Illustratie: concacaf.com
De Gold Cup is voor Suriname voorbij. Hoewel er van de drie groepswedstrijden twee verloren gingen en Natio na een gelijkspel tegen een land dat slechter gepositioneerd is op de FIFA-ranglijst, als hekkensluiter eindigde, was dit toernooi niet alleen kommer en kwel. Degenen met affiniteit voor het spelletje kunnen niet ontkennen dat Natio ondanks de schrale buit van 1 punt uit 3 wedstrijden, toch progressie geboekt heeft. In geen tijden heeft een nationale voetbalselectie van Suriname ‘grote’ voetballanden in de regio zoveel problemen bezorgd. Tijdens dit prestigieus toernooi zijn enkele spelers bij wijze van spreken uit hun schulp gekropen. Ze hebben niet alleen duidelijk laten zien waarom ze bij de selectie gehaald zijn, maar ook waarom ze een basisplaats verdienen. 

Daarnaast heeft de selectie ook getoond over veerkracht te beschikken, in staat te zijn om onder druk te presteren en het vermogen te bezitten om uiteindelijk terug te komen van een achterstand. Deze kwaliteiten zijn essentieel voor elke goede ploeg en komen niet vanzelf, maar zijn het resultaat van de inspanningen die door de technische staf gepleegd worden. Daarnaast verraden ze de noeste arbeid die spelers en staf verrichten in de korte tijd die hen gegund is om samen te zijn. Het is verbazingwekkend dat Natio zulke grote stappen vooruit heeft weten te zetten en daarom des te pijnlijker dat de oogst zo schraal is. Echter geeft de wijze waarop gespeeld is, hoop voor de toekomst, omdat de basis voor de speelwijze er al is en alleen nog de puntjes op de ‘i’ gezet moeten worden om de gewenste resultaten te halen.

Een ander voordeel van deelname aan zo een groot toernooi is dat individuele spelers zich kunnen meten aan de besten in de regio. Het is duidelijk dat Natio over spelers beschikt die onbevreesd hun tegenstander te kijk hebben gezet en zo hun visitekaartje hebben afgegeven. Het is dus niet verwonderlijk dat grote clubs in de regio interesse hebben getoond in enkele  Natio-smaakmakers. Het zou fantastisch zijn indien meerdere spelers van Natio in de regio aan de bak konden. Zo kunnen ze vertrouwd raken met de manier van spelen in deze regio, wennen aan het klimaat en korter reizen om zich bij de nationale ploeg te voegen. Mocht het tot een akkoord komen tussen minstens 1 speler en een grote club in de regio, dan zou het in de toekomst misschien de weg kunnen plaveien voor meerdere spelers.

De tegenvallende prestaties van Natio moeten ook niet los gezien worden van de arbitrale beslissingen. De arbiters hebben veel beslist in het voordeel van de regionale grootmachten, waardoor de spelers die in Europa meer gewend zijn, bij wijze van spreken op de tenen moesten lopen, hetgeen hun spel niet ten goede kwam. Vaak gingen tegenstanders theatraal naar de grond en werd hen een vrije trap toegekend of in het ergste geval een kaart getoond aan een Surinamer. Ook de VAR bekeek elke val van een Costa Ricaan of Mexicaan nadrukkelijk, echter is er geen aandacht besteed aan de elleboogstoot waarmee gangmaker Kerk respectloos uit de wedstrijd werd geslagen. Het zal dus heel wat voeten in de aarde kosten om met respect behandeld te worden, maar Keulen en Aken zijn niet op een dag gebouwd, dus moet er gestaag verder gebouwd worden aan het ‘Bouwproject Natio’ waarvan de contouren reeds zichtbaar zijn. 

Mireille Hoepel