Belangstellenden voor het economisch debat van de VES in Assuria High Rise. (Beeld: ATV)
Politieke partijen die meedoen aan de verkiezingen van 25 mei hebben uiteenlopende meningen op de vraag of de komende regering een nieuw programma moet aangaan met het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Het eerste programma, dat eind maart werd afgesloten, voorzag Suriname van betalingsbalans- en monetaire ondersteuning via leningen. Dit heeft zowel voordelen als nadelen opgeleverd. Waar de meeste partijen het wel over eens zijn is dat in een brede maatschappelijke discussie het belang van Suriname moet worden afgewogen en dan bepaald moet worden of en tweede herstelprogramma met het IMF nodig is.

Econoom en voormalig minister namens de NPS, Silvano Tjong-A-Hin, heeft tijdens het economisch debat van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) dinsdagavond benadrukt dat de voordelen van samenwerking met het IMF vaak onderbelicht blijven. Volgens hem wekt zo’n samenwerking internationaal vertrouwen, wat buitenlandse investeringen bevordert. “Je kunt het allemaal zelf willen doen en zeggen dat het geweldig gaat, maar zonder vertrouwen van buitenaf gebeurt er niets. Het IMF geeft investeerders zekerheid,” meent Tjong-A-Hin. Daarnaast zorgt het IMF ervoor dat noodzakelijke maar politiek gevoelige beslissingen tóch genomen worden, wat volgens hem cruciaal is voor structurele vooruitgang.

Francois Abionie van de Partij voor Communicatie (PVC) is juist tegenstander van samenwerking met het IMF. Volgens hem moet er meer vertrouwen zijn in Surinames eigen capaciteiten en natuurlijke hulpbronnen. “Als ik kijk naar wat we hebben aan grondstoffen, dan denk ik dat we het IMF niet nodig hebben. Je moet gewoon de moed en het lef hebben,” stelt Abionie.

A-20 ziet een tweede programma met het IMF wel zitten. Glen Lont die de partij op het VES-debat vertegenwoordigde zegt dat het fonds een betrouwbare partner blijkt te zijn waaraan Suriname veel voordelen heeft gehad. "Als je goede zaken doet met het IMF is dat voor anderen een reden om goede zaken te doen met Suriname", zegt Lont. Volgens hem heeft het IMF zijn betrouwbaarheid bewezen door in sommige gevallen door de vingers te kijken waar Suriname zich niet altijd heeft gehouden aan de gemaakte afspraken.

Harish Monorath van de regerende coalitiepartij ABOP, merkt op dat Suriname in 2020 zonder geld zat en de keuze had tussen failliet gaan of hulp zoeken. De stap naar het IMF leverde het land inmiddels een internationale reserve op van US$ 1,5 miljard. Tegelijk wijst hij op de toekomstige inkomsten uit olie, die vanaf 2028 naar verwachting kunnen oplopen tot US$ 20 miljard. “Toch zitten we nu nog steeds in zwaar weer. De schuldenlast bedraagt 108% van het bbp, terwijl dat maximaal 60% zou moeten zijn. Daarom moeten we goed overwegen wat op dit moment het beste is voor het land,” zegt Monorath. Hij noemt Barbados als voorbeeld van een land dat sinds 2018 met succes een IMF-programma uitvoert.

Een felle tegenstander van het IMF is Henk Ramnandanlal van de partij Optsu. “Wij zeggen duidelijk: nee tegen het IMF. Geen enkel doel van het hervormingsprogramma is bereikt. De koers is niet gestabiliseerd, de begroting is niet in balans en de schuldenlast is enorm toegenomen - en dat onder toezicht van het IMF,” stelt hij. Volgens hem is er geen tweede programma nodig. “Misschien voor technische assistentie of institutionele versterking, maar niet voor nog een hervormingspakket.”

Ronnie Asabina, lijsttrekker van de BEP, vindt dat Suriname eerst zijn eigen nationale mogelijkheden moet benutten. Hoewel hij erkent dat het IMF heeft bijgedragen met expertise, begrotingssteun en het aanvullen van de monetaire reserves, noemt hij het "een nationale schande" dat het IMF het land moest wijzen op noodzakelijke aanpassingen in wetten en begrotingsbeheer. “We moesten onze Aanbestedingswet, Comptabiliteitswet en Bankwet onder druk aanpassen, en onze begroting in balans brengen. Dat is iets wat we zelf hadden moeten doen. We moeten primair kijken naar onze interne mogelijkheden,” onderstreept Asabina.

Het debat wordt gevoerd in het Assuria High Rise en wordt over twee dagen gevoerd met de 14 politieke partijen die meedoen aan de verkiezingen van 25 mei. Rond 18.00 uur volgt de tweede ronde van het debat, dat live wordt uitgezonden via ATV en social media.