De
aangekondigde verhoging van de schuldlimiet van Suriname bovenop de andere
investeringsplannen van de overheid en grote huidige operationele tekorten te
midden van toenemende externe druk, brengen risico's met zich mee voor de
houdbaarheid van de overheidsschuld. De komende algemene verkiezingen van mei
2020 verhogen ook het risico van uitgavenoverschrijdingen die vergelijkbaar
zijn met die na de verkiezingen in 2015. Dat zou de binnenlandse
kapitaalmarkten verder kunnen beïnvloeden en zou kunnen leiden tot
wisselkoersschommelingen. Het enorme begrotingstekort en de zwakke
schulddynamiek zijn dan ook bepalend geweest voor kredietbeoordelaar Fitch
Ratings om de rating van Suriname te houden op B- met negatieve vooruitzichten.
In zijn jongste beoordeling van 22 november voorspelt Fitch dat het begrotingstekort naar verwachting 18,2% van de omzet zal
bereiken in 2019. Dat is boven de huidige 'B' -mediaan van 10,7% en een
stijging van gemiddeld 4,3% in de periode 2010-2014. De schuld/bbp-ratio van de
overheid is gestegen met 75% in september. Aan het eind van 2018 was dat nog
72%.
Fitch
voorspelt dat de overheidsschuld ten opzichte van het bbp tegen het eind van
2019 88%, inclusief Afobaka, zal bereiken. Dat is ruim boven de
huidige 'B' -mediaan van 57,5%. Die mediaan wordt slechts door 16 van de 118
door Fitch beoordeelde soevereine staten overschreden. Het gaat daarbij om vijf
opkomende markten in de categorie 'B'/'CCC'/'CC', twee met een 'BB-' rating (ondersteund door vermogensfondsen of zware kapitaalmarkten) en negen zijn
staten met een goede investeringsgraad met hogere schuldentolerantie.
Terwijl
bilaterale kredietlijnen van China momenteel sommige openbare werken
financieren, heeft de financieringsdruk ertoe geleid dat de overheid 2,4% van
het bbp heeft geleend bij een faciliteit van de Centrale Bank. Een buitengewone
financieringsmaatregel met een historisch precedent, noemt Fitch het. Daarnaast
heeft de overheid 40 miljoen euro geleend van banken waar zij de
meerderheidsaandelen van heeft tegen een nominale rente van 1% (Fitch noemt het
een negatieve reële rente) gedurende de eerste helft van 2019. Dunne buffers
van commerciële bankkapitaal en de negatieve aandelenpositie van de Centrale
Bank (10,9% van het bbp vanaf juni 2019) zijn voorwaardelijke schulden.
De
investeringsstrategie van de overheid voegt ook externe risico's toe, zegt
Fitch. De netto internationale investeringspositie/bbp van Suriname
verslechterde naar een aansprakelijkheidspositie van 89% in 2018. Vier jaar
eerder, in 2014, was dat nog 26%. Het verwerven van de Afobaka Hydro Dam, een
NDP verkiezingsprioriteit, verhoogt volgens Fitch de financieringsbehoeften van
de overheid met US$ 150 miljoen, dat zou worden gefinancierd met een
overbruggingslening van 18 maanden. "Dit volgt op het hangende verzoek van
de overheid in 2019 aan Staatsolie om namens de overheid aandelen te verwerven
in de nieuwe Saramacca-goudmijn" (van Rosebel/Iamgold).
Er is
externe druk ontstaan. De parallelle vreemde valutahandelsmarkt plaatst een
premie van 12% op de officiële SRD/US$- wisselkoers. De reserves van Suriname
(US$ 688 miljoen in oktober), hoewel stabiel, bieden slechts een beperkte
buffer voor externe schokken en kunnen afnemen als het tekort op de lopende
rekening groter wordt of er een kapitaalvlucht optreedt. Bruto internationale
reserves worden ondersteund door repatriëring van buitenlandse activa van
commerciële banken en goudaankopen van ingezetenen. De centrale bank heeft ook
een US$150 miljoen swap-lijn uit China.
Fitch
Ratings meldt ook dat de oppositiepartij VHP open brieven heeft gestuurd naar
veel van de internationale crediteuren van Suriname waarin zij aandacht vraagt
voor duurzaamheidsrisico's van de overheid en haar bezorgdheid uitspreekt over
nieuwe financieringen in 2019. "De VHP heeft haar platform voor economisch
en fiscaal beleid nog niet gepubliceerd, hoewel haar leiders het economisch
model van Suriname bij eerdere verkiezingen hebben ondersteund." Fitch zal
het beleid van de grote partijen beoordelen naarmate deze verder
kristalliseren.