Minister Melvin Bouva gaat in op vragen van Assembleeleden. (Beeld: DNA)
Het terugroepen van tien diplomaten, verbonden aan het ministerie van Buitenlandse Zaken, heeft tijdens de begrotingsbehandeling geleid tot veel ophef en indringende vragen. De diplomaten, allen behorend tot de VHP, werden door de toenmalige minister Albert Ramdin teruggeroepen naar Suriname voor een periode van vier maanden, van eind januari tot eind mei 2025.

Op het ministerie van Buitenlandse Zaken is tot nu toe niet duidelijk gemaakt waarom zij zijn teruggeroepen, temeer daar er ook niet is voorzien in hun waarneming. De ophef nam toe na de mededeling van de huidige minister, Bouva, dat hun verblijf in Suriname de staat enkele tientallen duizenden Amerikaanse dollars heeft gekost.

Op staatskosten zijn businessclass-tickets, verblijf, handgeld en overige kosten betaald. Het gaat om vijf ambassadeurs, een consul-generaal en vier gedetacheerden, afkomstig van de diplomatieke posten in India, China, Washington, Den Haag en Curaçao. Hoewel Bouva weigerde namen te noemen, maakte hij met het opsommen van de diplomatieke posten en de opmerking dat alle tien diplomaten tot dezelfde partij behoren als de toenmalige minister, duidelijk dat het om VHP-diplomaten ging.

In het parlement werden indringende vragen gesteld en werd van Bouva verwacht dat hij onmiddellijk een lijst met namen en nadere informatie zou verstrekken. De bewindsman, afkomstig uit de NDP-gelederen, kwam daarbij ook onder druk van partijgenoten. NDP-fractielid Ebu Jones drong er bij Bouva op aan geen passieve houding aan te nemen in deze kwestie. De minister zegt, hoewel het opvallend is, ook niet te willen stellen dat de teruggeroepen diplomaten van de VHP, zijn teruggeroepen om mee te doen aan de verkiezingscampagne van hun partij. “Ik heb nog geen bewijzen daarvoor, maar u hebt de politieke neus”, zei Bouva. 

Bouva stelde dat hij als minister van Buitenlandse Zaken ook verantwoording verschuldigd is aan de president. Hij beloofde de gevraagde informatie te verstrekken zodra hij deze met president Jennifer Simons heeft besproken. “Ik kan onmogelijk als minister van Buitenlandse Zaken zinspelen op zaken die in de media zijn verschenen. Als minister van Buitenlandse Zaken heb ik een directe verantwoordelijkheid en bevoegdheid,” merkte Bouva op.