Tegen beter weten in bagatelliseren
19 Feb 2020, 04:44
foto


We hebben kort vóór en na de eeuwwisseling gehoord en gezien, de valselijke en donkere gedachten van hen die zich ten koste van alles hebben vergrepen aan de macht en de machtelozen in ons majestueus land. Die boze winti is met elke tik van de dag nog om ons heen te merken. Onvermoeibaar gaan zij voort, zelfs tegen beter weten in, met het bagatelliseren van grote daden van rechtgeaarde Surinamers.

En dat alleen maar omdat zij daarmee denken te kunnen verdoezelen wat voor puinhoop zij er telkens van hebben weten te maken. De ontwikkeling van Suriname steeds weer voor tientallen jaren teruggeworpen. Om moedeloos van te worden. Je zou bijna geloven dat precies dat hun opzet is. Een onwetend volk is immers minder kritisch. Ja, zou zelfs alles voor zoete viadu kunnen aannemen. 

Daarom moeten wij die intens kwade Fakebook-desinformatie constant confronteren. Is er werkelijk niets gedaan in Suriname voordat de huidige blazers van die boze winti het voor het zeggen kregen? Vooruitkijkend geloof ik niet dat de strijd voor waarheid en zuiverheid rondom onze historie ooit mag worden opgegeven. Het volk verdient beter.

De grote olievondst van Apache/Total voor onze kust kwam na een lange zoektocht als een geweldig geschenk. Maar het is niet zonder zware offers van bloed zweet, tranen en veel leergeld gekomen. Bijna aandoenlijk is het daarom om te zien hoe de een na de ander in the great-show, die eromheen schijnt te zijn losgebarsten, de eer voor zich probeert op te eisen. 
 
In het kader van dit soort onvolwassen en gevaarlijke a-nationale politieke spelletjes kan het daarom geen kwaad de woorden van voormalig minister-president Jopie Pengel in herinnering te brengen. Rond de aardolievondst te Calcutta in oktober 1965 keek hij haast profetisch vooruit op wat er komen zou voor Suriname met de woorden: "Grote ontwikkelingen voor Suriname komen niet uit de lucht vallen, maar die zijn het resultaat van visie, geduld en strijd." En aansluitend daarop zei hij: "Op een dag zullen onze auto's op onze eigen gasoline rijden." Hoe waar zijn die woorden vandaag aan de dag niet geworden? Verder onderzoek na Calcutta leidde uiteindelijk tot de oprichting van Staatsolie en een steeds verder florerende olie-industrie in Suriname. Nog steeds met olievelden van Calcutta en Tambaredjo als belangrijkste bronnen.

Maar er mag nimmer vergeten worden dat wij de weelde van een bloeiende olie-industrie en Staatsolie te danken hebben aan de visie en inspanningen van mensen als Frank Essed, Jopie Pengel, Hugo Coleridge en andere pioniers bij de toenmalige Geologische Mijnbouwkundige Dienst en natuurlijk ook mensen als Eddy Jharap, Iwan Kortram, Ben Nuboer. 

En als wij namen noemen mag zeker de naam van president Ronald Venetiaan niet vergeten worden, die gedurende drie regeertermijnen het management van Staatsolie robuust heeft ondersteund. Hierdoor kon achtereenvolgens in februari 1995 de (eerste) raffinaderij worden gebouwd en in augustus 2006 dochtermaatschappij SPCS haar powercentrale openen. Ja, dezelfde SPCS die vandaag de dag de Afobaka-waterkrachtcentrale voor ons gaat draaien. In 2008 werd de Vision 2020 Implementation Strategy door de toenmalige regering goedgekeurd, waarin projecten als Tapajai en het Ethanolproject waren opgenomen. In 2009 werd begonnen met de Refinery Expansion Project, de uitbreiding van de raffinaderij. Eerder was in 2004 besloten versneld PSC-partners te zoeken om het offshore gebied verder te exploreren, met als resultaat dat in 2008 bij West Tapir het eerste boorplatform in het offshore gebied kwam. In alle PSC’s vanaf toen staat standaard dat Staatsolie niet bijdraagt in de exploratiekosten, maar bij succes Suriname wel aanspraak maakt op 6,25% royalty, 36% belasting en bovendien de optie heeft om via Staatsolie voor 20% te participeren in de productie! Al deze inzet heeft ervoor gezorgd dat Staatsolie aan het eind van de regering Venetiaan-III een ONE BILLION DOLLAR COMPANY was geworden.

Zet tegen dat alles af de pogingen van Desi Bouterse, Jules Wijdenbosch, Errol Alibux en Dilip Sardjoe om Staatsolie eind jaren ‘90 voor een habbekrats, "wan sigaret moni", te verkopen aan Daewoo en Fletcher. Hoe schril steekt dat niet af bij de echte grote ontwikkelingen bij Staatsolie? Lees de memoires van Jharap maar erop na, bladzijde 333 t/m 365, om meer te weten over de manipulaties van voormalig president Wijdenbosch om hem weg te krijgen en vrij spel te hebben met Staatsolie. Daar zal je ook lezen hoe laatdunkend met name de toenmalige ‘adviseur van Staat’ Desi Bouterse zich in Ocer uitliet over Staatsolie om te rechtvaardigen dat het moest worden verkocht. Wel, "No wan pikin yap yapi, no wan pikin kes' kesi mus’ kon dyompo tek' a show fu Staatsolie now." Omdat als het van hen had afgehangen dan zou Staatsolie vandaag aan de dag niet van ons, het volk van Suriname, zijn, maar van de Koreanen van Daewoo of de Australiërs en Amerikanen van Fletcher. 

God zij dank dat de massieve strijd van het volk van Suriname toen de snode plannen van Bouterse, Wijdenbosch, Alibux en Sardjoe heeft weten te verhinderen. Daarmee kregen de woorden van Jopie Pengel een historische en heroïsche lading, want werkelijk: "Grote ontwikkelingen voor Suriname komen niet uit de lucht vallen, maar ze zijn het resultaat van VISIE, GEDULD en STRIJD."

John van Coblijn
Advertenties