De voorzitter van het CHof, Gloria Stirling, leest de beslissing over de verzoekschriften voor.
De verzoekschriften van de advocaten Shanti Sheombar en Shanti Gopalrai zijn vandaag in een openbare zitting door het Constitutioneel Hof (CHof) niet ontvankelijk verklaard. De voorzitter van het CHof, Gloria Stirling, motiveerde dat het orgaan niet bevoegd is om de verzoekschriften te behandelen.

Sheombar had gevraagd aan het CHof om artikel 72 lid g van de grondwet te toetsen aan internationale verdragen en drie artikelen van de grondwet. Het gaat om verlenen van amnestie en abolitie. Gopalrai had gevraagd om toetsing van een resolutie aan de grondwet en internationale verdragen waar Suriname partij bij is. In de resolutie is een privéweg omgedoopt in een openbare weg.

Op 23 februari heeft Sheombar haar verzoek ingediend bij het CHof. Zij vindt dat amnestie en abolitie, zoals opgenomen in artikel 72 lid g een beknotting zijn van het vrije genot van grondrechten en vrijheden. Alle strafbare feiten moeten volgens haar worden vervolgd en berecht. Zij wilde daarom de toetsing van dit artikel. Het verzoek is in strijd met de Wet op het CHof. Het instituut is niet bevoegd tot toetsing van artikel 72 g aan de grondwet. Het CHof is slechts bevoegd een wet of gedeelten daarvan te toetsen aan de grondwet. Een of meerdere bepalingen in de grondwet kan niet getoetst worden door het CHof.

Ook bij het verzoek van Gopalrai heeft het CHof besloten dat het niet zijn bevoegdheid is om de resolutie te toetsen aan de grondwet en andere verdragen. Er is ook geen sprake van een spoedeisend belang. Er zijn meerdere rechtszaken aanhangig gemaakt over deze zaak. Het CHof zal dit verzoek niet verder in behandeling nemen.