De penitentiair ambtenaar E.C., die wordt verdacht van aanranding van zijn stiefdochter, blijft voorlopig op vrije voeten. De vermeende zedendelicten zouden in 2019 hebben plaatsgevonden, toen hij nog een relatie had met de moeder van het meisje. Pas in 2024, toen de relatie was beëindigd, durfde het meisje haar moeder te vertellen wat haar zou zijn aangedaan.

Het meisje heeft jarenlang gezwegen uit angst, omdat ze zag dat haar moeder “heel erg verliefd was op de man”. Nadat zij haar verhaal had gedaan, zou de moeder volgens de politieverklaring hebben gezegd: “Die duivel die ik in huis heb, heeft mijn dochter ontmaagd.” Ze schakelde direct haar broer in, die ook collega is van de verdachte. Deze oom confronteerde E.C. telefonisch met de beschuldiging. Volgens de oom zou E.C. toen hebben gezegd: “Mi fasi maar unu no ben habi seks.” De verdachte ontkent dat hij iets heeft toegegeven, maar de oom blijft bij zijn verklaring: “Ik heb hem toen gezegd: winsi na fasi yu fasi wan, brada yu fout.”

Kantonrechter Maureen Dayala merkte op dat het meisje in detail kon beschrijven wat haar zou zijn aangedaan. “Hoe kan ze dat zo vertellen dan?” vroeg de rechter aan de verdachte, die hier geen antwoord op had.

De advocaat van E.C., Maureen Nibte, had tijdens een eerdere zitting om voorlopige invrijheidstelling verzocht wegens gebrek aan overtuigend bewijs. De rechter honoreerde dat verzoek, waardoor de verdachte sindsdien in vrijheid is.

Officier van justitie Mirella van Dijk eiste donderdag een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 10 voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest en een proeftijd van twee jaar. Zij motiveerde haar eis door te stellen dat het Openbaar Ministerie geen twijfel heeft aan het feit dat de verdachte de integriteit van het slachtoffer heeft geschonden en zijn rol als vaderfiguur ernstig heeft verzaakt.

Een medische verklaring stelde vast dat het geslachtsdeel van het meisje verwijd was. Echter, omdat het meisje heeft verklaard dat zij na het vermeende misbruik attributen is gaan gebruiken voor zelfbevrediging, is dit belangrijke bewijsmateriaal volgens het Openbaar Ministerie juridisch niet meer doorslaggevend.

De zaak wordt op 23 juli voortgezet met het pleidooi van de verdediging. Tot die tijd blijft E.C. op vrije voeten.