Column: Borrelpraat no. 753
12 Feb 2023, 22:42
foto



“Beste broeders, ik ben het volledig eens met schrijfster Cynthia Mac over dat slavernijmuseum.”
“Ik ook. Dat geld daarvoor kan beter besteed worden.”
“Maar niet voor het financieren van zaken alhier, die onze regeringen sinds onze onafhankelijkheid voor onze mensen hadden moeten bekostigen.”
“Welke zaken, meester?”
“Ach, hou je niet voor de domme, jonge vriend in ons midden. Zaken zoals onderwijs, volksgezondheid en volkswoningbouw. Er was toen genoeg geld daarvoor.”
“Klopt, maar dat geld werd steeds gebruikt om family and partij-friends te regelen, met de club op “dienstreis “ te gaan en ga zo voort.”
“En we, the opgejutte people, bleven na elke furu-regeerclub steeds armer achter.”
“Na dati unu ben wani, tok?”
“Maar toch vind ik dat dat geld voor dat hypermodern slavernijmuseum in Amsterdam beter besteed kon worden om hier de armoede te bestrijden.”
“Nee!, neks daarvan. Anders leren we het nooit.”
“Leren we wat nooit?”
“Om uit eigen besparingen, om uit eigen opbrengsten, ons eigen onderwijs, gezondheidszorg en woningbouw te financieren.”
“Maar we hebben het geld daarvoor niet!”
“We hebben het wel, maar we verbrassen het maar aan corruptie, zelfs met vervalste formulieren.”
“Dus meester, u zegt dat die Hollanders dat geld maar aan dat slavernij museum in Amsterdam moeten besteden.”
“Ja, het is geld van hun belastingbetalers, zij beslissen wat ze ermee willen doen.”
“Maar hun voorouders hebben onze voorouders mishandeld en uitgebuit. Die witte man heeft zich toch verrijkt dankzij de slavenarbeid van mijn voorouders?”
“Dat is waar, maar wat doen onze eigen bruine en zwarte man vandaag de dag met ons hier? En dat ding van dat slavernijverleden wordt behoorlijk overdreven. Men doet alsof alle slaven tijdens de hele slavernijperiode door alle slavenmeesters werden mishandeld, verkracht of doodgeranseld.”
“Was dat niet zo?”
“Nee! Vele slaven hadden een redelijk leven in de stad en op de plantages. Ze werden tot op zekere hoogte verzorgd, want de slavenmeester zou toch gek zijn als hij zijn duur gekochte slaven om het minste en geringste zou dood ranselen, arbeidsongeschikt zou maken, ondervoed liet raken of zo?”
“Maar in de geschiedenisboekjes staat er…”
“Ach, eenzijdige en opgeblazen verhaaltjes. De slaven waren inderdaad lijfeigenen, dus bezit van de meester, maar dat schiep voor hem de verplichting dat hij hun ‘in good shape’ moest houden wilde hij ze zo lang mogelijk uitbuiten, zodat hij zijn investering met winst eruit kon krijgen.”
“Dus er werden volgens u geen wreedheden tegen de slaven gepleegd, en ze werden niet onderdrukt?”
“Tuurlijk wel, kom nou! Vooral op de veraf gelegen plantages. Maar bij mij gaat het erom dat men tegenwoordig de indruk wekt dat alle slaven door alle slavenmeesters bij wijze van spreken elke dag werden mishandeld, verkracht of dood geranseld.”
“En waarom scheppen bepaalde mensen dan dit, volgens u eenzijdig beeld?”
“Simpel. Om de hedendaagse witte mens, de nazaten van de slavenbezitters, een schuldcomplex aan te praten, zo van: ‘jullie hebben onze verre voorouders mishandeld, ik voel de zweepslagen tot vandaag de dag, dus geef me een lekkers, een flinke lekkers als compensatie, dan praten we er niet meer over.”
“Nee toch! Is dat de ware achtergrond van wat ze noemen de reparatie of de herstelbetalingen van dat slavernijverleden?”
“Niet van alle organisaties die dat eisen, natuurlijk, maar jullie hebben toch gezien wat voor oprisping, wat voor ‘braak puru’ alleen al de aankondiging van die excuses voor dat slavernijverleden door Rutte-goeiegrutte heeft veroorzaakt onder een bepaalde groep nazaten?”
“En ook door die huichelachtige politieke 'punt en komma toespraak' van een meester Belazericus die met zijn ‘mi e begi pardon’ velen tot tranen heeft geroerd.”
“Ja, mooi, inderdaad. Maar is er één eurocent aan al die mooie woorden toegevoegd?”
“Dus u zegt, net als die grote-mond-revomangs uit de militaire periode:’Holland, hou je huichelhulp.”
“Ja, maar die hebben hun hele ‘revoutie’ zelf met onderdrukking, standrechtelijke executies, en het plunderen van onze welgevulde staatskas naar de bliksem geholpen. Daarom moesten ze in 1986 met hangende pootjes met die politieke leiders die ze in 1980 hadden afgezet,  een geheim akkoord te Leonsberg sluiten.”
“Zo verkocht de Revo ons uit eigen lijfsbehoud weer aan die ouwe politieke boeven.”
“Da wat, dat was altijd beter dan nog langer onder die bende moordenaars zwichten. In 1987 zijn wij teruggegaan naar de democratie.”
”Ach, weer zo een sprookje. Democratie, ha, ha. Waarom pleegden dan de heldhaftige revomans een paar jaar later een Telefooncoup en zetten zij voor de tweede keer een wettig  gekozen regering af?”
“En voort ging toen het geplunder, met veel glunder, maar met veel blunder. En toen, en toen en toen…”
“Bigi boeffie nyan pampoen en verder steeg de koers. We zouden toch bij koers dertig inpakken en wegwezen, want dit hebben we dit arme volk toch niet beloofd?”
“Jaha, maar ik heb kritiek op de regering waar ik zelf in zit en waar ik in blijf zitten, anders ben ik wek, opkedonderd van de vleespotten van Paramaribo. En broertje is ook wek van dat Energieke Bedrijf Samabaala. Nee tok?”
“Daarom roep ik, the Yellow King, alle etnisch wekkelopen skapen teruk. Ook die mooie tante Mofo-met-een-A. Baby kom bek. Ik hou van je bloemen. Ze zijn om te zoenen.”
“En die andere cowalisiepartner is al met het halve been uit de kawolasie. Alleen het been van de voorzitter zit er nog in.”
“Nu pas gaan we echt onafhankelijk worden.”
“Wat bedoelt u, meester?”
“Nu pas gaan we beginnen onze eigen behoeften uit onze eigen opbrengsten te leren betalen.”
“Klopt, maar dat gaat een tijdje pijn doen, maar we kunnen niet in een gesubsidieerde schijnwelvaart blijven leven en die we maar met leningen blijven financieren. Dat meki a koers e stijg nomonomo.”
“Klopt helemaal, daar drink ik op, al wordt het nu weer eens wel moeilijk voor ons.”
“Proost, al is de rek eruit. Tide, tamara, w’o rek go moro fara.”
 
Rappa
Advertenties

Thursday 28 March
Wednesday 27 March
Tuesday 26 March