Haïtiaanse bendes willen gewapende afzetting premier

De machtigste bendeleider van Haïti riep op tot de gewapende omverwerping van premier Ariel Henry en drong er bij Haïtianen op aan de straat op te gaan tegen de niet-gekozen regering in de laatste escalatie van een land dat een humanitaire crisis doormaakt.

Jimmy "Barbecue" Cherizier, een voormalige politieagent die nu aan het hoofd staat van een machtige coalitie van bendes die grote delen van Port-au-Prince controleert, leidde zijn groep gewapende mannen dinsdag op een mars door de hoofdstad, waarbij hij wegen blokkeerde en op trommels sloeg.

"We lanceren de strijd om de regering van Ariel Henry op welke manier dan ook omver te werpen", zei bendeleider Cherizier tegen Reuters. "Onze strijd zal met wapens zijn." Hij voegde eraan toe dat er dagelijks "demonstraties in alle arbeiderswijken" zouden plaatsvinden tegen de regering van Henry, die volgens hem geen legitimiteit had.

Haïtiaanse bendes, die regelmatig betrokken zijn bij vuurgevechten met de politie en profiteren van activiteiten zoals afpersing en drugshandel, zijn in kracht gegroeid sinds de moord op president Jovenel Moise in 2021.

De moord veroorzaakte een machtsvacuüm, waarbij premier Ariel Henry sindsdien op interim-basis regeerde. Henry heeft beloofd verkiezingen te houden zodra de veiligheid is hersteld, en heeft opgeroepen tot internationale hulp bij de strijd tegen de bendes.

"De internationale gemeenschap kan dit niet blijven doen in Haïti", zei Cherizier. "Als de internationale gemeenschap niets te maken heeft met de dood van Moise, mogen ze Ariel Henry niet steunen."

Cherizier zei ook dat bewoners van de dichtbevolkte wijk Carrefour Feuilles die hun huizen verlieten vanwege bendegeweld binnenkort zouden kunnen terugkeren en in vrede zouden kunnen leven.

De dreiging van Cherizier komt op het moment dat Kenia aan het afwegen is om een multinationale, door de Verenigde Naties gesteunde strijdmacht te leiden om de onderbewapende politie van Haïti te helpen in de strijd tegen de bendes.

Volgens schattingen van de VN zijn de afgelopen weken ruim 19.000 mensen uit de hoofdstad verdreven als gevolg van het uitbreken van gewapend geweld.