Illusie van efficiëntie en de realiteit van geldschepping!
13 Jun, 22:52
foto


Het Surinaamse monetair beleid staat centraal in het debat over de economische stabiliteit van het land. Rakesh Adhin, Directeur Toezicht Kredietwezen en plaatsvervangend President van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), heeft bij de introductie van de 200 en 500 SRD bankbiljetten een verklaring afgelegd op social media, waarin hij stelt dat de introductie van nieuwe hogere bankbiljetten geen inflatoire gevolgen zal hebben, maar geïntroduceerd wordt om de betalingssfeer efficiënter te maken. Echter vertelt de realiteit ons een ander verhaal.
 
De verklaring van Rakesh Adhin:
Op 23 maart 2024 verklaarde Rakesh Adhin op Facebook dat de introductie van nieuwe hogere bankbiljetten slechts uit efficiëntieoverwegingen wordt gedaan, zonder inflatoire gevolgen. Hij benadrukt dat wanneer banken de nieuwe hogere bankbiljetten opnemen bij de CBvS, hun girale tegoeden met hetzelfde bedrag verminderd zullen worden. Dit suggereert dat er geen netto-toename van geldhoeveelheid zou zijn als gevolg van deze maatregel. Dit klinkt in eerste instantie als een plausibele toelichting, maar de realiteit zegt heel iets anders.
 
De realiteit:
Bij de introductie van de 200 en 500 SRD bankbiljetten (eind maart 2024) bedroegen de totale bankbiljetten in omloop 7,3 miljard SRD. Slechts twee maanden later, eind mei 2024, steeg dit tot 7,9 miljard SRD, een toename van ruim 600 miljoen SRD. Hiertegenover zijn de rekening-courant saldi bij de algemene banken gestegen van 27 miljard SRD eind maart 2024 naar 27,5 miljard SRD eind mei 2024, een stijging van ruim 500 miljoen SRD. We hadden verwacht dat de rekening courant saldi van de algemene banken met 600 miljoen SRD zou dalen, maar de realiteit is dat dit juist met 500 miljoen SRD is gestegen. 

De bewering van Rakesh Adhin dat de introductie van nieuwe bankbiljetten geen inflatoire gevolgen heeft, lijkt niet in lijn te zijn met de feitelijke gegevens. De toename van zowel de contante geldhoeveelheid als de girale tegoeden bij de algemene banken wijst op een netto-toename van de geldhoeveelheid in de economie (ruim 1,1 miljard SRD). Dit is tegenstrijdig op de verklaring dat de girale tegoeden bij de CBvS in gelijke mate verminderd worden, waardoor er geen netto-toename zou zijn. We vroegen ons na deze bevindingen het volgende af: waarom de tegenstrijdigheid, als de één stijgt moet de ander toch dalen, waarom is dit hier niet het geval?
 
Een mogelijke verklaring voor de toename van de geldhoeveelheid zou het begrotingstekort van de overheid kunnen zijn. In januari 2024 werd de staatsbegroting 2024 goedgekeurde en aangenomen door de Nationale Assemblée (DNA). In de goedgekeurde staatsbegroting 2024 is er een begrotingstekort van 7,2 miljard SRD, aldus Dagblad Suriname op 26 januari 2024. Deze situatie roept de vraag op of de introductie van nieuwe hogere bankbiljetten werd gedaan om het begrotingstekort makkelijker aan te zuiveren, zonder al te veel kosten te maken voor het bedrukken van nieuwe bankbiljetten. We sluiten daarom niet uit dat de overheid geld heeft bijgedrukt om haar begrotingstekorten te financieren, wat heeft geleid tot een toename van de hoeveelheid bankbiljetten in omloop en een toename in de girale gelden bij de algemene banken. Deze verklaring is de meest plausibele verklaring als we letten op de overige geringe mutaties op de balansen van de CBvS tussen maart 2024 en mei 2024.
 
Het Surinaamse monetair beleid staat erg onder druk vanwege de structurele toenemende geldhoeveelheid in de economie. De economische theorie leert ons dat ongecontroleerde geldschepping ernstige gevolgen kan hebben voor de economie, met name op het gebied van inflatie (hyperinflatie), wisselkoersschommelingen en economische stabiliteit. Het is van belang dat de bevolking dit monetair beleid, dat sinds de guldentijdperk gebruikt wordt, in de prullenbak moet gooien.

Anand Gangaram MSc.


Advertenties

Tuesday 22 October
Monday 21 October
Sunday 20 October