Fernald: Hervorming basisonderwijs in een nutshell (2)
28 Sep, 05:13
foto
Ivan Fernald


In een serie van vijf artikelen geeft Ivan Fernald een reflectie op de huidige vernieuwingen in het onderwijs.
   
In grote lijnen is de hervorming van het basisonderwijs te herleiden tot de navolgende aspecten:
1. 10-jarig basisonderwijs
De onderwijsvernieuwing behelst een veranderde onderwijsstructuur, waarbij de lagere school (basisschool) met 2 jaar is uitgebreid. Er worden 3 niveaus onderscheiden: de onderbouw leerjaar 1-4, de middenbouw leerjaar 5-8 en de bovenbouw van 2 jaar namelijk leerjaar 9 en 10. Het is een doorlopende leerlijn vanaf de kleuterklas (leerjaar 1) tot en met leerjaar 10. In de nieuwe structuur is de kleuterschool opgenomen in de onderbouw. Het voj-onderwijs is geïntegreerd in leerjaar 9 en 10.

2. Niet blijven zitten
Alle leerlingen moeten doorstromen ongeacht het beheersingsniveau. Het zittenblijven moet immers tot het verleden behoren. De zesde klas toets komt te vervallen en leerlingen stromen met een voortgangsrapport automatisch door naar leerjaar 9 en 10. In het voortgangsrapport worden de kennis en de vaardigheden van de leerling genoteerd. Er is geen onderscheid meer tussen lbo en mulo. Het curriculum (de leerstof) van leerjaar 9 en 10 is gelijk voor alle leerlingen. In deze twee leerjaren wordt een portfolio bijgehouden, waarbij de prestatie van de leerling wordt vastgelegd.
In leerjaar 10 wordt een eindtoets (eindexamentoets) afgenomen.

3. Doorstroomrichting
De doorstroomrichting wordt niet alleen bepaald door de eindtoets aan het eind van leerjaar 10. Er zijn vier pijlers die richtinggevend zijn:
• De onderwijsgeschiedenis van de leerling: de cijfers van het kind van de afgelopen jaren.
• Het praktijkcijfer: De resultaten van het praktijkexamen (examenmarkt)
• Het toetscijfer. De resultaten van het schriftelijk examen
• Het studieprofiel van de leerling (portfolio).

Op basis van deze resultaten kan de leerling doorstromen naar de Academische richting (het Algemeen Vormend Onderwijs -AVO) met de profielen A, B en C of het Beroepsgericht Onderwijs (BGO) met daarin de technische en dienstverlenende richtingen. Volgens het rapportfolio moet een bepaald percentage van de doelen gehaald worden, zonder dat er aangegeven is of er een rangorde is. Hebben de doelen dezelfde selectieve waarde? M.a.w. zijn die gelijkwaardig?
Een leerling die niet voldoet aan de eisen voor het AVO of BGO, mag de klas in principe niet overdoen en stroomt uit. MinOWC vindt dat zo’n kind maar naar het vakonderwijs moet, maar niemand weet of er wel adequate opvangmogelijkheden zijn. Er is, voor zover bekend, ook geen onderzoek gedaan naar passende werkgelegenheid.

Bezwaar
Pakweg 500 verontruste ouders hebben bezwaar aangetekend tegen het schooladvies en de gedwongen uitstroom. Onder druk heeft de onderwijsminister alsnog besloten dat een deel van de kinderen leerjaar 10 mag overdoen. Hiermee is dus gebroken met het principe van “Niet blijven zitten” (automatisch over). Niet alle bezwaren zijn gehonoreerd. Het is vooralsnog niet duidelijk welk criterium is gehanteerd om een bezwaar al dan niet toe te kennen. Schoolleiders beklagen zich erover dat er geen terugkoppeling plaatsvindt als het schooladvies voor de doorstroomrichting of uitstroom van leerlingen wordt teruggedraaid.

Uniform examen
Het schriftelijk examen is uniform. Leerlingen zijn twee jaar automatisch doorgestroomd en hebben niet allemaal hetzelfde beheersingsniveau. Sommige scholieren vertonen ernstige achterstanden. Onderwijsgevenden hebben meerdere malen geklaagd over de slechte motivatie en lage inzet van leerlingen. Dit wordt toegeschreven aan de perceptie van menige schoolgaande: ‘Ik ga gratis over’.

Naar mijn opvatting is het verschil in kennisniveau voornamelijk toe te schrijven aan onderbrekingen in het onderwijs en de onbevredigde instructiekwaliteit. Wij mogen niet vergeten dat sommige leerlingen gedurende het gehele jaar, slechts 3 dagen per week naar school zijn gegaan, terwijl andere groepen van maandag t/m vrijdag de school bezocht hebben. De vraag rijst hoe serieus het schriftelijk examen moet worden opgevat.  Is er een toets opgesteld ver beneden het streefniveau of zijn de minder gefortuneerde leerlingen wederom benadeeld, doordat leerstof getoetst is, die niet behandeld is?
Er is ook veel te zeggen over het praktijkexamen. Insiders weten dat grote groepen leerlingen geen of nauwelijks praktijkoriëntatie hebben gehad. De redenen zijn dat praktijklokalen nog niet in voldoende mate voorhanden zijn en er een dramatisch tekort is aan praktijkdocenten. En tóch is er een praktijkexamen afgenomen, waarbij er in groepen een opdracht uitgevoerd moest worden.

4. De inhoudelijke inrichting van het onderwijs
Een kerncurriculum moet ontworpen worden voor alle kinderen van 4-14 jaar. Dit veronderstelt een vloeiende overgang van de kleuterschool naar het glo en vervolgens naar het voj. Alle leerlingen krijgen hetzelfde curriculum. Er is gekozen voor een breed algemeen vormend pakket (AVO) en beroepsgerichte vakken: Oriëntatie in de techniek. Daartoe behoren: Mode, Creatie en Commercie, Toerisme & Horeca, Facilitaire dienstverlening. In de technische richting zijn de vakken: ICT, Bouwkunde, Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek.

5. De hervorming is ook gericht op de talentontwikkeling en beweert het kind centraal te stellen en niet de leerstof.

Ivan Fernald

Hij is auteur van de boeken:
1. Het roer moet om. Actieplannen voor beter onderwijs 
2. Moeizame opbouw en snelle afbraak. Politieke beschouwingen 2010-2020

Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May