Op zoek naar een geschikte koffer op de Russische markt in Chaoyang, Beijing.
Onheilspellend geronk klinkt steeds luider. Ik zie gevechtsvliegtuigen in formatie overvliegen: slanke straaljagers, robuuste tankers, forse raketwerpers. Ik ken ze alleen van documentaires en het nieuws, maar nu aanschouw ik ze van dichtbij. Tientallen vliegen over, steeds in perfecte formaties van drie, vijf of zeven, afhankelijk van het type toestel.

Bij elk groter vliegtuig wordt het geronk zwaarder, indringender en onheilspellender. Foto's en video's maken was verboden, zelfs ramen mochten niet open tijdens deze oefening voorafgaand aan de parade. Het balkon was verboden terrein. Helikopters cirkelen onophoudelijk in de lucht. De massale militaire voorbereiding is voor de herdenking van de 80e verjaardag van de overwinning op Japan; officieel heet het: the 80th Anniversary of the Victory of the Chinese People's War of Resistance Against Japanese Aggression and the World Anti-Fascist War: Solemn, Steadfast and Joyful.

Ik heb ontzag voor de enorme tankvliegtuigen, met de tankslangen aan beide zijden, op korte afstand gevolgd door straaljagers die vermoedelijk worden bevoorraad door tanktoestellen in de lucht.

In Paramaribo zie ik hooguit twee helikopters per dag en een passagiersvliegtuig. Hier heb ik in korte tijd tientallen op korte afstand mogen bewonderen. Foto of niet, dit blijft mij bij.

De parade en festiviteiten vinden plaats op 3 september, en we werden aangeraden binnen het wooncomplex te blijven tijdens de oefeningen, om problemen te voorkomen. Wie toch buiten komt, moet paspoort en toegangspas bij zich hebben, want het gebied is streng bewaakt. Niemand haalt het in zijn hoofd om naar buiten te gaan. De restricties gelden van zaterdagmiddag tot zondagmorgen. Binnen het complex is een groot aantal politieagenten zichtbaar.

Zodra de beperkingen opgeheven zijn, zwermen we uit. We leren Sekar uit Indonesië kennen en trekken eropuit. Mahdi uit Afghanistan is er dit keer ook bij. Mijn collega's van het Caribisch gebied hebben nog last van jetlag. Met AMap vinden we de weg naar een park. De hele route is rustig tot we ineens een drukte tegenkomen. Een markt? Nee, een groot kinderziekenhuis. Ouders komen en gaan met hun kinderen, die er opvallend niet ziek uitzien.

Even verder steken we over bij de ingang van het Ritan park. Het park was oorspronkelijk de thuisbasis van de Tempel van de Zon, een altaar dat in 1530 werd gebouwd tijdens de late Ming-dynastie. Wat een rust en schoonheid: geplaveide paden, mensen van alle leeftijden die genieten van de natuur en het gewoon uit zijn. Er zijn wat bezienswaardigheden, maar wij zijn vooral toeristen. Ook de gemiddelde Chinees geniet zichtbaar van het verzamelen van mooie momenten.

Het park voldoet aan zijn doelstelling met zijn rust en pracht.

We struinen verder, bij een rustiek meertje waar eendjes, schildpadden en lotusbloemen niet ontbreken. Daar ontmoeten we Sumudu uit Sri Lanka, druk bezig met het maken van een reportage. We genieten van de frisse bries onder de bomen, zittend op rotsformaties. Dan klinkt Tanzil: hij heeft honger, want hij heeft zijn lunch gemist. Niets van het aanbod in het park bevalt hem, dus besluiten we het park een andere keer weer te bezoeken.

De Asia Pacific-groep, waar mijn collega’s toe behoren, gaat in het weekend naar Tianjin en moet bagage meenemen. We gaan op zoek naar koffers voor korte reizen. Sekar leidt ons naar Ritan, een groot winkelcomplex waar de Russische markt is gevestigd. Gangen vol en meerdere etages. We kijken onze ogen uit en onderhandelen over de prijs. Google Translate helpt uitstekend. We slagen erin af te dingen en zijn tevreden. Sekar scoort een mooie koffer voor 170 yuan, Tanzil koopt shorts voor 30 yuan per stuk en ook Sumudu is blij met sportschoenen voor hem en zijn zoontjes.

De maag van Tanzil knort, we banen ons een weg uit het winkelcomplex en stuiten op een Chinese fluitverkoper met bamboefluiten in allerlei maten. Mahdi koopt er een, ondanks dat muziek verboden is in zijn land. Wat hij ermee gaat doen? Er van genieten zolang hij hier is, zegt hij. Hij kan de fluit trouwens niet bespelen. Sumudu en Tanzil proberen het, maar het klinkt... verschrikkelijk. We schateren het uit.

Sumudu vindt een Indiaas restaurant, ongeveer 300 meter verderop. Bij binnenkomst is het donker, alsof de zaak gesloten is. Een Indiër haast zich naar ons toe, doet de lampen aan en nodigt ons uit. Het blijkt breaktime te zijn, vandaar de rust. We kiezen aloe roti en chicken masala, waar Tanzil naar verlangt. Met citroenwater en masala chai erbij genieten we van het eten.

De aloe roti is anders dan in Suriname: knapperig, met aloe en iets wat op peterselie lijkt erop gesmeerd. De aardappelen zijn niet in de roti, maar erop. Ik verkies de Surinaamse variant, lekker zacht. Na wat aanmoediging probeert Sekar ook wat. Ze heeft nog een vol gevoel, maar knikt voldaan: "Ja, dit is goed."

Het is even wachten op onze aloe roti en masala kip.

Het is ongeveer anderhalve kilometer teruglopen naar het wooncomplex, een fijne wandeling na het eten. We kletsen, maken foto’s, lachen en vervolgen onze weg. Terug in het complex blijven de mannen nog even in de gazebo voor het gebouw, niet om bij te komen maar om te roken.

De eerste week in Beijing zit erop. Het officiële programma begint maandag, en niemand wil laat komen. Tijd om naar onze eigen appartementen te gaan na een dag vol indrukken.

Indra Toelsie