Het Comité Reparatie Slavernijverleden Suriname, onder leiding van Armand Zunder, zal woensdag samen met verschillende inheemse en Afro-Surinaamse organisaties, een petitie aanbieden aan het Kabinet van de President, vicepresident Gregory Rusland en DNA-voorzitter Ashwin Adhin. De petitie zal daarna ook worden overhandigd aan de Nederlandse ambassadeur Walter Oostelbos.

Brede samenwerking
De petitie is het resultaat van gesprekken tussen Surinaamse organisaties van nazaten van tot slaaf gemaakten en inheemse gemeenschappen. Deze gesprekken zijn gevoerd onder de paraplu van het Comité Reparatie Slavernijverleden Suriname, met ondersteuning van diverse netwerken in binnen- en buitenland.
Ook in Nederland werd ruggespraak gehouden met organisaties als de Federatie Afro Diaspora Netwerk, de Stichting Comité 1 juli 2013, de Nationale Reparatie Commissie Nederland en het Landelijk Platform Slavernijverleden onder leiding van Barryl Biekman, een van de toonaangevende stemmen in het debat over het Nederlandse slavernijverleden.

Volgens Zunder is de petitie bedoeld om recht en waarheid te laten zegevieren. “We willen niet dat onze kinderen en kleinkinderen, of de toekomstige generaties van het Nederlandse koningshuis, blijven worstelen met een onopgelost slavernijdossier,” zegt hij. Het aanbieden van excuses door koning Willem-Alexander in 2023 ziet hij als een belangrijke stap, maar ook als een uitnodiging tot dialoog over herstel, erkenning en verzoening.

Aanleiding: staatsbezoek van het koningspaar
De petitie is specifiek gericht op het aanstaande staatsbezoek van het Nederlandse koningspaar aan Suriname. Volgens Zunder en de betrokken organisaties biedt dit bezoek een uitgelezen kans om het gesprek over het Nederlandse slavernijverleden en herstelbetalingen op hoog niveau te voeren. “Het ijzer moet gesmeed worden als het heet is,” zegt Zunder. De organisaties pleiten ervoor dat vertegenwoordigers van de nazaten van tot slaaf gemaakten en inheemse volken deel uitmaken van het voorbereidingscomité dat het staatsbezoek coördineert.

Herstel is meer dan geld
In de petitie wordt benadrukt dat herstel niet alleen over financiële compensatie gaat, maar over een breed pakket van maatregelen die in overeenstemming zijn met internationale normen.
Zunder noemt vijf kerngebieden:
1. Restitutie – teruggave van gestolen land, eigendommen en culturele artefacten;
2. Vergoeding – financiële en morele compensatie voor de geleden schade;
3. Rehabilitatie – ondersteuning van getroffen gemeenschappen;
4. Tevredenheid – erkenning van het onrecht, waarheidscommissies en officiële excuses;
5. Garanties voor niet-herhaling – structurele hervormingen om herhaling van misbruik te voorkomen.

De organisaties willen dat er tijdens het staatsbezoek een plechtig moment van erkenning en excuses wordt ingelast, als vervolg op de woorden van koning Willem-Alexander op 1 juli 2023 bij het Nationaal Slavernijmonument in Amsterdam. “We moeten af van de krampachtigheid,” zegt Zunder. “Het gesprek mag niet langer worden uitgesteld. Ook de koning wil toekomstige generaties vrijwaren van trauma en taboe. Het is tijd om te werken aan een Herstelprogramma dat recht doet aan alle betrokkenen.”

Een kwestie van fatsoen en verantwoordelijkheid

In de petitie wordt gesteld dat het niet langer gepast is om volgende generaties op te zadelen met een eeuwig slepend debat over het koloniale verleden. Het is tijd om de waarheid onder ogen te zien en verantwoordelijkheid te nemen, zowel in Suriname als in Nederland. De organisaties wijzen erop dat de weerstanden in internationale gremia, zoals de Verenigde Naties, jarenlang hebben bijgedragen aan vertraging van het proces. Al sinds de jaren zeventig proberen Afro-diasporaorganisaties erkenning te krijgen voor de trans-Atlantische slavenhandel en kolonialisme als misdaden tegen de menselijkheid. Pas in 2001, tijdens de Derde Wereldconferentie tegen Racisme in Durban (Zuid-Afrika), werd dit officieel erkend – dankzij de aanhoudende strijd van Afrikaanse leiders, Pan-Afrikanisten en maatschappelijke bewegingen wereldwijd.

Zunder wijst erop dat de strijd voor erkenning en rechtsherstel sindsdien is voortgezet door nieuwe generaties activisten en gemeenschappen, en dat Nederland als voormalige kolonisator daarin een actieve verantwoordelijkheid heeft.
“Het is niet meer houdbaar dat nazaten van de daders doen alsof dit verleden hen niet aangaat,” stelt hij. “Opeenvolgende generaties hebben bijgedragen aan het stilhouden van dit dossier – in de politiek, in het onderwijs en in het collectieve bewustzijn.”

Het historische onrecht blijft voelbaar
De petitie verwijst ook naar het structurele onrecht na de afschaffing van de slavernij. In 1863 werden de tot slaaf gemaakten officieel vrij verklaard, maar hun “vrijheid” werd pas tien jaar later effectief, na een periode van Staatstoezicht waarin zij verplicht bleven werken voor hun voormalige eigenaren. De compensaties die de Nederlandse staat destijds uitkeerde, gingen uitsluitend naar de slavenhouders – niet naar de vrijgemaakten. Dat historische onrecht, zegt Zunder, werkt tot op heden door in de sociaaleconomische ongelijkheid en culturele marginalisatie van de nazaten.

Tijd voor volwassen dialoog
Zunder besluit met een oproep tot volwassenheid en wederzijds respect. De petitie vraagt niet om wrok of schuld, maar om verantwoordelijkheid en heling. “De tijd van wegkijken is voorbij,” zegt hij. “We moeten de moed hebben om over dit heikele onderwerp heen te stappen. Alleen door open en eerlijk te praten, kunnen we de erfenis van het slavernijverleden rechtzetten en onze kinderen een toekomst geven zonder schaduw van schuld of schaamte.”

“Recht en waarheid maken vrij,” besluit Zunder. “Het gesprek over herstel is niet iets wat we langer kunnen vermijden – het is de sleutel tot ware verzoening tussen volkeren die ooit door onrecht zijn gescheiden.”