Critici hebben commentaar geleverd op de aangekondigde reshuffling van het kabinet. Ze zijn van oordeel dat een nieuwe minister of directeur minimaal een jaar nodig zal hebben voordat die persoon ingewijd is in de materie. Tegen die tijd leven we al in het laatste kwartaal van 2024. De retorische vraag die wordt gesteld is hoeveel rendement gehaald wordt uit zo een nieuwe kandidaat, gezien de huidige economische situatie van dit land.

Brunswijk zegt dat hij de situatie anders bekijkt. In beeldspraak geeft hij aan dat een voetbalcoach ongeacht de tijd op de klok, indien noodzakelijk, toch een wissel pleegt. Hij plaatst zich in die positie. "Ook al is het zes maanden vóór de verkiezingen en de minister moet gereshuffled worden, ga ik dat gewoon doen". Over de concrete reden waarom hij nu wel beslist om over te gaan tot reshuffelen zegt Brunswijk dat hij niet gek is. Er zijn genoeg gronden om te onderbouwen waarom een minister vervangen dient te worden. 

Volgens Brunswijk gaat het erom dat reshufflen niet altijd hoeft te betekenen dat de persoon in kwestie niet capabel genoeg is om het werk voort te zetten. Soms moet iemand gewoon beschermd worden of het besluit kan ook gebaseerd zijn op partijpolitieke inzichten. Intussen heeft minister Albert Jubithana van Transport, Communicatie en Toerisme de handdoek in de ring gegooid. Volgens hem heeft zijn besluit niets te maken met de reshuffling. Het gaat om persoonlijke redenen.