Aanbeveling: Een Strategische Nationale Onderwijsraad (slot)
01 Oct, 04:53
foto
Ivan Fernald


In een serie van vijf artikelen geeft Ivan Fernald een reflectie op de huidige vernieuwingen in het onderwijs.

Minister Henry Ori staat voor de immense opgave om zorg te dragen voor de goede afloop van een ingrijpend transformatieproces van het onderwijs. Het is een enorme uitdaging, omdat de condities voor een succesvolle implementatie veelal niet aanwezig zijn.  Er zijn manco’s op macro-, meso- en microniveau.

Zorgwekkende situatie
Wat moet je als minister doen als ouders niet snappen wat de vernieuwing inhoudt?
Wat doe je als er nog steeds een hardnekkige perceptie is van ‘gratis over’?
Welke ondersteuning kun je bieden aan leerkrachten die geconfronteerd worden met scholieren met diverse kennisniveaus, maar de tools missen om adequaat te differentiëren? Welke gerichte maatregelen kun je nemen om de randvoorwaarden voor een succesvolle implementatie aan te reiken. Waar vind je vakbekwame praktijkdocenten voor de bovenbouw van de basisschool?
Hoe kan het tekort aan praktijklokalen voor leerjaar 9 en 10 worden opgeheven? Wat doe je als niet alle leerlingen geplaatst kunnen worden in leerjaar 11?

Vernieuwing moet

Niet elk onderwijs is even effectief.  Zonder innovaties zullen er geen significante verbeteringen optreden. De maatschappij is dynamisch en vraagt aanpassingen van het onderwijs. De vernieuwing die ingevoerd wordt, is een reactie op de onbevredigende resultaten in het onderwijs. Het was noodzakelijk om het onderwijs weer op het goede spoor te brengen. Decennialang werden wij geplaagd met een hoge mate van inefficiënties, gekenmerkt door hoge percentages doublures en drop-outs. Bovendien waren wij niet tevreden met de inhoud van ons onderwijs (wat leerlingen moeten kennen en kunnen). Er was ook behoefte aan een vernieuwende didactiek, die boeiend en effectief was.  
De roep om beter onderwijs klonk steeds luider. De beleidsmakers hebben nota genomen van de ontevredenheid en uiteindelijk heeft Minister Levens in 2020 radicaal gebroken met het verleden en landelijk een ingrijpend vernieuwingstraject ingezet.  

Het resultaat telt
Minister Henry Ori zal veel mensen aan zijn zijde krijgen als hij in staat is innovaties te plegen die leiden tot verbetering van de onderwijsresultaten. Dit is vooralsnog niet het geval. De minister legt de focus op doorstroming en dit gaat ten koste van de kwaliteit. Leerlingen leren niet even snel en op dezelfde manier en mogen daarom een eigen leerweg volgen. Het gevolg is dat scholieren doorstromen naar verschillende beheersingsniveaus, maar aan het eind van leerjaar 10 moeten zij wel (op hetzelfde tijdstip) een uniforme toets maken en een assessment ondergaan die bepalend zijn voor de richting van het vervolgonderwijs (AVO of Beroepsgericht). 

Wie garandeert en/of controleert de kwaliteit van de eindtoetsen en examens? De vraag is of MinOWC de garantie kan bieden dat leerlingen voldoende kennis en vaardigheden bezitten om aansluiting te vinden in het vervolgonderwijs of op de arbeidsmarkt.  Beschikken de leerlingen over de vereiste startkwalificaties?
De vernieuwingsgedachte is prijzenswaardig maar hoe is het mogelijk dat de uitvoering ter hand genomen is zonder en deugdelijk implementatieplan?

Masterplan Onderwijs
Het is van belang dat een masterplan voor verbetering van de onderwijskwaliteit wordt gepresenteerd. Vooraf moeten er heldere en haalbare einddoelen worden geformuleerd. Een ingrijpend transformatieproces vereist een wettelijke grondslag. Het is de hoogste tijd dat er een juridische basis wordt verschaft aan de onderwijsvernieuwing.

Platform van deskundigen
Onderwijshervorming zonder aanzienlijke capaciteitsversterking van het ministerie (als sturende factor), zal niet tot het gewenste resultaat leiden. Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) moet tot het besef komen dat er extern ook veel expertise ter beschikking is. Het is daarom raadzaam om een platform van deskundigen te creëren voor bundeling van kennis, die ter beschikking wordt gesteld aan de beleidsmakers. 

Een concreet voorstel is de instelling van een ‘Strategische Nationale Onderwijsraad’ (SNOR). Dit is een onafhankelijk adviescollege. De SNOR adviseert de minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, gevraagd en ongevraagd over beleidsaangelegenheden, structuuraanpassingen en wetgeving op het gebied van het onderwijs. Een afschrift van het advies wordt gestuurd naar het parlement. De SNOR gaat na of de voorgenomen besluiten en maatregelen van de overheid wenselijk, realiseerbaar en aanvaardbaar zijn. Hierbij worden onderwijskundige en maatschappelijke criteria gehanteerd. De juridische aspecten worden eveneens in beschouwing genomen.

Samenstelling van de SNOR
De Strategische Nationale Onderwijsraad (SNOR) bestaat uit leden die op persoonlijke titel worden benoemd en geen representant zijn van een politieke partij. De leden worden gerekruteerd uit het onderwijsveld, de arbeidsmarkt, de wetenschap, de juridische sector, informatietechnologie en uit andere disciplines van het maatschappelijk middenveld. Het gaat om personen die gezag hebben in de samenleving vanwege hun kennis, vaardigheden, prestaties en integriteit.

Actie is geboden
Onderwijsminister Ori heeft de complexe problemen in ons onderwijs niet geschapen. Hij is echter wel verantwoordelijk voor het gevoerde beleid en voor alles wat hij heeft nagelaten te doen, ter verbetering van het onderwijs. De kwaliteit van het onderwijs in het geding. De vernieuwing mag geen afgang worden. Actie is geboden. Een bundeling van deskundigheid is een hele hulp. All hens on deck.

Ivan Fernald

Hij is auteur van de boeken:
1. Het roer moet om. Actieplannen voor beter onderwijs 
2. Moeizame opbouw en snelle afbraak. Politieke beschouwingen 2010-2020

deel 1: Verstandig investeren in het onderwijs
deel 2: Hervorming basisonderwijs in een nutshell
deel 3: Grote toeloop naar particuliere scholen
deel 4: Onderwijsministerie heeft een resultaatsverplichting
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May