Suriname moet zich goed voorbereiden op olievondst
20 Oct 2017, 14:19
foto
Rudolf Elias, algemeen directeur van Staatsolie. (Foto's: René Gompers)


De Surinaamse overheid moet goed nadenken over wat zij wil doen met de gigantische voorraden aardolie die voor haar kust gevonden zullen worden. Rudolf Elias, directeur van Staatsolie en Raphael Trotman, de Guyanese minister van Natuurlijke Hulpbronnen drukken de Surinaamse overheid op het hart om zich nu al voor te bereiden en niet pas wanneer de eerste vondsten zijn gedaan.

“De grootste valkuil is als je je pas klaar gaat maken voor een olievondst nadat je hem gevonden hebt. Daarom hebben we deze conferentie gehouden,” deelt Elias mee. Met de National Seminar for Suriname op woensdag, is een aanzet gegeven aan de overheid om een besluit te nemen over de toekomst van de nieuwe aardolievelden. Het seminar is onderdeel geweest van de jaarlijkse New Petroleum Producers Discussion Group conferentie, een project van het in London gevestigde Chatham House, The Royal Institute of International Affairs. De bijeenkomst die 15 oktober is begonnen, wordt vandaag afgesloten.

“We zijn heel dichtbij, we moeten ons ready maken. Dit betekent niet dat we nu overhaast dingen moeten gaan doen," geeft Elias aan. "Maar we moeten nadenken; gaan we participeren in de olievondst, waar halen we het geld vandaan om mee te doen, waarmee en wanneer willen we niet meedoen, willen we een deel van onze aandelen verkopen om aan investeringsgeld te komen? Dit zijn slechts een paar van de vragen die Staatolie en de overheid moeten beantwoorden.

In Guyana is wederom een ontdekking gedaan. De voorraden zijn nu zo groot dat een raffinaderij die 150.000 barrels aardolie per dag kan verwerken, nodig is. “Suriname moet zich goed voorbereiden,” zegt ook minister Trotman. “Ons land is verrast door de olievoorraden. We hadden er niet zoveel geloof in, omdat de boringen eerst niets opleverden,” geeft Trotman aan. "We hadden ons er niet echt op voorbereid. Maar Suriname is bewuster over olie, het volk is op de hoogte van wat er op zee gebeurd, en het produceert al zelf.”

Trotman gaf in zijn toespraak aan hoe zijn land met het onverwachte geluk omgaat. Het kost veel moeite om door het bos van ‘plotselinge’ experts en deskundigen over olie, de bomen nog te zien. Met beide benen op de grond blijven is essentieel, maatschappelijk en op overheidsniveau. Guyana wil in 2020 in productie gaan. De verwachtingen zijn hoog. “Maar dat is ook een valkuil,” zegt hij. “Omdat men denkt dat het geld als water gaat binnenstromen. Zo gemakkelijk gaat het niet, omdat de prijs van de olie door de wereldmarkt wordt bepaald. Het zo goed mogelijk ‘managen’ van de verwachtingen is ook vereist.”

Momenteel zijn zowel Guyana als Suriname niet in staat om de gigantische olievoorraden te verwerken. Er zijn wel andere manieren om te verdienen aan de olie. “Bereid je gewoon voor op wat komt,” benadrukt Trotman. “In Guyana hadden we niet erop gerekend. Maar Suriname heeft een voordeel, jullie weten al dat de olie er ligt. It’s not a question of if, but when you will find the oil. Dus je kan je experts en belanghebbenden al voorbereiden, je kunt het heel proces met weinig moeite laten draaien,” geeft de Guyanese bewindsman mee.

Staatsolie bereidt zich al voor zodat het elke kant kan opgaan, deelt Elias mee. “Maar het is de overheid die uiteindelijk beslist op welke manier we participeren. Elk besluit, wat dat ook mag zijn, moet in elk geval Suriname ten goede komen.”

René Gompers
Advertenties