Tijdens Climate Week in New York heeft de Verenigde Naties wereldleiders en bedrijven opgeroepen om beloften om te zetten in concrete actie. De bijeenkomst, die parallel loopt aan de Algemene Vergadering van de VN, legt dit jaar de nadruk op de kloof tussen toezeggingen en daadwerkelijke uitvoering van klimaatmaatregelen.

Volgens VN-klimaatgezant Simon Stiell is de tijd van mooie woorden voorbij. “We hebben plannen en beloftes gezien, maar de realiteit is dat emissies blijven stijgen. Investeringen in hernieuwbare energie, adaptatie en klimaatbestendigheid moeten versneld worden,” zei hij.


Economische gevolgen
De oproep heeft niet alleen een ecologische, maar ook een economische dimensie. Wereldwijd groeit de druk op landen en bedrijven om duurzame financieringsmodellen te hanteren, zoals groene obligaties en investeringsfondsen. Landen die achterblijven in hun klimaatbeleid riskeren hogere kosten in de vorm van handelsbeperkingen of verlies van investeerdersvertrouwen.

Voor ontwikkelingslanden liggen er kansen: internationale financiële instellingen hebben aangegeven bereid te zijn meer middelen beschikbaar te stellen voor landen die hun klimaatplannen serieus uitvoeren. Dit kan de deur openen voor extra leningen en investeringen in duurzame energie, landbouw en infrastructuur. Climate Week loopt nog de hele week, met tientallen panels, bilaterale gesprekken en toezeggingen van overheden en bedrijven.

Voor Suriname, dat zich internationaal profileert als “carbon negative”, is Climate Week een gelegenheid om zijn groene imago verder te benutten. President Jennifer Simons zal vanmiddag de Algemene Vergadering toespreken, waarbij klimaat een belangrijk onderdeel is van haar toespraak.