Ramlakhan voerde aan dat het causaal verband tussen de steekverwonding en de dood van het slachtoffer niet kan worden bewezen, omdat de plek waar het incident plaatsvond ernstig was verstoord. Er bleek een tweede steekverwonding aan de linkerkant van het hoofd te zijn. Kort na het gebeuren werd de vrouw in veiligheid gebracht, door een kennis, in afwachting op de politie. Ondertussen was er een groep Brazilianen in de woning. De advocaat zei dat mogelijkerwijs een andere persoon de tweede steek heeft toegebracht.

Verder haalde de advocaat aan dat er sprake was van noodweer. Uit het onderzoek is gebleken dat het slachtoffer de verdachte vaker mishandelde en bedreigde. De ogenblikkelijke aanranding was op het moment van de handeling aanwezig. Ramlakhan voerde in een derde verweer aan dat er sprake was van psychische overmacht. Uit het FMZ rapport bleek dat het slachtoffer door haar vorige partner ook werd mishandeld. 

Uit het psychologisch rapport blijkt dat het slachtoffer psychologische begeleiding nodig heeft vanwege de mishandelingen. Volgens de advocaat is er sprake geweest van psychische overmacht, omdat de verdachte handelde uit een drang waaraan zij geen weerstand kon bieden. Een vereiste voor een geslaagd beroep op psychische overmacht. De raadsman haalde daarbij een arrest aan van de Hoge Raad. Hij vroeg de verdachte te ontslaan van alle rechtsvervolging. De zaak wordt op 16 oktober voortgezet en voert het Openbaar Ministerie dan zijn repliek.