Politicus Azruddin Mohamed staat journalisten te woord. (Foto: Stabroek News)
De Guyanese zakenmannen Nazar Mohamed en Azruddin Mohamed, tevens politiek leider van de oppositiepartij We Invest in Nationhood (WIN), zijn vrijdag op borgtocht vrijgelaten na hun arrestatie in verband met een uitleveringsverzoek van de Verenigde Staten.

De twee verschenen voor magistraat Judy Latchman van het Georgetown Magistrate’s Court, die besloot hen ieder borgtocht van 150.000 Guyanese dollar toe te kennen. De zaak is uitgesteld tot 10 november, wanneer de uitleveringsprocedure formeel wordt voortgezet.

De rechtbank legde de verdachten strikte voorwaarden op. Ze moeten hun paspoorten inleveren en zich elke vrijdag tussen 13.00 en 15.00 uur melden bij het politiebureau van Ruimveldt, met ingang van 7 november 2025.

De verdediging, bestaande uit advocaten Siand Dhurjon, Nigel Hughes en Roysdale Forde, voerde aan dat de arrestatie en het uitleveringsverzoek grondwettelijk onjuist en buiten de rechtsbevoegdheid van de Guyanese rechtbank zouden zijn. Volgens Dhurjon zijn zijn cliënten niet vooraf gehoord of geïnformeerd over de Amerikaanse aanklacht.

Advocaat Roysdale Forde bestempelde het argument van het Openbaar Ministerie dat de Mohameds “vluchtgevaarlijk” zouden zijn, als ongegrond. Hij benadrukte dat Azruddin Mohamed diepgewortelde belangen in Guyana heeft en bovendien “de presumptieve oppositieleider” is.

De aanklacht van de Verenigde Staten, die begin oktober werd vrijgegeven door een federale grand jury in de Southern District of Florida, omvat meerdere beschuldigingen van goudsmokkel, belastingontduiking, witwassen van geld en fraude. De zaak draait om een vermeende goudexportregeling ter waarde van ongeveer 50 miljoen Amerikaanse dollar, waarbij volgens Amerikaanse autoriteiten belastingen en royalty’s werden ontdoken over meer dan 10.000 kilo goud.

De Mohameds worden daarnaast gelinkt aan een in Miami in beslag genomen zending goud ter waarde van 5,3 miljoen dollar. Hun bedrijf, Mohamed’s Enterprise, staat sinds juni 2024 onder Amerikaanse sancties van het U.S. Treasury’s Office of Foreign Assets Control (OFAC) wegens vermeende handels- en witwaspraktijken.

Beide mannen blijven vooralsnog in Guyana, in afwachting van de verdere behandeling van de uitleveringszaak.