Er is veel lof gezwaaid over Ronald Venetiaan, de man die drie keer het presidentschap van Suriname droeg zonder dat de macht hem naar het hoofd steeg. Nu hij niet meer onder ons is, klinkt de waardering van alle kanten - van politieke opponenten, van collega’s in de regio, en van hen die hem van nabij hebben meegemaakt. Maar achter de formele lofbetuigingen schuilt een man die op zijn eigen, stille manier een schoolvoorbeeld was van waardigheid en integriteit in het leiderschap.

Venetiaan was geen man van de schijnwerpers. Hij had geen behoefte om de kranten te halen of de camera’s te zoeken. Toch wist hij, wanneer hij sprak, met zorgvuldig gekozen woorden een zaal tot stilte te brengen. Hij was een woordkunstenaar - bedachtzaam, precies, en altijd met respect voor de taal én voor zijn toehoorders. Wie hem wilde citeren, moest de opname terugspoelen, luisteren, en nog eens luisteren. Elk woord had gewicht, elk zinsdeel betekenis.

Wat velen zich nog herinneren, is dat Venetiaan ook buiten het protocol oog had voor mensen. Tijdens buitenlandse reizen - of het nu ging om de ondertekening van de Caricom Single Market in Jamaica, of zijn bezoek aan Washington op uitnodiging van president George Bush sr. - maakte hij tijd voor de journalisten die hem vergezelden. Hij stapte van zijn lekkere stoel uit de business class en liep door het smalle gangpad en vroeg hoe het ging, informeerde naar hun werk, en begreep de waarde van onafhankelijke verslaggeving. Soms, op de meest onverwachte momenten, kon je hem bellen voor een reactie over een delicaat onderwerp. Hij was altijd voorzichtig, maar nooit ontwijkend. Hij wist precies wat hij wilde zeggen - en wat niet. In die beheersing lag zijn kracht.

Venetiaan zag de macht niet als een middel tot heersen, maar als een verantwoordelijkheid om te beschermen. Het zwaard kan dienen om iemand neer te sabelen, maar ook als bescherming. Hij koos onmiskenbaar voor dat laatste. In turbulente tijden was hij de kalmte zelf. Hij kon streng zijn, maar nooit hard. Hij bleef trouw aan zijn principes, ongeacht de druk van buitenaf.

Wim Bakker verwoordde het ooit zo raak in het lied over Ronald Venetiaan: “Hij droeg zijn eigen jas.” Dat beeld past Venetiaan als geen ander. Hij probeerde nooit iemand anders te zijn. Niet de populaire leider, niet de charmeur, niet de man van snelle beloftes. Hij was gewoon zichzelf - een leraar, een denker, een staatsman met een welluidend stemgeluid en een sterke ruggengraat. En misschien is dat wat hem onderscheidde van zovelen die na hem kwamen: zijn onverstoorbaarheid. In een tijd waarin macht vaak wordt verward met lawaai, liet Venetiaan zien dat gezag juist schuilt in stilte, discipline en zelfbeheersing.

Hij had ook respect voor de journalistiek en voor de vrijheid van de pers. Spanningen die er in bepaalde periodes waren tussen hem en de journalisten, werden op termijn uitgepraat. Hij begreep dat kritiek bij het vak hoort, en dat journalisten hun werk moeten kunnen doen. Zijn omgang met de pers was formeel, maar nooit vijandig. Hij wist dat openheid en transparantie tussen leiders en verslaggevers essentieel zijn voor een gezonde democratie.

Suriname heeft een president verloren die wist dat waardigheid niet wordt afgedwongen, maar geleefd. En wie hem ooit heeft horen spreken, weet: zulke stemmen klinken nog lang na. 

Vandaag wordt Ronald Venetiaan in besloten familiekring gecremeerd. Moge het eeuwige licht over hem schijnen.

Nita Ramcharan