Het jaar 2023 is een zeer markant jaar. Een jaar waarbij wij aandacht besteden aan drie gebeurtenissen in onze geschiedenis. Honderdzeventig jaar Chinese Immigratie, honderdzestig jaar afschaffing slavernij en honderdvijftig jaar Hindoestaanse immigratie. Deze drie momenten zijn medebepalend geweest voor onze geschiedenis en zij geven deels een verklaring van de etnische Surinaamse samenleving. Hierbij mag niet worden vergeten, dat de Inheemsen de oorspronkelijke bewoners waren.
Het heden komt voort uit het verleden en het heden kijkt uit naar de toekomst. Verleden, heden en toekomst. Deze drie stadia zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit is geen cliché maar realiteit. Vandaar dat ze zich niet van elkaar laten scheiden, maar ze onderscheiden zich wel van elkaar.
Het Comité Christelijke Kerken, waarin verschillende christelijke denominaties participeren, heeft vanuit haar christelijk geweten de taak op zich genomen om op grond van haar geschiedenis, bijzonder stil te staan bij het slavernij verleden en de rol van de Kerk daarbij. De tot slaafgemaakten uit Afrika moesten onder andere produceren voor de Europese markten. Ze werden weg geroofd uit hun leef- en cultuuromgeving. Na een traumatische ervaring van gevangenneming moesten ze een bootreis afleggen onder onmenselijke omstandigheden over de oceaan en belandden ze uiteindelijk op plantages in de kolonies. Ze werden toen naar lichaam en ziel uitgebuit. Hun menselijke waardigheid werd de tot slaafgemaakten helemaal ontnomen. Wie over dit alles hoort kan zich de verschrikkingen moeilijk eigen maken.
Waar was de Kerk toen en welke rol heeft de Kerk hierin gespeeld? De Kerk heeft als instituut jammer genoeg ook een rol in dit slavernijverleden vervuld. Zendelingen en daarna predikanten en missionarissen hebben bewust meegeholpen aan instandhouding van het verwerpelijk mensonterend systeem van uitbuiting, uitsluiting en discriminatie. De Bijbel werd misbruikt om slavernij te rechtvaardigen. Toegegeven moet worden dat er bijbelteksten zijn, die zich daarvoor lenen en dan ook regelmatig als ‘wapens’ werden ingezet om de slavernij te verdedigen. Maar dat was niet Gods bedoeling met Zijn Woord!
Wij zijn allen geroepen om vrij te zijn, maar misbruik die vrijheid niet en dien elkaar in liefde. Zo heeft God het met een ieder bedoeld. Zonder onderscheid des persoon! De lijfelijke slavernij is al honderdzestig jaar geleden afgeschaft, maar er zijn moderne vormen van slavernij ontstaan die eveneens ingrijpen in de waardigheid van de mens. Daarom blijft de boodschap van bevrijding en verlossing van slavernij relevant in onze samenleving en in het bijzonder in onze kerken.
Zoals het ook door anderen gezegd wordt: De huidige leiding van de christelijke kerken draagt geen schuld ter zake de slavernij in de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw, maar erkent dat het er geweest. Het kan niet weggepoetst worden en neemt niet weg schuld te bekennen.
De gevolgen voor de nazaten van de tot slaafgemaakten zijn nog steeds voelbaar en zal nog enige tijd duren alvorens die geheeld zijn. Maar wij moeten verder. Verder onderzoeken naar de geschiedenis van de kerk hoe zij gewillig zonder kritiek zich heeft meegesleept en zich heeft aangepast om economische en politieke belangen.
Het CCK zal zich daarvoor inzetten samen met anderen, die hetzelfde doel nastreven. Voor onder andere verandering van het negatief zelfbeeld, die vele nazaten van de tot slaafgemaakten nog met zich meedragen. Verder onszelf te blijven herinneren aan het beeld van God in ieder mens, het helpen verlichten van de nog voelbare pijn bij velen binnen onze samenleving en het streven naar verzoening door met elkaar in gesprek te gaan over deze pijnpunten. Aangezien het bij de kerk gaat om de totale mens, kan zij zich niet aan deze opdracht onttrekken. We moeten naar een situatie toe waar alle bevolkingsgroepen in onze samenleving moeten kunnen zingen “Fu rust en vrede musu de na kondre alasey.