Ingezonden: Domheid en Wijsheid, identieke tweelingen
03 Nov 2011, 06:00
foto
Steven Alfaisi


Op de laatst gehouden conferentie over grondenrechten cq landrechten heeft de president een opmerkelijke, bestaande, uitspraak gedaan naar aanleiding van het standpunt van het traditioneel gezag van de Inheemsen en Marrons over wat zij verstaan onder deze rechten. “Wie denkt dat wijsheid duur is, weet niet wat domheid kost”. Naar aanleiding van deze opmerking en het afblazen van de conferentie door het staatshoofd zijn er heel wat reacties uit de samenleving gekomen, van deskundigen, pseudo deskundigen tot de gewone man van de straat. Iedereen probeerde uit te leggen wat men diende te verstaan onder grondenrechten en waarop de Inheemsen en Marrons wel of geen rechten dienen te hebben of helemaal geen bijzondere rechten dienen te genieten.

Zelfs mijn vriend en oudere over mij (traditioneel in de Marroncultuur) Bert, poneerde zijn bekende sociale stelling van non-groot grondbezit, met een aantal Surinaamse voorstellen. Zijn stelling en voorstellen dienen we meteen te beschouwen als slechts mogelijk in het land Utopia en het werelddeel Noord-Zuid Utopia welke ver voorbij de Noord en Zuidpool ligt, omdat we leven in een ander tijd of dat eventueel deze zaken over duizend jaren terug zullen keren of bij de komst van Jezus. En terecht wordt in een ingezonden stuk aangegeven dat de benaming grondenrechten verkeerd is en dat het landrechten (Eng. vertaling: landrights) dienen te zijn. Maar Shakespeare citerend: “What’s in a name?" Het kan een Surinaams-Nederlands woord zijn zoals woorden ontstaan door mengeling van woorden, maar heel belangrijk is, als we maar begrijpen waarover het gaat. Dus de taaltechnische cq juridische definitie en discussie hieromtrent laat ik nu voor wat het is en beschouw ik niet tot kern van het probleem.

Wat is nu dan de kern van het probleem en wat is de oplossing?
Laat me beginnen met de stelling; er is geen oplossing. Als dat zo is, dan kan men stoppen met dit heel gedoe is dan de conclusie. Mijn verduidelijking hierbij is, er heeft nooit vanwege de mens een oplossing bestaan voor een probleem, direct bij het ontstaan hiervan. De oplossing werd gevonden middels het toepassen van methodes en procedures om tot de oplossing te komen. Tot men de juiste procedures en methodes heeft gevonden zal er geen oplossing zijn. Mijn inziens is de kern van het probleem niet eens het verschil in visie tussen de Inheemsen en Marrons enerzijds en de regering anderzijds omtrent grondenrechten, maar de weg die bewandeld dient te worden om daadwerkelijk vast te stellen wat geplaatst zal worden onder grondenrechten. En dat is nu juist het gedeelte waarop men niet heeft gefocust, of tenminste onvoldoende.

Adviseurs van de president zouden hem een conferentie dienen af te raden, omdat deze weinig succesvol is gebleken bij dit soort type van onderhandelingen waar er veel mensen en groepen bij zijn betrokken. Wil je grote groepen betrekken, hou dan een lezing cyclus om de standpunten van groepen duidelijk te maken aan de gemeenschap. Als adviseur hoef je niet altijd eens te zijn met de president, want als hij het beter wist was je dan niet daar als adviseur en heeft hij juist tegenkracht nodig om te komen tot gebalanceerde besluiten. En ja, het zijn onderhandeling voor beide kanten indien men dat nog niet door had. Wie kan zich nog herinneren mijn ingezonden stuk van eind juni 2010 na de verkiezingen: “Het ABC van onderhandelen?" Deze is nog steeds toepasselijk en ook op deze situatie. In mijn relaas hieronder zullen een aantal zaken die zich hebben afgespeeld tijdens en na de Colakreek conferentie, hierin herkenbaar en terug te vinden zijn, zonder dat ik ze specifiek benoem. Voorts ga ik in dit artikel niet in op de inhoudelijke discussie, maar op het proces.

Velen bezien onderhandelen vaak als een logisch en automatisch gebeuren en vanuit de positie waar ze zich op dat moment bevinden menen individuen binnen of buiten een organisatie (leiders, ministers, adviseurs, etc) dat zij over voldoende natuurlijke skills beschikken en eventueel academische “wijsheid” wat onderhandelen aangaat. De positie van partijen kunnen vaak sterk verschillen: van een sterke, dominante, strategische tot “zwakke” positie. Van daaruit wordt dan bepaald van wat en waaraan er wel zal worden toegegeven en wat niet. De zogenaamde “position bargaining”. Men neemt vaak in dit geval het besluit om zacht of hard te onderhandelen.
De zachte onderhandelaar wil zoveel mogelijk (persoonlijke) conflicten voorkomen en doet zoveel als mogelijk concessies om zo snel mogelijk tot overeenstemming te geraken, waarbij hij een redelijk uitkomst verwacht. Hij komt vaak bedrogen uit en voelt zich aan het eind beetgenomen en misbruikt.

Aan de andere kant wil de harde onderhandelaar met de meeste voordelen eindigen en gaat tot het uiterste om dat te realiseren. De uitkomst is vaak dat de andere partij op gegeven moment ook overgaat tot het innemen van harde standpunten en raken partijen verder van hun doelen af.
Er is een andere manier van onderhandelen en dat is “op principes gebaseerde onderhandelingen” ontwikkeld door de Harvard University. Deze wijze van onderhandelen laat partijen “issues” bezien en benaderen vanuit hun waarde in plaats van een situatie van gehaal en getrek en puur inname van posities en intimidatie. Belangrijk hierbij is dat partijen kijken naar mogelijke wederzijdse voordelen en waar de belangen conflicteren zal erop dienen te worden gestaan om eerlijke en duidelijke onafhankelijke standaarden (los van van partijen) vast te stellen. Deze wijze van onderhandelen staat los van de personen, maar is meer geconcentreerd op de waarde van de issues. Het omvat verder geen trucs/listen en aannemen van voor de onderhandelingen niet bevorderlijke houdingen.

Het doel en methodiek van onderhandelen is dus hierbij:
• het realiseren van een “wise Agreement” indien dat mogelijk is;
• Efficiënte werkwijze;
• Het verbeteren van de relaties tussen partijen of dat deze ten minste niet wordt beschadigd.
Een “wise agreement” kan worden omschreven als; een overeenkomst dat de legitieme belangen van beide partijen zoveel als mogelijk tegemoet komt , conflicten tussen partijen helpt weg te maken, duurzaam is en eveneens gemeenschapsbelangen in overweging neemt.
Definieer eerst de belangen en beoogde doelen voor jezelf en de andere partij.
Duidelijk dient hierbij te zijn: wat wil je middels een eventuele overeenkomst bereiken en wat zijn de voor of nadelen? Ga de belangen stuk voor stuk na. Je bent dan geconcentreerd op belangen en niet op posities en personen waarmee je eventuele persoonlijke problemen hebt of hebt gehad en is zijn de emoties bijna tot nul gereduceerd. Op basis hiervan besluit je te onderhandelen of niet.
Baseer de onderhandelingen vooraf op principes en standaarden, “principled negotiation”.

Wat is de meest efficiënte werkwijze die we kunnen toepassen en wat kunnen we als uitgangspunten hanteren? Documenten, conventies, wetgeving, praktijksituaties etc. Wie gaat participeren en hoe? Wat zijn de voor- en nadelen van deze. Door beide partijen te bepalen en kan worden gezien als de pre onderhandeling en het meest belangrijkste van het proces. Op basis hiervan kan je dan verschillende op rationele gronden gebaseerde opties voor jezelf ontwikkelen voordat je besluit wat te doen. De criteria van onderhandelingen zijn objectief en duidelijk vastgesteld.
Ga niet uit van: het innemen van posities en van daaruit onderhandelen om tenslotte concessies te doen en aldus een overeenstemming te bereiken.
Met deze opstelling kan je overeenstemming bereiken en ook niet. Het zal een over en weer innemen, verzachten en of verharden van standpunten zijn zonder dat de beoogde resultaten van beide partijen zijn behaald. Het is inefficiënt en kan leiden tot een niet duurzaam en onbevredigende overeenkomst dan in feite het geval kon zijn.
Denk tenslotte of als eerste na over: wat is mijn beste alternatief als ik geen overeenstemming bereikt?

Vaak hoor je de uitspraak: “ ik ga niet ten koste van alles een overeenkomst sluiten.” Maar is daadwerkelijk alles uitgeprobeerd? Is er niet te snel gegrepen naar een situatie van: dit is mijn limiet en het houdt op? Heeft men werkelijk alle opties bekeken en is niet vanuit een sterke positie een houding aangenomen van; ik bepaal, take or leave it? en indien al deze vragen positief zijn beantwoord dan zal men dienen te eindigen op het punt van: wat is zeker mijn beste alternatief indien ik besluit geen overeenkomst aan te gaan. Dit dient altijd vooraf te worden vastgesteld en hoeft men niet terug te krabbelen van een standpunt. Dat verzwakt alleen maar je argumentatie.

Tenslotte, Wijsheid en Domheid zijn identieke tweelingen, met tegenovergestelde karaktertrekken die door een dunne lijn worden gescheiden (it’s a thin line between wisdom and stuborness). Hierbij kan soms de ene doorgaan voor de andere zonder dat mensen door hebben dat het Domheid of wijsheid is die daar loopt. Als je denkt dat je wijzer bent dan de ander door voor een voorgestelde aanpak niet te kiezen of uit te proberen, heb je het aan het verkeerd eind, terwijl als je juist de ander uitnemender acht dan je zelf, niet onderschat en ook uitprobeert zijn methodes, dan kan het zijn dat we dicht bij de oplossing zitten. Het advies is aan alle partijen: zet het proces van grondenrechten voort en laat dit begeleiden door een deskundige (nationaal of internationaal) op het gebied van onderhandelen/bemiddelen en kom met mekaar als eerste een werkwijze overeen. Voor wie dat nog niet door heeft, het belang voor Suriname om dit geregeld te hebben is veel groter dan het ongeregeld te laten. Stap af van positioneel onderhandelen en ga over op principes gebaseerde onderhandelen. Stel vast wie de key-stakeholders zijn en breng de groep van onderhandelaars terug tot aanvaardbare proporties en laten vertegenwoordigers participeren. Nadat overeenstemming is bereikt over de verschillende onderdelen licht dan de gemeenschap via de pers steeds in. Waak altijd ervoor je niet te laten misleiden door de tweelingen, Wijsheid en Domheid.

Mr. Steven Alfaisi, MA (Afgestudeerd aan de Fletcher School of Law & Diplomacy, TUFTS University Boston, USA 2010 in International Relations)
Advertenties

Saturday 20 April
Friday 19 April
Thursday 18 April