Fernald: Verstandig vernieuwing doorvoeren (2)
11 Jun, 04:53
foto
Ivan Fernald


Zonder vernieuwingen zullen de onderwijsresultaten niet verbeteren. Transformatie is dus een noodzaak, maar dit zal goed moeten worden voorbereid en degelijk worden uitgevoerd. Een masterplanonderwijs, compleet met uitgangspunten, doelstellingen en eindtermen, is broodnodig. Het gaat niet alleen om de inhoudelijke relevantie (wat moeten leerlingen kennen en kunnen), maar ook om een andere wijze van lesgeven en toetsing. Leerlingen vinden de leerstof heel vaak saai en wij moeten zoeken naar boeiende didactische werkvormen. Wij moeten niet terughoudend zijn in het toepassen van technologie (waaronder smartphone) voor educatieve doeleinden. Het grote probleem is dat sommige docenten digitaal ongeletterd zijn. Hoe ga je digitale didactiek toepassen als je zelf nauwelijks weet om te gaan met social media? 

Masterplan onderwijs
De grootste aanjager voor vernieuwingen van het onderwijs is de maatschappelijke relevantie op basis van de ontwikkelingskeuzen die wij moeten maken. Er zal een ‘integraal ontwikkelingsplan’ moeten komen dat meerdere decennia beslaat. Wij moeten lering trekken uit het verleden. Zonder draagvlak, randvoorwaarden en strikte monitoring, is dit plan tot mislukken gedoemd. Langetermijn committering is alleen maar te realiseren, als er voldoende consultaties gepleegd worden en er een nationaal (maatschappelijk en politiek) debat gevoerd wordt. Uit het ‘Integraal ontwikkelingsplan’ zal er een ‘Masterplan Onderwijs’ afgeleid moeten worden. Het sleutelwoord is kwaliteit. Vervolgens wordt er een ‘Uitvoeringsplan herstel en innovatie’ met de bijbehorende indicatoren geschreven.

Ik pleit ervoor om vooruitlopend op een masterplan onderwijs, permanent te investeren in leerkrachten en leermateriaal. De meest dominante factor voor kwaliteit van het onderwijs is de leerkracht. Er zijn gedreven en excellente onderwijsgevenden, maar wij hebben er meer nodig. Het is niet te vatten dat de lerarenopleidingen geen prominente rol spelen in het proces van transformatie. Bijscholingscursussen zijn nodig, maar het is verstandig om de vernieuwing eerst door te voeren op de Pedagogische opleidingen. Je hebt dan vier (4) kostbare jaren om de studenten, volgens een geactualiseerd curriculum, kennis en nieuwe competenties bij te brengen. Er is thans sprake van een inconsistentie, want de Pedagogische Instituten leveren nieuwbakken leerkrachten af volgens het huidige model, die naderhand in de praktijk bijgeschoold moeten worden volgens het nieuwe model. Dit is grove verspilling van tijd en geld.

Nieuw beroepsprofiel leraar
De onderwijsgevende is niet alleen lesgever, maar ook organisator van leerprocessen, coach, innovator en stimulator. Er zijn administratieve en monitorende taken (portfolio, leerlingenvolgsysteem) bijgekomen. Het huidige beroepsprofiel moet, vanwege de toegenomen taken van de leraar, worden bijgesteld. Op basis van het beroepsprofiel zal op het Instituut voor Opleiding van Leraren (IOL) en de Pedagogische Instituten, nieuwe opleidingsprofielen moeten worden vastgesteld. 

Vernieuwing vraagt immers andersoortige competenties. Dit houdt in dat de vakinhouden en de manier van lesgeven (didactische werkvormen) zullen worden aangepast. Digitale didactiek zal daarbij een vooraanstaande plaats in het curriculum moeten innemen, nadat de infrastructuur hiervoor is uitgezet. De rolaanpassing rechtvaardigt een nieuwe functiebeschrijving. Dit zal moeten uitmonden in een nieuwe functiewaardering, waarbij er genoeg financiële incentives verschaft zullen moeten worden. Het beroep van leraar is te mooi en te belangrijk om hem of haar af te schepen met een karig loon.

Kwaliteitsverbetering
De bezoldiging van onderwijsgevenden moet omhoog, maar kwaliteit staat voorop. De tijd is aangebroken dat de school moet worden aangesproken op leerlingenresultaten. Kwaliteit vraagt om resultaatsgericht onderwijs. Geef de leraar de tools en beoordeel hem op zijn prestaties door middel van een leerlingenvolgsysteem. Leerkrachten moeten een logboek bijhouden. Een monitoringsmechanisme is belangrijk, omdat er dan tijdige interventies kunnen worden gepleegd. Een flankerend beleid is daarbij onontbeerlijk. De school moet beschikken over zorgspecialisten en remedial teachers, die elke leerling adequaat begeleiden en samen een plan van aanpak opstellen om de vastgestelde hiaten weg te werken. Daarbij worden alle factoren in kaart gebracht die positieve invloed kunnen uitoefenen of juist stremmend kunnen werken op de leerprestaties. 

Dit geldt ook voor de thuissituatie. Leerlingen zitten soms boordevol problemen. Als je niet weet dat een student s ’avonds in de horecasector werkt en slaap tekort komt, ben je geneigd verkeerde conclusies te trekken als hij in de klas niet mee kan. Leerproblemen (op school) kunnen hun oorsprong vinden in het sociale milieu, in het bijzonder de (soms schrijnende) thuissituaties. Het toenemend verzuim op voj en vos niveau begint zorgwekkende vormen aan te nemen. In gesprekken met studenten blijkt, dat er soms geen geld is om de bus te betalen. De lesroosters moeten zodanig worden aangepast dat studenten niet voor slechts twee lesuren naar school hoeven, anders blijven ze weg. De problemen moeten binnen de sociale context bekeken worden en dat vraagt een multifunctionele interdepartementale aanpak.

Ivan Fernald

Hij is gewezen directeur van het IMEAO en auteur van de boeken:
1. Het roer moet om. Actieplannen voor beter onderwijs.
2.Moeizame opbouw en snelle afbraak. Politieke beschouwingen 2010-2020

Zie ook deel 1

Advertenties