Het contract met Apache in blok 58 is getekend op 24 juni 2015. Afgelopen jaar is de eerste put geboord, het duurt vier tot vijf jaar voordat het zover is om een put te kunnen boren. Algemeen directeur van Staatsolie, Rudolf Elias, zei zondag in het programma Welingelichte Kringen op Radio ABC dat eerst nagegaan moet worden om hoeveel olie het gaat. Apache heeft het over een 'significante vondst'. Het is nog niet zeker of het om een commerciële put gaat. "De kans dat het om een commerciële put gaat, is bijzonder groot natuurlijk omdat het dezelfde olie is als in Guyana. We weten dat de olie goed is en dat de olie stroomt", deelt Elias mee. 

Op basis van de techniek kan worden ingeschat om hoeveel olie het gaat. Maar er moet honderd procent zekerheid zijn voordat er verder geïnvesteerd wordt. Er moet rond de vijf tot zes miljard US-dollar worden geïnvesteerd in zo een drijvende raffinaderij op zee. Twaalf tot achttien maanden wordt er ook gekeken naar 'appraisal putten' om vast te stellen hoe groot het olieveld is. Op basis hiervan wordt er een besluit genomen om te investeren in het winnen van de olie. 

Bij het finaal investeringsbesluit moet Suriname/Staatsolie ook zeggen of geparticipeerd zal worden met de 20%. "En dan moeten wij ook het geld op tafel leggen," deelt Elias mee. Dat bedrag zal zeker liggen tussen de 800 miljoen en US$ 1.3 miljard. Een olieboorplatform kost tussen de US$ 4 tot US$ 6 miljard. Eerst wordt er gestudeerd, dan worden appraisal putten geboord en daarna moet er een heel ontwerp gemaakt worden over hoe de olie uit de grond gehaald zal worden. Een raffinaderij op zo een boot bouwen duurt zeker 3 jaar. "De eerste olie die je uit de grond haalt, dat duurt minimaal 4.5 tot 5 jaar. Minimaal, want meestal is dat langer. Dan pas gaan wij pas geld verdienen als Staatsolie en als Staat", voert de Staatsolietopper aan.