Ivan Fernald: Verstandig investeren in het onderwijs (1)
27 Sep, 04:53
foto
Ivan Fernald


In een serie van vijf artikelen geeft Ivan Fernald een reflectie op de huidige vernieuwingen in het onderwijs. 
                                  
Suriname staat voor grote uitdagingen. Wij zijn opgezadeld met een torenhoge staatsschuld van circa US$ 4.000 miljoen. De regering tracht middels een herstelprogramma de economie weer op het spoor te brengen, maar dit gaat gepaard met een gierende inflatie. De sociale gevolgen zijn schrijnend en menige Surinamer is de wanhoop nabij. 

Gelukkig zijn er lichtpunten. Ons land is gezegend met een prachtige natuur en waardevolle natuurlijke hulpbronnen. De olie- en gasontwikkeling zal ontegenzeggelijk een enorme deviezenverdiener blijken te zijn, maar dit is van tijdelijke aard. Suriname beschikt bovenal over duurzame natuurlijke hulpbronnen zoals het tropisch regenwoud met zijn rijke biodiversiteit, de verwerkingspotentie, de farmaceutische waarde, de toeristische attracties, de carbon- en bio credits.

Het menselijk kapitaal
Het menselijk potentieel is van onschatbare waarde voor de ontwikkeling van ons land. Voor een belangrijk deel bepalen wij onze toekomst. Wij zullen dus planmatig moeten investeren in educatie en technologie. Dan kunnen er kansen gecreëerd worden, waardoor wij in staat zullen zijn de huidige en toekomstige uitdagingen met vertrouwen tegemoet te treden. 

Onderwijs
Onderwijs is van levensbelang. Wij hebben de plicht om de natuurlijke hulpbronnen en het menselijk potentieel verstandig in te zetten om duurzame welvaart en bestendige welzijn te scheppen, nu en voor toekomstige generaties. Onderwijs zal zorg moeten dragen voor een constante aanwas van jong kader, dat over voldoende relevante kennis en vaardigheden beschikt, om zichzelf ten volle te ontplooien en in een breed beroepenveld een bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van ons land.

Wij moeten verstandig investeren en ons onderwijs afstemmen op de behoeften van de samenleving. Dat vereist innovatie en verbeterplannen. Indien de curricula niet navenant worden aangepast, zullen wij ‘opleiden voor het verleden’.

Discrepantie
Pogingen van de onderwijsminister Henry Ori om doeltreffende innovaties te plegen moeten worden ondersteund, maar dan zullen die acties goed voorbereid moeten zijn en degelijk worden uitgevoerd. En daar wringt de schoen. Er is een grote discrepantie tussen datgene wat moet gebeuren en wat daadwerkelijk gebeurt. Oriëntatie op diverse basisscholen laat zien, dat er wezenlijk verschil is tussen de verheven doelstellingen en de praktijksituatie. Elke verandering moet verbeteringen sorteren in de klas. Leerlingen moeten er beter van worden en grotere leeropbrengsten realiseren.

Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de conceptie van de vernieuwing (de visie) en de uitvoering. De implementatie is een punt van zorg. Leerkrachten zitten met de handen in het haar, omdat de randvoorwaarden veelal ontbreken. Bovendien zijn ze nauwelijks getraind om adequate interventies in het kader van de leerstofdifferentiaties te plegen. Er is ook niet genoeg leermateriaal dat aansluit op de niveauverschillen van alle scholieren. De leerkracht moet soms op 4 niveaus differentiëren en een specifieke methode daarvoor is nog niet ontwikkeld.

Inconsistentie
Schooldirecteuren vragen zich af waarom het vak Spaans niet voorkomt in de lesurentabel van leerjaar 9 en 10. Leerlingen van Leerjaar 11 en 12 hebben gelukkig wel Spaans op het rooster. Hoe is deze inconsistentie te verdedigen? De oude structuur lbo (lager beroepsonderwijs) wordt afgebouwd. Sommige maatregelen van het ministerie van onderwijs zijn niet te volgen. “Vanwege de slechte klassenrepetities is het vak Spaans dit jaar niet opgenomen op het rooster voor het schriftelijk lbo-examen” zegt MinOWC in een verklaring op 29 juni 2023. Dat Spaans uit het lbo-examen wordt gehaald is al erg genoeg (regionale integratie), maar de argumentatie slaat nergens op. Als deze gedragslijn doorgevoerd wordt, is het ergste te vrezen. Wat zal er gebeuren als de cijfers voor wiskunde ondermaats zijn? Hoeveel kwaliteitswaarborg heeft dan het diploma?

Doorstroming
Ons onderwijs moet zodanig ingericht worden dat scholieren niet nodeloos in het systeem blijven hangen. Automatische doorstroming echter, is slechts gerechtvaardigd als wij in staat zijn om de leerlingen van verschillende beheersingsniveaus adequaat op te vangen. Ieder kind moet een uitdaging krijgen die bij zijn of haar ontwikkelingsniveau past. Als wij dit niet kunnen garanderen zal er een opeenstapeling van hiaten ontstaan en dat zal de leerling gedurende zijn/haar schoolcarrière blijven achtervolgen.

Realiteitscheck
Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC), tracht zoveel mogelijke innovaties in een kort tijdsbestek te realiseren. Het risico is, dat vernieuwingen haastig worden doorgevoerd, het noodzakelijk draagvlak missen en er veel haken en ogen aan kleven. MinOWC is geneigd om zaken rooskleurig voor te stellen. Nuchterheid gebiedt ons om een realiteitscheck te doen, ja zelfs per kwartaal.  Prestatiemetingen zijn alleen maar valide als die in lijn zijn met de doelstellingen. Anders krijgen wij een vertekend beeld.

De uitdaging is om structurele maatregelen te nemen om de inefficiëntie van het onderwijsstelsel aan te pakken en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.
Dit proces moet goed voorbereid worden en leraren moeten optimale betrokkenheid hebben.  
De opdracht is om als de bliksem te beginnen om te werken aan de randvoorwaarden voor succesvolle implementatie van de vernieuwing.

Ivan Fernald

Hij is auteur van de boeken:
1. Het roer moet om. Actieplannen voor beter onderwijs 
2. Moeizame opbouw en snelle afbraak. Politieke beschouwingen 2010-2020

Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May