De oproep van NDP-ondervoorzitter Ramon Abrahams tot gratieverlening aan vier veroordeelden van de Decembermoorden heeft niet alleen oude wonden opengereten, maar dreigt ook een intern kruitvat binnen de NDP te ontploffen. Wat bedoeld leek als een daad van loyaliteit aan Desi Bouterse, dreigt uit te groeien tot een crisis die president Jennifer Simons politiek kan verzwakken en de broze stabiliteit van het land in gevaar brengt.

De herdenkingsbijeenkomst voor Desi Bouterse op 13 oktober, de dag waarop hij tachtig jaar zou worden, had een moment van bezinning kunnen zijn, maar werd een nieuw hoofdstuk in de nog altijd onverwerkte geschiedenis van 8 december 1982. Bouterses voormalige strijdmakker en NDP-ondervoorzitter Ramon Abrahams gebruikte het podium om op te roepen tot gratieverlening aan vier medeveroordeelden van de Decembermoorden. Drie van hen zitten hun straf van vijftien jaar uit in de gevangenis; één - Iwan Dijksteel - vluchtte samen met Bouterse na het vonnis en is nog steeds spoorloos. 

De oproep van Abrahams kreeg extra gewicht doordat ook Bouterses advocaat, Irvin Kanhai, het woord voerde. Hij deelde mee  dat hij een gratieverzoek heeft ingediend bij het Kabinet van de President, namens de veroordeelden. President Simons, die als partijvoorzitter van de NDP én als staatshoofd aanwezig was, reageerde zichtbaar verrast. Tegenover journalisten verklaarde ze dat ze het verzoek niet heeft gezien en dus geen standpunt kan innemen.

Nog geen dag later regende de kritiek - niet alleen uit de samenleving, maar ook binnen de eigen partij. De toespraak van Abrahams werd als ongepast en politiek ongelukkig ervaren. Zijn woorden raakten aan een nog open wond: de Decembermoorden blijven een nationaal trauma dat nooit volledig is verwerkt. Wat Abrahams deed, lijkt het resultaat van een ondoordachte actie, mogelijk zonder afstemming met Simons. Het moment, de toon en de boodschap waren verkeerd gekozen. Binnen de NDP tekent zich bovendien een spanningsveld af tussen een harde ‘Boutistische’ vleugel die trouw blijft aan de oude leider, en een gematigde groep rond Simons die probeert het partijimago te herstellen en de regeringscoalitie bijeen te houden. 

Simons bevindt zich in een uiterst lastige positie. Als partijvoorzitter kan zij de wens van partijgenoten niet negeren, maar als president moet zij rekening houden met haar coalitiepartners en de samenleving. Vooral de NPS en A-20, die met haar meeregeren, zullen weinig enthousiasme tonen voor gratieverlening aan de veroordeelden van 8 december. Niet op deze manier, niet op dit moment. En terecht: een gratiebesluit heeft een enorme symbolische lading en kan alleen op zorgvuldige, transparante en moreel verantwoorde gronden worden genomen.

Er valt zeker iets te zeggen over gratie uit humanitaire overwegingen. De drie gedetineerde mannen - Stephanus Dendoe, Ernst Gefferie en Benny Brondenstein - zijn bejaard, in slechte gezondheid en verblijven al sinds hun detentie in de ziekenboeg. Een menswaardige afweging mag nooit uitgesloten worden. Maar die moet worden geplaatst binnen de bredere maatschappelijke context, waarin ook de gevoelens van de nabestaanden een rol spelen. Voor hen is het onverteerbaar dat na meer dan veertig jaar nog steeds wordt vastgehouden aan de ‘officiële’ lezing dat hun geliefden tijdens een vluchtpoging werden doodgeschoten. Zij weten beter: hun geliefden zijn gemarteld en geëxecuteerd zonder proces. En nog steeds geen herstel van hun integriteit. 

Dat binnen de NDP verschillende machten en krachten spelen, blijkt des te meer uit de verwarring rond het gratieverzoek zelf. Kanhai stelde dat hij het verzoek namens de drie mannen in Santo Boma had ingediend. Maar intussen is ook een niet-geadresseerde verklaring opgedoken, ondertekend door diezelfde drie mannen, waarin zij stellen dat zij Kanhai géén opdracht hebben gegeven om namens hen een gratieverzoek in te dienen. Daarmee is niet alleen twijfel gezaaid over de echtheid van het verzoek, maar ook over wie er werkelijk aan de touwtjes trekt binnen de partij. Het lijkt erop dat de gratiekwestie wordt gebruikt als drukmiddel in een interne machtsstrijd die Simons in een uiterst kwetsbare positie brengt.

Het leiderschap van Simons wordt in de NDP openlijk getest en sommige partijgenoten lijken bereid haar ten val te brengen als ze niet meegaat in hun koers. De ironie wil dat Bouterse zelf ooit zei dat het grootste gevaar voor de NDP uit de partij zelf komt. Zijn woorden klinken vandaag profetisch.

Niemand is gebaat bij deze ondoordachte actie - niet de NDP, niet de regering, en zeker niet het land. Terwijl Suriname voor enorme economische uitdagingen staat, met torenhoge schulden en de hoop op toekomstige oliedollars, dreigt de politieke stabiliteit opnieuw te worden ondermijnd door interne intriges en oude wonden. 

Het land heeft behoefte aan rust, helderheid en leiders die het verleden niet gebruiken als wapen, maar als les voor de toekomst. De oproep van Abrahams doet het tegenovergestelde: ze herinnert ons eraan hoe dun het laagje verzoening nog altijd is.

Wilfred Leeuwin