die door velen wordt bestempeld als genocide.

Families vulden het Mangerplein in de bezette stad, waar een grote kerstboom terugkeerde op het plein. Deze verving de eerdere kerststal met een afbeelding van de baby Jezus tussen puin en prikkeldraad, een symbool van de verwoesting in Gaza.

De vieringen werden geleid door kardinaal Pierbattista Pizzaballa, de hoogste katholieke leider in het Heilige Land. Hij arriveerde in Bethlehem vanuit Jeruzalem in de traditionele kerstprocessie en riep op tot "een kerst vol licht".

Scoutinggroepen uit verschillende plaatsen in de Westelijke Jordaanoever marcheerden door de straten van Bethlehem, waarbij ze doedelzakken bespeelden versierd met tartan en Palestijnse vlaggen.

Sinds het begin van de conflictueuze oorlog in Gaza voert het Israëlische leger bijna dagelijkse invallen uit in de Westelijke Jordaanoever. Hierbij worden duizenden Palestijnen gearresteerd en zijn bewegingsbeperkingen tussen steden sterk verscherpt. Palestijnen geven aan dat deze militaire aanwezigheid, wegafsluitingen en controleposten bezoekers afschrikken en het toerisme, een belangrijke pijler van de economie van Bethlehem, vrijwel lamleggen.

Het merendeel van de aanwezigen bij de kerstvieringen bestond uit lokale bewoners; buitenlandse bezoekers waren schaars. Volgens burgemeester Maher Nicola Canawati is de werkloosheid in Bethlehem sinds het begin van het conflict gestegen van 14 naar 65 procent. Als gevolg hiervan zijn rond de 4.000 inwoners vertrokken op zoek naar werk elders.

Voortdurende Israëlische invallen en kolonistenaanvallen
De terugkeer van kerstvieringen vindt plaats ondanks voortdurende militaire operaties en grootschalige invallen in de Westelijke Jordaanoever, ook na een fragiel staakt-het-vuren in Gaza in oktober dat herhaaldelijk door Israëlische troepen werd geschonden.

Deze invallen gaan vaak gepaard met massale arrestaties, huiszoekingen, sloopacties en soms zelfs dodelijk geweld.

De aanvallen door Israëlische kolonisten op Palestijnen zijn dit jaar het hoogst sinds de Verenigde Naties in 2006 begonnen met het registreren van dergelijke incidenten. Deze aanvallen omvatten moorden, mishandelingen en vernielingen, vaak onder bescherming van het Israëlische leger.

Woensdag trokken meer dan 570 Israëlische kolonisten onder politiebegeleiding het Al-Aqsa-moskeecomplex binnen in bezet Oost-Jeruzalem, meldde het Palestijnse persbureau Wafa. Palestijnen zien deze bezoeken als een schending van de langdurige status quo rond de op twee na heiligste plaats in de islam.

Daarnaast heeft het Israëlische veiligheidskabinet plannen goedgekeurd om 19 illegale nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever te formaliseren. Palestijnse functionarissen noemen dit een voortzetting van een decennialange politiek van landroof en demografische manipulatie.

De Britse regering, samen met Canada, Duitsland en andere landen, veroordeelde deze stap woensdag scherp. In een gezamenlijke verklaring riepen zij Israël op het besluit en de uitbreiding van nederzettingen terug te draaien. De verklaring waarschuwde dat zulke unilaterale acties niet alleen het internationaal recht schenden maar ook het risico op instabiliteit vergroten.