Van rechter Sandra Nanhoe-Gangadin moet stichting Radjie Rijstindustrie binnen twee weken een terrein van bijkans 200 hectare dat deel is van de Stalweide in Nickerie, ontruimen. De toewijzing van het terrein door het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) aan Radjie, is volgens de rechter onrechtmatig en had nooit mogen plaatsvinden. Dat Radjie een commerciële hypotheek op het terrein heeft van SRD 5 miljoen, heeft de rechter niet tot andere gedachten gebracht. 

Volgens de rechter weegt het algemeen belang bij behoud van de grond voor veeteelt zwaarder dan de particuliere economische belangen van Radjie. Voor elke dag na de twee weken dat verzuimd wordt het terrein te ontruimen, zal een boete van SRD 1 miljoen betaald moeten worden aan de Staat. Radjie werd vertegenwoordigd door Irvin Kanhai en de Staat door Shiraz Boedhoe. 

Het vonnis laat weinig ruimte voor interpretatie. Stichting Radjie moet het terrein volledig ontruimen en verlaten. Indien nodig mag de Staat daarbij de ‘sterke arm’ inzetten. De opgelegde dwangsom van SRD 1 miljoen per dag, met een maximum van SRD 100 miljoen, onderstreept de ernst waarmee de rechter de zaak beoordeelt. Dit vonnis is bij voorraad uitvoerbaar. 

De grond, onderdeel van de zogeheten Stalweide, is al sinds 2005 toegewezen aan het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) voor ontwikkeling van de veeteelt. De toewijzing aan Radjie in 2023, zonder enig overleg met LVV of de districtscommissaris van Nickerie, is volgens de rechter in strijd met fundamentele beginselen van behoorlijk bestuur.

Bestuurlijke blunder 
De affaire legt een bestuurscultuur bloot waarin procedures worden genegeerd en politieke willekeur de overhand lijkt te hebben. De verantwoordelijkheid ligt bij het ministerie van GBB, dat onder minister Dinotha Vorswijk (ABOP) al eerder onder vuur kwam wegens wanordelijke gronduitgiftepraktijken. Deze kwestie rond de Stalweide heeft voor veel politieke ophef gezorgd in de media. Critici noemden het symptomatisch voor de chaos binnen GBB. Het was niet te verkroppen dat een perceel van strategisch belang voor de veeteeltsector zomaar in commerciële handen terechtkwam, zonder afstemming met het LVV aan wie het rechtmatig toebehoort. 

Opmerkelijk is dat de huidige minister van Justitie en Politie, Harish Monorath (ABOP) de ‘s Landsadvocaat, verbonden aan GBB is geweest, toen Radjie, in deze kwestie een kortgeding aanspande tegen de Staat. Toenmalig minister van LVV, Parmanand Sewdien verweet Monorath toen ervan de belangen van de Staat niet te hebben behartigd. 

Geschorste grondinspecteur
Na de politieke ophef en media aandacht werd vooral een grondinspecteur van GBB publiekelijk aangepakt. De man stelde dat hij zich baseerde op foutieve informatie op de aanvraagkaart, waarin het perceel verkeerd werd aangeduid als behorend tot de Europolder. Deze administratieve 'vergissing' leidde volgens hem tot een foutief advies. De minister schorste de inspecteur en startte een disciplinair traject. Echter bleef het de vraag hoe een perceel van bijkans 200 hectare kon worden uitgegeven zonder een behoorlijke toetsing.

Hypotheek 
In een laatste poging zich te verdedigen, stelde Radjie dat de commerciële belangen zwaarwegend waren. Radjie Caribbean Agriculture Company N.V. had een miljoenenkrediet verstrekt aan Stichting Radjie, met als onderpand het bewuste perceel. Maar de rechter veegde dat argument resoluut van tafel: een hypotheek op een onrechtmatig uitgegeven grondstuk is niet rechtsgeldig. Het oordeel is niet alleen een tik voor Radjie, maar ook een waarschuwing aan financiers en notarissen: wie zich begeeft in grijze zones van gronduitgifte, loopt groot risico juridisch te worden teruggefloten.

Hoewel de Staat de zaak overtuigend won, oordeelde de rechter dat elke partij haar eigen proceskosten moet dragen. Die beslissing lijkt vooral ingegeven door de complexiteit van de zaak. Toch is het signaal ondubbelzinnig: politiek gemakzuchtig handelen in het gronddomein wordt niet langer gedoogd door de rechterlijke macht.