Elke keer als ik die trolleys zie vol Surinaamse producten, vraag ik me af: wat zit er eigenlijk achter die drang om het thuisland zo tastbaar mee te nemen? Voor velen is het meenemen van Surinaamse lekkernijen niet zomaar boodschappen doen, maar een manier om het hart te voeden en verbonden te blijven met hun roots.

De beelden blijven me bij: Nederlanders met Surinaamse roots die met trolleys, tassen en zakken vol stukjes Suriname de luchthaven verlaten. Na een verblijf van twee weken of langer in hun geboorteland zou je denken dat hun smaakpapillen verzadigd zijn van de rijke Surinaamse keuken. Toch slepen ze die boodschappen mee, alsof de heimwee hen steeds weer opjaagt.

Surinaamse producten zijn immers volop te vinden in toko’s in Den Haag, Amsterdam en Rotterdam. Voor wie in provincies woont zonder toko, is het begrijpelijk dat ze producten meenemen. Maar wat drijft de rest?

Het antwoord gaat veel verder dan het vullen van de maag. Het is nostalgie en emotie die deze consumptie aanwakkert. Sentiment consumption roept herinneringen en gevoelens op, terwijl emotional consumption wordt ingezet om emoties te ervaren, te beïnvloeden of te verzachten.

Met een fles Fernandes-soft of een verse Fernandes-bol proeven ze niet alleen smaken, maar houden ze de band met hun geboorteland levend. Ook al wonen ze al tien, twintig of dertig jaar in Nederland, het Suriname-gevoel blijft onuitwisbaar. Sommigen proberen het te onderdrukken, maar dat is een persoonlijke keuze — een stukje persoonlijke vrijheid.

Die verbondenheid gaat verder dan producten alleen. Elk jaar reizen veel Nederlanders van Surinaamse afkomst rond de jaarafsluiting terug naar Suriname om deel te nemen aan unieke festiviteiten, zoals het Pagara Festival. Het is een explosie van vreugde en saamhorigheid, alsof het de laatste dag van hun leven is. Die intensiteit van vieren en samenkomen vult een diepe behoefte aan verbondenheid met het thuisland.

Ook in Nederland zelf worden deze gevoelens levend gehouden. Het Kwakoe Festival, bijvoorbeeld, dat in 1975 begon als een kleinschalig voetbaltoernooi voor Surinaamse jongeren in Amsterdam-Zuidoost die niet op vakantie konden gaan. Het evenement groeide snel uit tot een multicultureel festival, bekend om de levendige sfeer, muziek, dans, eten, sport en debat. Het festival probeert een leegte te vullen en de gemeenschap te verbinden. Evenementen zoals de Surinaamse onafhankelijkheidsdag worden in groepen herdacht, zodat de band met het land en elkaar blijft bestaan, ook ver van huis.

Zelfs belangrijke levensmomenten zoals trouwen vinden voor velen in Suriname plaats. Wie het zich kan permitteren, keert terug om die mijlpaal te vieren, ondanks de hoge reiskosten. Het is een krachtige bevestiging van de emotionele wortels die hen binden.

Zoals de vrouw die de zevenjarige zoon van haar zus adopteert en meeneemt naar Nederland, op zoek naar een betere toekomst voor hem. De ouders blijven achter met hun dochter, vol pijn en hoop. Het is een moedige keuze, een breuk met het vertrouwde, maar ook een sprong naar een nieuw begin.

Voor velen blijft Nederland het beloofde land, ondanks het gemis en de ontberingen. Het is geen gedwongen migratie zoals voor miljoenen elders in de wereld, maar een bewuste keuze die gevuld is met hoop, verdriet en verlangen.

We consumeren niet alleen producten — we consumeren gevoelens, herinneringen en verbindingen. En soms nemen we niet alleen spullen mee, maar ook mensen, om die sentimenten verder en langer te voeden.

Indra Toelsie