Foto's : CDS
Een staatsbezoek draait meestal om gesprekken, vergaderingen en diplomatieke ernst. Maar op woensdag 3 december kreeg het bezoek van Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima een heel ander tempo. Het Surinaamse water nam even de hoofdrol over. President Jennifer Simons en haar echtgenoot Glenn Geerlings ontvingen het koningspaar aan boord van de charmante salonboot Mi Gudu voor een rustige, maar bijzonder leerzame tocht over de Suriname- en Commewijnerivier. De boottocht, die langs oude plantages voerde, was volledig gewijd aan natuur, geschiedenis en het leven rond het water.

De tocht begon meteen met een kleine tijdreis. Schrijfster en documentairemaakster Tessa Leuwsha vertelde aan boord over de geschiedenis van de rivierboten en de manier waarop verschillende bevolkingsgroepen al generaties lang met het rivierwater leven. Haar verhalen over cultuur en traditie maakten van het dek van de Mi Gudu in enkele minuten een varend openluchtmuseum. Ondertussen grepen milieuspecialisten de gelegenheid aan om het koningspaar en de overige gasten bij te praten over het rivierleven, de waterkwaliteit en de uitdagingen voor de toekomst.

Een van de meest prikkelende bijdragen kwam van Usha Satnarain van de Anton de Kom Universiteit. Zij nam de delegatie mee in de wereld van de mangroven — de wortelbossen die als natuurlijke bodyguards de kust beschermen. Satnarain legde uit dat deze ecosystemen golven breken, landverlies tegengaan en tegelijk een kraamkamer vormen voor talloze vissoorten en schaaldieren. “Zonder sterke mangroven gaat niet alleen de natuur erop achteruit,” waarschuwde ze, “maar ook de gemeenschappen die ervan afhankelijk zijn.” Wetgeving is belangrijk, zei ze, maar zonder stevige handhaving blijft het effect beperkt.

Daarna was het de beurt aan Monique Pool van het Green Heritage Fund, die met enthousiasme vertelde over de verrassende dierenrijkdom rond de riviermonding. De Guyana-dolfijn speelde een hoofdrol: een speels, zeldzaam soortje dat alleen komt kijken wanneer het zoutgehalte precies goed is. Tot geluk van de delegatie lieten enkele dolfijnen zich even zien. Pool wees ook op de aanwezigheid van lamantijnen, die minder graag in de spotlights staan. Ze benadrukte dat industriële druk in de toekomst een bedreiging vormt. “Dolfijnen zijn net waarschuwingslampjes,” zei ze. “Als het niet goed gaat met het water, merken zij het als eersten.”


De tocht eindigde met een bredere blik op de toekomst. Natuuradviseur John Goedschalk schetste hoe Suriname met zijn uitgestrekte bossen een wereldspeler is op het gebied van klimaat en biodiversiteit, maar daar economisch nog te weinig voordeel uit haalt. Hij pleitte voor duurzame modellen waarbij het bos waarde creëert zonder gekapt te worden — bijvoorbeeld via ecosysteemdiensten of producten uit het bos. Maar internationale erkenning blijft achter, vooral rond de rol van Suriname als koolstofopnemend land.

Volgens Goedschalk is sterke wetgeving noodzakelijk om die potentie waar te maken. Hij sprak zijn waardering uit voor de inzet van president Simons om de Wet Duurzaam Natuurbeheer af te ronden. Het staatshoofd liet weten dat het wetsvoorstel vrijwel klaar is om naar De Nationale Assemblee te gaan.


Zo eindigde de vaartocht niet alleen met verhalen over de natuur, maar ook met de belofte van nieuw beleid om die natuur te beschermen. Een ontspannen excursie, maar met een duidelijke boodschap: Surinames rivieren vertellen niet alleen over het verleden, maar ook over de toekomst