Defensie haalt overgebleven wapens op en stelt werkgroep in
17 Jul 2021, 00:00
Minister Krishna Mathoera van Defensie (foto: gov.sr)
Alle wapens en munitie die nog overgebleven waren in de wapenkamer van ex-president Desi Bouterse zijn al opgehaald door de Militaire Politie (MP), bevestigt defensieminister Krishna Mathoera tegenover Starnieuws. Om te voorkomen dat politici en/of leidinggevenden eigendunkelijk weer legerwapens aan derden of onbevoegden verstrekken, heeft zij de werkgroep ‘Procedures wapens, munitie en tactisch materieel’ van het Nationaal Leger ingesteld. “Er is op een onverantwoorde manier omgegaan met wapens van het leger. Dit had nooit gemogen en mag nooit meer gebeuren.”
Op 23 juni werd aangifte gedaan van diefstal van wapens en munitie uit de wapenkamer van de residentie van Bouterse. “Deze aangifte heeft de omvang van de wanorde en tegelijkertijd de complexiteit van het probleem duidelijk zichtbaar gemaakt”, stelt Mathoera. Daarom zijn alle regels en wetten die te maken hebben met bevoegdheden voor handelingen met wapens, munitie en militair tactisch materieel uit de lades gehaald. De werkgroep geleid door Kolonel Buitendienst Dennis Kamperveen, zal deze onder een vergrootglas houden. “Huidige procedures zijn niet duidelijk, transparant en verouderd. Er zijn onvoldoende checks and balances.”
De huidige regels geven een bevelhebber de bevoegdheid om wapens te verstrekken. Maar nergens staat hoeveel, welke type, etc. Hij kan dit ook doen op aanwijzen van de president of minister. “Dit is zeer onduidelijk.” Overtreding van deze procedures en bevoegdheden moet strafbaar gesteld worden. “Als een militair of politieagent een wapen kwijtraakt, dan is het ‘rekening man’. En wat betekent dat nu?” stelt Mathoera retorisch.
Nieuwe procedures en protocollen
De werkgroep heeft twee weken de tijd om nieuwe voorstellen te doen. Het hebben van nieuwe, duidelijk goedgekeurde protocollen en procedures is een noodzaak, “en de naleving ervan is bijzonder belangrijk”. Alles heeft te maken met de integriteit en de eed die militairen en gezagsdragers afleggen. “Die eed blijkt in de praktijk een loze belofte te zijn.” Wij gaan de komende tijd, als ministerie (maar ook als samenleving) veel moeten investeren in een professionele defensieorganisatie, stelt ze in het vooruitzicht.
“Een organisatie, die beschikt over leiders, die berekend zijn voor hun job en die niet gaan voor eigen belang en blindelings loyaliteit. Leiders die de verantwoordelijkheid en de reikwijdte van hun job beseffen en daarnaar handelen in het belang van een veilige samenleving.” Ondertussen is in mei een nieuwe legerleiding aangesteld. De interne controle functioneert weer en er is een Inspecteur Generaal der Krijgsmachten aangesteld. Ook de leiding van de wapenkamer kreeg nieuwe gezichten.
Hoogste gezag vroeg wapens aan
Over de type en hoeveelheden gestolen wapens en munitie, verwijst Mathoera naar het Openbaar Ministerie belast met het strafonderzoek. Ze maakt zich wel zorgen: “Elk wapen in onbevoegde handen is een gevaar. Stelen of verduisteren van militaire wapens verzwaart het gevaar ernstig”. Wapens behoren niet te zijn bij gezagdragers, maar bij de diensten, die verantwoordelijk zijn voor de beveiliging van gezagsdragers. “In dit geval heeft het hoogste gezag op basis van de machtspositie, deze wapens onder zijn beheer gehad. Loyale ambtenaren hebben hieraan meegewerkt, zonder dat deze informatie is gedeeld met elk een van de legerleiding. Ook mij is deze informatie onthouden.”
Vandaag is het precies een jaar geleden dat Mathoera de overdrachtspapieren tekende op het ministerie. “Het was een formaliteit. Je krijgt geen boedelinventarisatielijst. En al zou je die krijgen, je kan die niet gelijk controleren”, blikt ze terug. Binnen twee weken na haar functioneren ontving zij de eerste inventarislijst van alle tactische middelen, zoals wapens en gevechtsvoertuigen van het leger.
Ettelijke jaren wapens in privé beheer
Er volgden hierna inspecties door de MP, die steeds diepgaander en zorgvuldiger werden. "Die bracht steeds ontbrekende puzzeldeeltjes uit de ondeugdelijke administratie aan het licht. Zo ontdekten we dat wapens aan anderen in beheer zijn verstrekt, marineboten bij een ondernemer zijn, dienstvoertuigen bij burgers en zwaar materieel van het leger bij derden, etc. Als er geen aangifte van diefstal zou zijn gedaan, zou ik nu niet weten dat er wapens in privé beheer waren bij de ex-president. Uit het administratief onderzoek blijkt dat er al ettelijke jaren wapens onder beheer van hem zijn geweest.”
Mathoera concludeert dat er bewust geen zorgvuldige en complete, registratie- en inventarisatielijsten zijn bijgehouden om onrechtmatig gebruik en misbruik te verdoezelen. “Het geeft het karakter van het vorige bestuur aan en hoe onzorgvuldig er omgesprongen is met staatsmiddelen. De samenleving heeft geen idee hoe ernstig de situatie is.”
Inleveren wapens en tactisch materieel
Kritiek als zou deze regering het beter had moeten weten, laat Mathoera van zich afglijden. Zij stelt dat er gehandeld wordt als de informatie bekend is en niet verzwegen wordt. Zo ontvingen verschillende personen en instanties - conform de inspectielijsten - de afgelopen maanden een brief om alle verstrekte wapens en tactisch materieel in te leveren. “Al enkele jaren zijn er breed wapens uitgeleend voor verschillende doeleinden.” Enkele organisaties gaven direct gehoor, “terwijl we bij andere nog bezig zijn met het proces van terughalen”.
Bij de Ontwikkelingseenheid, opgezet door haar voorganger en uitgerust met zware wapens, ging Defensie een stapje verder. Die werd ontmanteld. Alle materieel, wapens en manschappen zijn ter beschikking van de bevelhebber. “Ongeveer 700 militairen, bij die eenheid, die rechtstreeks onder de minister viel, voerden uiteenlopende opdrachten uit. Een zeer ongezonde situatie. Zo een eenheid, behoort onder bevel te staan van een bevelhebber.”
Clad- en strafonderzoeken Mathoera onderstreept dat zij op het ministerie zit om Defensie op een hoger niveau te tillen,"zodat we de samenleving beter kunnen beschermen en dienen". Echter, vertragen misstanden en corruptiezaken dit proces. “Wanneer je zaken tegenkomt, kan je niet de andere kant opkijken. Ik ben verplicht de zaak tot de bodem te onderzoeken.” Intussen is een aantal zaken naar Clad verstuurd voor verder onderzoek. Ook zijn er strafrechtelijke onderzoeken gestart over het overschrijven van staatseigendommen op naam van particulieren.