Elf dagen vóór de verkiezingen van mei 2025 rolde er stilletjes een beschikking uit bij het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB). Op papier een routinezaak. In werkelijkheid een mokerslag voor tientallen boothouders én voor de samenleving.

De aanmeersteiger en het terrein op Leonsberg – al decennialang een publieke voorziening waar dagelijks honderden mensen oversteken naar Nieuw Amsterdam, plantages bezoeken of dolfijnen en schildpadden gaan kijken – bleek ineens privébezit. De grond waarop de steiger rust, was uitgegeven aan één persoon: Sandiep Seemangal.

Wat betekent dat? Dat het hoofdvertrekpunt van ruim 70 boothouders, vissers, taxiboten en toeristenbootjes juridisch niet langer publiek terrein is. En dat de mannen die dit water kennen als hun werkvloer, te horen kregen: “Jullie mogen hier niet meer aanmeren.”

De verbijstering is groot. De steiger bij Leonsberg is niet zomaar een aanlegplek – het is een symbool van vrije toegang tot de rivier, van verbinding tussen Paramaribo en Commewijne, tussen stad, monding en district. Het is het beginpunt van de route naar Braamspunt, de mangroves, de dolfijnen. En nu is dat stuk van Suriname met één pennenstreek in particuliere handen beland.


De details spreken boekdelen.
Op 8 april 2025 werd de perceelkaart in orde gemaakt.
Op 14 mei – elf dagen vóór de verkiezingen – volgde de formele beschikking van GBB.
Op 23 mei, twee dagen vóór de verkiezingen, werd het perceel bij GLIS ingeschreven.
En precies dáár wringt het. Want verkiezingstijd is berucht om dit soort transacties: uitgiftes op de valreep, alsof men haast heeft om nog snel iets toe te delen vóór de macht verschuift.

Minister Stanley Soeropawiro (GBB) heeft aangekondigd dat het terrein terug moet in de boezem van de Staat. Ook Assembleelid Bronto Somohardjo, voorzitter van de vaste commissie voor Grondbeleid, reageerde furieus: “Dit moet worden teruggedraaid!” Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Een uitgifte intrekken vergt een rechterlijk besluit. En daar begint het volgende probleem: tegen GBB lopen inmiddels bijna 900 rechtszaken over betwiste uitgiftes en claims ter waarde van honderden miljoenen. Deze cijfers zeggen genoeg over de omvang van de willekeur die jarenlang het grondbeleid heeft ondermijnd. Een ministerie dat het volk moest dienen, werd een loket voor privileges – en een schoolvoorbeeld van corruptie.

Leonsberg is geen incident. Het is een spiegel.
Vandaag gaat het om een steiger. Morgen misschien om een strand, een natuurreservaat, een marktplein of, wie weet, het Onafhankelijkheidsplein zelf. Het toont hoe diep de erosie van fatsoen in het bestuur is doorgedrongen. De vraag is niet langer wie verantwoordelijk is, maar wie nog de moed heeft te herstellen wat verloren ging.

Suriname kan niet verder met een beleid waarin publieke voorzieningen verdwijnen door politieke gunst.  Wat van het volk is, hoort bij het volk te blijven. De rivier is van iedereen. De steiger ook.

En wie dat niet begrijpt, moet zich afvragen: als zelfs het water geen vrije doorgang meer kent, waar blijft dan de rechtvaardigheid op het land?

Er moet een sibibusi door het land. Niet om schoon te maken wat vies is, maar om het geweten weer wakker te spoelen.

Nita Ramcharan