12 juni Internationale dag tegen Kinderarbeid
12 Jun 2013, 05:00
foto


Suriname is aanwezig op de Internationale Arbeidsconferentie met een tripartite-delegatie onder leiding van minister Michael Miskin van ATM. In verband met de Internationale Dag tegen Kinderarbeid op 12 juni zal de Internationale Arbeidsconferentie die nu gaande is in Geneve, Zwitserland, ook aandacht aan het onderwerp kinderarbeid besteden. In een speciale meeting zal van gedachten gewisseld worden over verplichte educatie aan kinderen voor eliminatie van kinderarbeid. Er zijn volgens de Internationale Arbeidsorganisatie wereldwijd 218 miljoen kinderen die werken.

In dit artikel over kinderarbeid wordt het onderscheid tussen kinderwerk en kinderarbeid besproken, omdat er in de samenleving nog heel veel onduidelijk is over deze begrippen. In een vervolgartikel zal aandacht worden besteed aan het thema van Werelddag tegen kinderarbeid: kinderen in de huishoudarbeid.

Elk jaar wordt op 12 juni de werelddag tegen uitbanning van kinderarbeid herdacht. Dit jaar heeft de International Labour Organisation (ILO) het thema “No to child labour in domestic work!” vastgesteld. Van de kinderen die wereldwijd arbeid verrichten, doen 115 miljoen gevaarlijke arbeid. Hiervan zijn 41 miljoen meisjes en 74 miljoen jongens. Verder blijkt dat 53 miljoen van deze kinderen variëren tussen de 5-14 jaar en 62 miljoen tussen de 15-17 jaar.

Uitbannen van kinderarbeid
De eerste Werelddag tegen Kinderarbeid werd in 2002 gelanceerd als een manier om het lot van kinderen die te maken hebben met kinderarbeid te markeren. Deze dag biedt een gelegenheid om verdere ondersteuning van de afzonderlijke regeringen, sociale partners, maatschappelijke organisaties en anderen, waaronder scholen, jeugd- en vrouwengroepen, alsook de media te krijgen in de campagne tegen kinderarbeid.

Werelddag tegen uitbannen van kinderarbeid, een dag waarop wereldwijd wordt stilgestaan bij haar ergste vormen en de vorderingen die de wereldgemeenschap, gebukt onder een financiële economische crisis, heeft geboekt bij het terugdringen van dit maatschappelijk probleem. Ook in Suriname zal een terugblik worden gedaan over de inspanningen van de diverse overheidsinstanties, direct en of indirect betrokken bij kinderarbeid, om dit probleem in onze samenleving aan te pakken.

Niet alle arbeid is kinderarbeid
Vaak wordt kinderarbeid aangemerkt als een arbeidsvraagstuk en wordt minder aandacht besteed aan de oorzaken. Willen wij samen kinderarbeid uitbannen in Suriname, dan is het belangrijk te weten wat kinderarbeid is, de oorzaken hiervan en het onderscheid tussen kinderarbeid en kinderwerk.

Niet alle vormen van werk dat door kinderen wordt verricht, wordt aangemerkt als kinderarbeid. Wereldwijd werken miljoenen jonge mensen (jeugdige personen) in ontwikkelde en ontwikkelingslanden, die de wettelijke minimumleeftijd voor het verrichten van arbeid nog niet hebben bereikt, betaald of onbetaald. Zij doen werk dat geschikt is voor hun leeftijd en ze voorbereid naar volwassenheid. Door dit te doen, leren zij verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en vaardigheden aan, verder leveren zij een bijdrage aan inkomen van hun familie, voorzien in een eigen inkomen en zorgen zij voor hun eigen ontwikkeling en die van hun eigen land.

Als het gaat om werk welke kinderen niet hindert om naar school te gaan, om te spelen, te ontspannen, vrijetijdsbesteding met leeftijdsgenoten, werk dat naar aard en omstandigheden, lichamelijk, geestelijk en moreel niet gevaarlijk voor hen is, dan spreken we in die gevallen niet over kinderarbeid.

Kinderarbeid is onaanvaardbaar
Kinderwerk is een ruimere term, die betrekking heeft op zowel de ergste vormen van kinderarbeid in een extreme situatie als werk dat bijdraagt aan de ontwikkeling van het kind.
Voorbeelden van kinderwerk die bijdraagt aan de ontwikkeling van een kind zijn v.b. thuistaken z.a. de afwas, vegen en dweilen van de vloer, het verzorgen van huisdieren (honden, vogels etc.), het begieten van de planten, het lappen van de ramen, het afstoffen van de meubels. Heel belangrijk bij kinderwerk is dat wat bijdraagt aan de ontwikkeling van het kind. Dus dat hij of zij naar school gaat of een vakscholing volgt, genoeg tijd heeft om te spelen en om zich te ontspannen.
Kinderarbeid is echter een onaanvaardbare vorm van kinderwerk. Het is betaald of onbetaald werk dat kinderen blootstelt aan gevaar of exploitatie (uitbuiting).

Kinderarbeid kan in drie categorieën van arbeid verdeeld worden te weten:
1. arbeid verricht door kinderen beneden de minimum leeftijd tot het verrichten van arbeid en welke mogelijkerwijs het kind hindert of belemmert in haar of zijn scholing en ontwikkeling;
2. gevaarlijke arbeid. Arbeid die het lichamelijke, geestelijke of moraal van het kind in gevaar brengt naar haar aard of naar de omstandigheden onder welke die arbeid verricht wordt;
3. onvoorwaardelijke ergste vormen van kinderarbeid: slavernij, dwangarbeid, kinderhandel, illegale activiteiten door kinderen z.a. drugsverkoop of smokkel, het inzetten van kinderen in gewapende conflicten, kinderpornografie en – prostitutie.

Oorzaken
De oorzaken waarom kinderen werken in plaats van naar school te gaan, zijn verschillend. Kinderarbeid is een sociaal verschijnsel, dat een oorzaak en gevolg van armoede is. Armoede van huishoudens dwingt kinderen om te gaan werken. Vaak moeten kinderen werken om te helpen geld te verdienen ter aanvulling van het gezinsinkomen. Soms moeten kinderen gaan werken, omdat er in gebieden waar zij wonen ook geen (goede) scholen zijn.

Kinderen worden dan gehinderd naar school te gaan om zich te ontwikkelen en vaardigheden aan te leren naar volwassenheid. De gevolgen hiervan kunnen zijn dat armoede, onderontwikkeling, werkloosheid en gezondheidsproblemen zoals misvorming van benen en rug, groeistoornissen door vitaminegebrek, huidaandoeningen, verlies van ledematen, vertraging van economische groei en sociale ontwikkeling in stand worden gehouden. Soms kan dit zelfs kinderen de dood kosten.

Kinderarbeid in Suriname
Helaas komt kinderarbeid ook voor in ons land. Dit heeft een onderzoek uitgewezen in het jaar 2002. Verder is vast komen te staan dat naar geslacht, er meer jongens dan meisjes betrokken zijn bij kinderarbeid. Enkele vormen van kinderarbeid zijn het bekend beeld van kinderen die fruit ter verkoop aanbieden bij (drukke) kruispunten van openbare wegen in en rondom Paramaribo, de situatie van kinderen met kruiwagens te Albina.

Uit een studie in de goudvelden in 2011 blijkt onder andere, dat kinderen die nabij een goudconcessie of de goudvelden wonen, indirect blootgesteld kunnen zijn of worden aan kwik. Maar het is niet duidelijk of er kinderarbeid voorkomt in deze gebieden.

Een van de zaken die de overheid heeft geïnitieerd om kinderarbeid tegen te gaan is in juni 2012 een start gemaakt met het landelijke pilot project naschoolse opvang voor kinderen in kansarme buurten. Dit project omvat naschoolse opvang van kinderen, huiswerkbegeleiding, sport en spel en verstrekken van een maaltijd. In de pilotfase hebben van de 16 GLO scholen ruim 6.000 kinderen geparticipeerd in dit project. Thans participeren in het landelijk project naschoolse opvang welke per 1 oktober 2012 is voortgezet circa 100.000 kinderen. Ten aanzien van de sociale maatregelen is in 2011 de kinderbijslag aangepast. Andere sociale maatregelen zijn de schoolkledingactie, het sociaal financieel ondersteuningsprogramma Conditional Cash Transfer(CCT), en Bromiki fu Tamara, ten behoeve van sociaal economisch zwakke gezinnen.

Kinderarbeid heeft diverse uiteenlopende oorzaken. De aanpak van dit verschijnsel heeft behalve op het beleidsgebied arbeid ook betrekking op andere beleidsgebieden zoals onderwijs, het sociaal voorzieningen beleid en het strafvervolgingsbeleid. Hoewel het ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu ( ATM) het verantwoordelijke ministerie voor de aanpak van kinderarbeid is, is voor de aanpak van kinderarbeid een multi sectorale aanpak/benadering nodig. Daarom heeft de overheid voor de integrale aanpak van dit verschijnsel een multidisciplinaire commissie, de Nationale Commissie Uitbanning Kinderarbeid ingesteld in 2009.

Nationale Commissie Uitbanning Kinderarbeid
De voornaamste taak van de commissie is het uitstippelen van beleid betreffende het tegengaan van kinderarbeid en het uitbannen van haar ergste vormen. Dit zal zij doen door het formuleren van voorstellen betreffende het beleid inzake het uitbannen van kinderarbeid, het opstellen van een nationaal actieplan en het coördineren en monitoren van de implementatie van dit plan, het initiëren van specifieke ontwikkelingsprogramma’s en het verrichten van onderzoek naar de situatie van kinderen die kinderarbeid verrichten. In deze commissie hebben zitting:

- Het kabinet van de President
de staat Suriname heeft haar toezegging gedaan om ook een bijdrage te leveren aan het uitbannen van dit maatschappelijk probleem. Hiermee wordt ook het nationaal beleid waarin de ontwikkeling en de toekomst van het kind centraal staat en de prioriteit voor de aanpak van deze problematiek, benadrukt.

- Het ministerie van ATM
als vakministerie voor arbeidsaangelegenheden is dit ministerie belast met het toezicht houden op het naleven van arbeidswetten, alsmede wettelijke regelingen betreffende de bescherming van arbeiders en het waarborgen en bevorderen van goede arbeidsverhoudingen.

- Het ministerie van Justitie en Politie
belast met onder andere de zorg voor de handhaving van de fundamentele mensenrechten en vrijheden, justitiële kinderbescherming, het handhaven van openbare orde en rust, het opsporen van strafbare feiten.
In dat kader heeft zij ook een bijdrage te leveren aan de strafrechtelijke aanpak (preventie, bestrijden en bestraffing) van andere vormen van uitbuiting van kinderen z.a. seksuele exploitatie van kinderen (kinderpornografie en –prostitutie) een vorm van uitbuiting die valt onder de zedenwetgeving, illegale activiteiten die onder transnationale georganiseerde misdaad vallen z.a. de handel in drugs (Opiumwet), mensen- en kinderhandel en de aanpak van straathandel door kinderen ten einde de verkeersveiligheid op de openbare weg te waarborgen.

- Het ministerie van Onderwijs
belast met de zorg voor aangelegenheden betreffende alle vormen van onderwijs en opvoeding waaronder het waarborgen dat kinderen zich kunnen ontwikkelen en om hun langer in het onderwijsproces te houden. Onderwijs wordt aangemerkt als het beste wapen tegen kinderarbeid. Kinderen behoren op school te zijn en niet te werken.

- Het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting
belast met de implementatie van het sociaal beleid, waaronder het algemeen welzijn van de jeugd en de implementatie van het VN verdrag inzake de rechten van het kind.

- Het ministerie van Regionale Ontwikkeling
vanuit haar beleidsgebied belast met o.a. de zorg voor het regionaal bestuur en het onderhouden van de relaties met de centrale overheid en het traditioneel gezag. Deze zal een essentiële bijdrage kunnen leveren aan de landelijke aanpak van dit probleem in het bijzonder in de districten en het binnenland. Ook bij het ontwikkelen van speciale programma’s voor bepaalde doelgroepen z.a. de inheemsen en de marrons is de bijdrage van dit ministerie van belang.

- Sociale partners: Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) en RaVaksur worden op grond van het beginsel van tripartisme en het beginsel van sociaal dialoog betrokken bij het formuleren van oplossingsmodellen voor kinderarbeid.
Anton de Kom Universiteit van Suriname zal haar bijdrage als instituut leveren in de benadering op een wetenschappelijke manier.
Stichting RACHAB voorheen Stichting Maxi Linder Association, werkt onder anderen met de doelgroep commerciële sekswerkers en de ervaring met deze groep zal kunnen helpen bij de aanpak van kinderen die worden ingezet in de prostitutie.

Los van de commissie uitbanning kinderarbeid, heeft de Surinaamse samenleving ook een voorname rol in de strijd tegen kinderarbeid. Door samen te werken kunnen wij werken aan het terugdringen en uitbannen van kinderarbeid in Suriname.

De afdeling Voorlichting van het ministerie van Arbeid, Technologische ontwikkeling en Milieu


Advertenties