“Alle Surinamers zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar.” Met deze ondubbelzinnige woorden neemt onze Grondwet (Artikel 3, lid 4) elke twijfel weg dat alle Surinamers gelijke kansen hebben op een openbare functie, zodat de beste mensen worden ingezet om ons potentieel te mobiliseren voor de ontwikkeling van ons land en het welzijn van ons volk. Vriendjespolitiek schendt het basisakkoord van onze samenleving, onze Grondwet, en ondermijnt de rechtsstaat.
Dit onvervreemdbare recht van iedere Surinamer wordt in de Grondwet driemaal benadrukt. “Niemand mag op grond van zijn geboorte, geslacht, ras, taal, godsdienst, afkomst, educatie, politieke overtuiging, economische positie of sociale omstandigheden of enige andere status gediscrimineerd worden.” (Artikel 8, lid 2) “Een ieder heeft het recht op werk, in overeenstemming met zijn capaciteit.” (Artikel 26, lid 1) “Het is de plicht van de Staat om het recht op werk zoveel mogelijk te waarborgen door … gelijkheid van kansen bij de keuze van beroep en soort werk te garanderen”. (Artikel 27, lid 1).
Alleen voor duidelijk politieke functies, zoals ministers en onderministers, staat de Grondwet toe dat de President de benoemingen doet op basis van politieke overwegingen. (Artikel 110 a en e) In niet-politieke functies genieten alle Surinamers echter gelijke kansen op grond van de Grondwet, op basis van criteria als opleiding, kennis en ervaring. Dat geldt in ieder geval voor de raden van commissarissen van staatsbedrijven en besturen van overheidsstichtingen, maar ook voor diplomaten die Suriname moeten uitdragen in plaats van etnische partijen te vertegenwoordigen in landen met mensen die op hen lijken.
De afgelopen 70 jaar hebben regeringen het electorale mandaat dat zij van ons volk hebben gekregen om leiding te geven aan de ontwikkeling en het welzijn van ons land en ons volk omgezet in een onrechtvaardige, immorele en maatschappelijk verwerpelijke praktijk van het uitdelen van openbare functies aan familie, vrienden en partijgenoten als onderdeel van de politieke buit. Alsof het om privébezit gaat, worden loyale nietsnutten bevoordeeld ten koste van onafhankelijke deskundigen.
Wat zijn de gevolgen voor de politiek in Suriname? 1. Vriendjespolitiek is ongrondwettig en dus illegaal en verboden.
2. Alle raden van commissarissen en besturen van overheidsstichtingen zijn ongrondwettelijk samengesteld en de functies moeten via open sollicitaties opnieuw worden ingevuld.
3. Alle Surinamers moeten voortaan kunnen meedingen naar publieke functies.
4. Indien dit niet het geval is, kan de rechter de benoeming nietig verklaren en bevelen dat deze moet worden ingevuld via een open sollicitatie met
een onafhankelijke selectiecommissie.
Respect voor de Grondwet is zo essentieel voor onze rechtsstaat dat de Grondwet zelf de eedformule “Ik zweer (beloof) gehoorzaamheid aan de Grondwet” voorschrijft voor toelating tot de ambten van President, Vice-President, lid van de DNA, Minister, Onderminister en lid van de Staatsraad (Artikelen 65, 93, 114 en 125).
Na decennia van wanbeleid heeft de versleten politieke motor van Suriname een ‘overhaul’ nodig, zodat verkiezingen niet langer een ‘beauty contest’ om de macht zijn voor egoïstische politici die hun hart hebben ingeruild voor een tweede maag.
Het verbod op vriendjespolitiek is een eerste stap om politieke macht niet langer te gebruiken als doel, maar als middel om Suriname te ontwikkelen en ons volk vooruit te helpen. Het is een duidelijk signaal aan ons volk dat het niet langer werkeloos hoeft toe te zien hoe ons land in een diep ravijn glijdt. Het zal het zelfvertrouwen, het bewustzijn en de bereidheid tot constructieve actie van ons volk versterken, wat op dit moment hard nodig is.
Wij moeten de politieke traditie van loze beloften vervangen door een democratie gebaseerd op “gehoorzaam bestuur”, dat luistert naar de stem van ons volk, de enige eigenaar van Suriname, vooral na de verkiezingsdag. Een President en Vice-President die gehoorzaam het land besturen, worden door het volk liefdevol omarmd; met vriendjespolitiek verliezen zij elk moreel gezag.
Wij moeten beslissen of wij ten onder gaan in het morele verval van een stille kapotte plantage onder de tirannie van koloniale meesters van eigen makelij die van ons land een nieuw wingewest hebben gemaakt, of dat wij onze toekomst en die van onze kinderen veiligstellen door ons
lot in eigen handen te nemen. Wij staan voor een beslissend moment in Suriname dat van ons allen vraagt dat wij naar de horizon blijven kijken, ondanks alle ellende die we vandaag moeten overwinnen. De beslissingen die wij nu nemen om de politiek op een morele leest te schoeien, zullen bepalen of wij erin zullen slagen om van een rijk land een rijk land te maken.
Glenn Sankatsing