Column: Alleen maar nette racisten: humor en humor
29 Oct 2012, 14:30
foto
De auteur Robert Vuijsje geflankeerd door zijn echtgenote Lindy en acteur Géza Weisz bij de première van zijn film in TBL Cinema op 21 oktober. (Foto: Raoul Lith)


Ik heb me rot gelachen met het boek van Robert Vuijsje “Alleen maar nette mensen”. Het is komisch om te zien hoe racistische humor met een links-progressief tintje in Nederland wordt bedreven.
Vuijsje wil zich voordoen als iemand die gevoel heeft voor zwarte mensen en hun wereld begrijpt. Die wereld is een wereld zoals veel Nederlanders vermoeden, maar hij in alle eerlijkheid beschrijft: rauw, onbeschaafd, ongegeneerd, schaamteloos.
In zijn boek heeft hij de naam David, een Joodse jongen uit een rijke Amsterdamse buurt. Hij steekt de draak met die rijke mensen, zoals een linkse jongen ook hoort te doen tot zijn 25ste als hij afgestudeerd is.

David heeft een bijzondere wens: hij wil een zwarte negerin. “Een zwarte negerin is rauwer… Dierlijker. Het beste is als ze zwart is, dat je niet kunt zien waar haar haar begint” (p.14). Hij noemt het een wens, maar beschrijft het als een afwijking. “Ik wil een echte negerin. Een die nog nooit met een blanke man heeft gepraat.” En waar vind je die? In de Bijlmer natuurlijk.
David heeft eerst een relatie met een net wit Joods meisje, Naomi. Maar hij zocht een zwarte vrouw en vond die in Rowanda, een dikke meid met grote billen en borsten, zwart als de nacht en met twee kinderen van twee zwarte mannen op 24-jarige leeftijd.

In de Bijlmer leert David dat er drie soorten zwarte vrouwen zijn; meer kent hij niet (p. 36).
“De eerste categorie is de bounty. De bounty-vrouw kiest per definitie voor de blanke man.”
“De tweede categorie heet de switch-hitter. De switch-hitter gaat beide kanten op: zwart en wit.”
“De derde categorie is de Sherida-ketting. Om haar nek draagt ze een gouden ketting, waaraan in gouden krullen de naam Sherida hangt. Ze woont in een zwarte wijk en gaat uitsluitend om met zwarte mannen… Ik zoek de Sherida-ketting die toch een intellectueel is. De intellectuele negerin. Dit is het probleem: zodra ze een intellectueel wordt, degradeert de Sherida ketting automatisch naar de switch-hitter of, erger nog, naar de bounty. Dan is ze geen echte negerin meer.”

Ik ken drie soort witte mannen, intellectuele mannen welteverstaan.
De eerste categorie is de Elseviers intellectueel. Hij kiest per definitie voor een blanke vrouw, tot zijn vijftigste, daarna gaat hij voor zijn twintig jaar jongere secretaresse.
De tweede categorie is de Vrij Nederland intellectueel. Hij kiest soms voor een blanke vrouw en voor de afwisseling wel eens een jonge zwarte man.
De derde categorie is de tokkie-intellectueel. Die denkt alleen maar aan één ding: seks, seks, seks met een zwarte vrouw. Hij is doctorandus, maar zijn verstand zit tussen zijn benen.

Vuijsje, alias David, een tokkie-intellectueel, heeft dus een wereldbeeld gevormd van zwarte mensen, en vooral van zwarte vrouwen. Maar het boek gebruikt de schrijver ook om de discussies in de zwarte gemeenschap over racisme, slavernij en aanverwante thema’s aan te kaarten.

Rowanda vertelt David over zwarte “liegmannen”. Mannen die liegen en steeds vreemd gaan.
Rowanda vraagt aan David of hij ook een liegman was.
David ( p. 39): “Dit was de kans om mijn unique selling point te gebruiken. ‘Ik lieg niet’, zei ik. ‘Het zit niet in mijn cultuur om vreemd te gaan. Ik ben de enige man hier die je kunt vertrouwen.’”

De volgende heb ik zelf toegevoegd.
“Rowanda keek op en zei: ‘Maar hoe zit het met Prins Bernhard dan. Die heeft toch ook kinderen bij andere vrouwen dan koningin Juliana?’
Ik antwoordde: ‘Dat klopt, maar hij is een Duitser!’”

Die toevoeging zou het boek nog humoristischer maken, toch?

David kaart de kwestie van herstelbetalingen aan (p. 67). “Het maakt niet uit dat er geen Hollanders meer in leven waren die hadden meegedaan aan de slavenhandel – het moest vergoed worden en wel met miljarden euro’s. Maar dat gebeurde natuurlijk niet, omdat er te weinig geld op de wereld bestond om de slavernij goed te maken en omdat het systeem in Nederland niet was gemaakt voor zwarte mensen. Joden hadden na de oorlog reparatiekosten gekregen, waarom kregen Afro-Surinaamse zwarte mensen dat niet?”

Rowanda antwoordt niet, niet bij David, maar wel bij mij.

“’David, mijn schat,’ vroeg Rowanda, ‘als iemand je gouden armband steelt, mag hij het dan houden?’
Hm, dacht ik mij mezelf, wil ze iets van me stelen? Ik antwoord: ‘Nee mi gudu’ (ik leer een beetje Sranan), hij moet die gouden armbad terug geven.’
‘Maar als die persoon dood is, mogen die kinderen die armband houden?,’ ging ze door”.
‘Nee Rowanda, die kinderen moeten het teruggeven.’
Het leek net alsof er iets veranderde in Rowanda. Ze leek bijna iets intellectueels te hebben, iets switch-hitter-achtig misschien. Want ze ging maar door, terwijl ik dacht dat we die avond seks zouden hebben.
‘David, als jij in de supermarkt gaat werken, en de baas betaalt je geen loon, ga je dan boos worden?’
Wat is er toch aan de hand met Rowanda, vraag ik me af.
‘Ja, natuurlijk word ik boos. Ik ga toch niet gratis werken voor een baas. Meisje, trek je kleren uit hoor.’
Die avond kreeg ik een visioen. Het gaat de slechte kant uit met Rowanda, ze lijkt geen switch-hitter, geen bounty, wat is dit in hemelsnaam!
Ze trok haar kleren uit, maar ik kreeg mijn pis-tool maar niet omhoog.”

Vuijsje behandelt niet alleen herstelbetalingen. Hij is Joods en wil vooral duidelijk maken hoe goed de Joden zijn geweest voor zwarte mensen.
Janine, de moeder van Rowanda, vroeg of hij Joods was (p. 66).
“Ik zei: ‘Ja mevrouw.’
Het was weer stil. Tot ik vertelde dat negers en joden in de jaren zestig samenwerkten. ‘Bij de Civil Rights Movement in Amerika. Ze wilden allebei dat Amerikaanse negers burgerrechten kregen.’”

En hier volgt mijn toevoeging.
“Janine luistert zwijgend naar David. Ze stopt met roeren in de pan en zegt: ‘Mijn voorouders kwamen niet uit Amerika, maar uit Suriname. Ken je het verhaal van Alida en Elizabeth Samson, een Joodse vrouw in de slaventijd?’
‘Nee, mevrouw, nooit van gehoord.’
‘Oh, dan moet je Rowanda vragen om je het een keer te vertellen.’

“Die avond verheugde ik me weer op seks met Rowanda. Ik dacht steeds aan haar grote borsten.
We kropen samen in bed, ingedoken onder witte lakens. Rowanda was helemaal naakt. Ik trok het witte laken over mijn hoofd. Het kwijl liep langs mijn mond toen ik met mijn tanden in haar grote borsten beet.
“Au! Au!,’ schreeuwde Rowanda. Ik dacht dat ze het lekker vond, maar haar toon was niet lekker.’
Ik richtte mijn hoofd op met het witte laken nog als een puntmuts op mijn kop.
‘Rowanda’s gezicht trok bleek weg. ‘’Ku-Klux-Klan’, riep ze verschrikt. ‘Alida, Elizabeth Samson!’ riep ze huilend’
Ik was helemaal in de war. Wat bedoelde ze?
Pas toen ik het laken van mijn hoofd trok, zag ik in de spiegel dat het opgetrokken was als een puntmuts. Ik moest lachen. Ku-Klux-Klan. Hilarisch! Maar Rowanda bleef zachtjes huilen. Ik zag bloed op haar borst. Ik had iets te hard gebeten.”
Later toen ze gekalmeerd was, vertelde ze me het verhaal van Alida en Elizabeth Samson. Samson was een Jodin en Alida haar slavin. Haar man had een oogje op Alida. Uit woede liet ze de borsten van Alida afhakken en de volgende dag serveren als vlees. Haar man had het niet door toen hij zijn tanden in het vlees zette. Toen hij klaar was, vroeg zijn vrouw of hij het lekker vond. Nadat hij positief antwoordde vertelde ze dat hij net de borsten had gegeten van zijn liefje. Het is waar gebeurd. Iedere Surinamer kent dit verhaal. Nu pas begreep ik dat mijn betoog over Joden en de Amerikaanse burgerrechtenbeweging als een tang op een varken sloeg.
Rowanda was behoorlijk van slag, maar toen ik zei dat ik schoenen van Dolce & Gabbana van 240 euro voor haar zou kopen, was ze weer blij. Ik kon weer seks hebben. Mijn pis-tool deed het weer.”

Vuijsjes roman zit vol van dit soort verhaaltjes waar je zelf iets bij moet verzinnen om witte racistische humor om te zetten in zwarte sarcastische humor. Je hebt humor en humor, toch.

Het boek van Vuijsje is een groot succes vanwege de racistische humor. Er is een groot publiek bij witte en gekoloniseerde zwarte mensen voor dit soort humor.
Nu is een film gemaakt over het boek. Ik heb het niet gezien, maar lachte me rot toen ik een foto van de cast zag. Op internet zie je Vuijsje als een dikke man met een lichte vorm van obesitas. Op de foto voor de film is hij veranderd in een slanke jongen naast een dikke zwarte vrouw met zware obesitas. Hoe verzinnen ze het? De wereld draait door!

Sandew Hira
Advertenties

Tuesday 23 April
Monday 22 April
Sunday 21 April