In een 3-tal artikelen legt Ivan Fernald de vinger op de zere plek in het onderwijs en doet aanbevelingen.
Onderwijsminister Henry Ori ziet de bui al hangen.
“Mijn voorspelling is dat we een heel slecht schooljaar met slechte resultaten zullen krijgen. De peilingstoetsen van leerjaren 3 tot en met 8 wijzen op aanzienlijke leerachterstanden”, aldus minister Ori na afloop van de regeringsvergadering op 15 mei.
Slachtoffer
De tussentijdse prestaties van leerlingen van de basisschool zijn slecht en dit is voor een belangrijk deel te wijten aan een inconsistent beleid. De tragiek is, dat scholieren de afgelopen twee schooljaren verplicht (automatisch) zijn doorgestroomd, zonder dat de hiaten in het daaropvolgend jaar zijn weggewerkt. Nu worden zij ineens afgerekend op de opgelopen leerachterstanden, omdat er vanaf 2024 overgangsnormen van kracht zijn.
Als gevolg van de (recente) stakingen van de onderwijsbonden zullen de leerachterstanden toenemen. De vakbond heeft geen arbeidsgeschil met de werkgever, maar roert zich over de hoge energieprijzen waarop het ministerie geen vat heeft. Minister Ori heeft het daarom helemaal gehad met de vakbonden. “Er zwerven ongeveer 32 bonden om het ministerie en het wordt met de dag gekker. Je kan niet eens beleid maken op het ministerie”, laat een gebelgde minister zich ontvallen.
Leeropbrengsten
Het ziet er niet naar uit dat er verbetering zal komen in het derde kwartaal, omdat de kernvraagstukken niet in een handomdraai kunnen worden opgelost. Leerjaar 9 en 10 worden gezien als de bovenbouw van het basisonderwijs. Mulo en lbo zijn samengetrokken tot één niveau met hetzelfde curriculum. Zolang er een ernstig tekort is aan vaklokalen en docenten zullen de praktijkvakken niet tot hun recht komen en zullen de praktijkdoelen niet gehaald worden. De lessen worden simpelweg niet verzorgd of worden gegeven door leerkrachten die “affiniteit” hebben met het vak. Dat kan niet worden volgehouden, omdat deze leerkrachten niet opgeleid zijn om de praktijkvakken te verzorgen.
De vernieuwing van het automatisch doorstromen van leerlingen is doorgevoerd voor het basisonderwijs, maar de leeropbrengsten zijn niet toegenomen. Leerkrachten moeten lesgeven aan leerlingen van wel drie verschillende beheersingsniveaus. Als je echter niet opgeleid bent in differentiatietechnieken en specialistische didactische werkvormen, wordt het moeilijk om elk kind een onderwijsuitdaging op maat aan te bieden. De onderwijsmethode biedt in deze situatie maar weinig houvast, omdat leerkrachten niet beschikken over gedifferentieerd leermateriaal.
Het ligt dan voor de hand dat kinderen met ernstige leerachterstanden de eindtermen (minimum aan kennis, inzicht en vaardigheden) niet zullen halen. Zij begrijpen de leerstof niet en raken ontmoedigd. De demotivatie van leerlingen vindt zijn oorsprong in het onvermogen van de school om de leerling bij de hand te nemen en op eigen tempo naar succes te loodsen. Deze scholieren raken verder achter en hebben geen zin meer om les te volgen.
Ontlezing
Veel leerkrachten klagen steen en been over de slechte lees-en rekenvaardigheden. Er zijn zelfs leerlingen van leerjaar 6 (voorheen 4e klas) die amper kunnen lezen en over de gehele linie hebben scholieren grote problemen met rekenen. Een leerling die technisch nauwelijks in staat is om een tekst te lezen zal in de regel moeilijk begrijpen wat er staat geschreven. Wij moeten erkennen dat er geen leescultuur is in Suriname. Dit is een maatschappelijk verschijnsel. Met de komst van digitaal tijdverdrijf (social media, gamen) is er sprake van ontlezing in de samenleving.
Kinderen, maar ook volwassenen, zijn niet snel geneigd om boeken en tijdschriften te lezen. Hoeveel kinderen zijn nog ingeschreven bij de CCS-bibliotheek en wat zijn de uitleencijfers van boeken? Wat zijn de verkoopcijfers van boekwinkels? Hoeveel ouders maken er een gewoonte van om voor te lezen voor hun kinderen? Hoe groot is de motivatie om te lezen? Waarom vindt men een boek niet spannend? Kinderen worden niet opgevoed met ‘het boek in de hand’. Welk boek heeft u het laatst gelezen? En hoe lang is het geleden? Surinamers zullen niet zo gemakkelijk kinderboeken kopen en die cadeau doen op verjaardagen.
Nee hoor mensen, lezen wordt niet gestimuleerd, uitgezonderd de verwoede pogingen van de Nationale Stichting Kinderboekenfestival Suriname en de jaarlijkse voorleesmomenten op school. Wat levert het op? Er is meer voor nodig. Lezen moet je spannend vinden. Je leest niet omdat het moet van de juf, maar voor je plezier. Kinderen die veel lezen hebben in de regel een ruimere woordenschat en een grotere algemene ontwikkeling, en dus betere schoolprestaties.
Rekenen
De rekenresultaten zijn beroerd. Volgens insiders missen kinderen van de onderbouw de basisvaardigheden. Zij kennen de tafels niet of kunnen niet splitsen (85 + 12 = 85 + 10 +2). Het komt ook voor dat leerlingen geen verbanden kunnen leggen en inzicht missen om de essentie uit een redactiesommetje te halen. Dit laatste vereist overigens een ruime mate van begrijpend lezen. Indien je niet begrijpt wat je leest kun je de redactiesom niet maken. Rekenproblemen kunnen het gevolg zijn van rekenachterstanden, die bijvoorbeeld zijn ontstaan door langdurige of ongewenste onderbrekingen van het onderwijs. In onze overpeinzingen moeten wij de rol van de onderwijsgevenden eveneens in beschouwing nemen.
Leerkrachten moeten niet alleen goed kunnen rekenen, maar ook sterk zijn in de overdracht van kennis en vaardigheden. De essentiële vraag is: hoe kan ik (helder, efficiënt en boeiend) lesgeven waardoor de leerlingen snel, veel en fijn leren?
Ivan Fernald
Hij is gewezen directeur van het IMEAO en auteur van de boeken:
1. Het roer moet om. Actieplannen voor beter onderwijs.
2.Moeizame opbouw en snelle afbraak. Politieke beschouwingen 2010-2020